3 biologie brugklas

• Biologie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

HOOFDSTUK ORDENING

Planning

Uitleg

Opdrscht in groepjes en nabespreking

Verslag maken

Einde van de les

DOMEINEN & RIJKEN

Rijk planten

Wieren (algen)

Sporenplanten

Zaadplanten

Wieren (algen)

• Ze bezitten geen wortels, stengels, bladeren en bloemen.

• Ze planten zich voort door sporen

Voorbeelden van algen: boomalg, kranswier en blaaswier.

Sporenplant

• Ze bezitten wortels, stengels en bladeren; ze bezitten geen bloemen.

• Ze planten zich voort door sporen.

Mossen

Paardenstaart

Varens

Zaadplanten

• Ze bezitten wortels, stengels, bladeren en bloemen.

• Ze planten zich voort door zaden; zaden zitten in vruchten (bijvoorbeeld appels, kersen

en bonen).

paardenbloem, appel, mango, bannaan enz

Dieren

Sponzen

Weekdieren

Neteldieren

Stekelhuidigen

Wormen

Geleedpotigen

Gewervelden

Weekdieren

 meestal een schelp of huisje als skelet

– inktvis – mossel – slak

Wormen

Geen skelet.

Het lichaam is lang en dun.

– lintworm

– spoelworm

– regenworm

Geleedpotigen

Een uitwendig skelet (pantser).

Wesp

Spinnen

Garnalen

Gewervelden

Een inwendig skelet met een wervelkolom

vissen

amfibiën

reptielen

vogels

zoogdieren