The Passive (lijdende vorm)

The Passive (lijdende vorm)
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

The Passive (lijdende vorm)

Slide 1 - Diapositive

 Passive

Bij de lijdende vorm is het niet belangrijk wie iets doet, maar de actie is wel belangrijk. Dus wat er gebeurt.


Someone broke our kitchen window. > active
Our kitchen window was broken. > passive



Slide 2 - Diapositive

Lijdende vorm

Het onderwerp van de zin ondergaat iets.

Het onderwerp voert de actie niet uit.


Example

Our kitchen window was broken by a burglar.

Slide 3 - Diapositive

Hoe maak je een passive zin?

1. Het lijdend voorwerp uit de active zin vooraan zetten.

(wordt dus onderwerp!)

2. vorm van 'to be' toevoegen.
am/are/is/was/were/being/have-has-had/ been
Kijk goed in welke werkwoordtijd de zin staat.
3. Tweede werkwoord veranderen naar een voltooid deelwoord.

(= derde vorm)



Slide 4 - Diapositive

Example
Active: The dog bites the man. 

1. The man bites the dog. 
2. The man is bites the dog. 
3. The man is bitten. (by the dog).

Passive: The man is bitten by the dog.

Slide 5 - Diapositive

Passive

present simple  (o.t.t.)> am/are/is + voltooid deelwoord 


past simple (o.v.t.)> was/were + voltooid deelwoord  


Slide 6 - Diapositive

Examples

The door is opened (by me).  > is + voltooid deelwoord
The shoplifter was caught (by the police).  > was + voltooid deelwoord




Slide 7 - Diapositive

Wie toevoegen

Wil je toevoegen 'wie' de actie uitvoert?

Dan kan je  'by' toe voegen en daarna de persoon/ding achter aan de zin te zetten.


The shoplifter was caught by the police.

Slide 8 - Diapositive

Let op!
Wil je toevoegen wie de actie uitvoert en staat er een tijdsbepaling in de zin?
Dan komt eerst de persoon en dan de tijd.
Staat de tijd vooraan de zin, dan laat je deze zo staan.

The shoplifter was caught by the police yesterday.

Slide 9 - Diapositive

The shop ____ yesterday.
A
was opened
B
is being opened
C
has been opened
D
is opened

Slide 10 - Quiz

Verander naar passive:
My grandfather built this house in 1943.

Slide 11 - Question ouverte

Verander naar passive:
The cleaner cleaned the office.

Slide 12 - Question ouverte

Verander naar passive:
She wrote a song at that time.

Slide 13 - Question ouverte

The thieves rob the bank.

Slide 14 - Question ouverte

Verander naar passive
The students handed in the test.

Slide 15 - Question ouverte

Verander naar passive:
The hairdresser cuts Mary's hair.

Slide 16 - Question ouverte