Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.
Éléments de cette leçon
Passief kiesrecht
Actief kiesrecht
Slide 1 - Question de remorquage
Politiek is het maken van keuzes en het nemen van besluiten waardoor een .............., een ............ of een ................ bestuurd kan worden.
Welk begrip hoort niet op de puntjes?
A
land
B
gemeente
C
provincie
D
school
Slide 2 - Quiz
Indirecte democratie
Directe democratie
Slide 3 - Question de remorquage
Wat is een referendum?
A
Een democratie
B
Een stemming hoeveel volken er in een land leven
C
Er wordt gestemd in de Tweede Kamer
D
Een volksstemming over een belangrijk onderwerp
Slide 4 - Quiz
Wat is de meerderheid van de Eerste Kamer?
A
35
B
75
C
76
D
38
Slide 5 - Quiz
Parlement
Regering
Eerste kamer
Tweede kamer
Koning
Minister president en ministers
Slide 6 - Question de remorquage
Wel algemeen belang
Geen algemeen belang
veiligheid op straat
Goede dijken
Mensen vaccineren tegen corona
Goede trein verbindingen
Het hebben van een mobiele telefoon
Hoe laat je thuis mag komen van een feestje
Slide 7 - Question de remorquage
Wat is de troonrede?
A
De plannen van de koning voor komend jaar
B
De plannen van de regering voor het komende jaar
Slide 8 - Quiz
recht om ministers ter verantwoording te roepen
2de kamer mag een wetsvoorstel aanpassen.
De 2de kamer mag buiten de regering om zelf onderzoek te doen en mensen onder ede verhoren.
recht om de begroting van het kabinet goed of af te keuren.
recht van budget
recht van interpellatie
recht van enquete
recht van amendement
Slide 9 - Question de remorquage
Welk recht hebben alleen de 2e Kamerleden (en dus niet de 1e Kamerleden)
A
recht van budget
B
recht van interpellatie
C
recht van enquête
D
recht van initiatief
Slide 10 - Quiz
Welke waarde hoort bij welke politieke stroming?
Gelijkwaardigheid
Naastenliefde
Economische vrijheid
SOCIALISTEN
CHRISTENDEMOCRATEN
LIBERALEN
Solidariteit
Persoonlijke vrijheid
Slide 11 - Question de remorquage
Linkse partijen:
A
vinden dat alle mensen evenveel belasting moeten betalen.
B
willen goede uitkeringen en voorzieningen voor de zwakkeren in de samenleving.
C
benadrukken de economische vrijheid van mensen en ondernemingen.
D
hechten veel waarde aan het geloof.
Slide 12 - Quiz
Linkse partijen zijn voor
A
Vrijheid
B
Gelijkheid
C
Zelf verantwoordelijkheid
D
Kwetsbare mensen
Slide 13 - Quiz
Rechtse partijen zijn voor een...
A
... passieve overheid
B
... actieve overheid
Slide 14 - Quiz
Rechtse partijen
A
zijn voor een actieve overheid
B
willen meer investeren in duurzaamheid
C
vinden dat de overheid zo min mogelijk moet doen
D
willen de inkomensverschillen verkleinen
Slide 15 - Quiz
Wat is een compromis?
A
Een kabinet waarin twee of meer partijen met elkaar samenwerken.
B
Persoon die gaat bekijken welke politieke partijen met elkaar willen regeren.
C
Persoon die onderzoekt welke partijen met elkaar het beste kunnen en willen regeren.
D
Tussenoplossing waar meerdere partijen zich in kunnen vinden.
Slide 16 - Quiz
Waarom moet in Nederland een partij altijd compromissen sluiten als ze willen regeren?
Slide 17 - Question ouverte
Welke partij? Opgericht door een groep dierenbeschermers. Bescherming van het milieu belangrijk. Meer aandacht voor belangen van dieren.
A
GroenLinks
B
SP
C
Partij voor de Dieren
D
D66
Slide 18 - Quiz
Welke partij? Opgericht om de democratie te vernieuwen. Meer macvht voor burgers door referenda en een rechtstreeks gekozen burgemeester. Onderwijs heel belangrijk.
A
GroenLinks
B
SP
C
Partij voor de Dieren
D
D66
Slide 19 - Quiz
Welke partij? Kleine partij. Overheid moet regeren volgens de regels van de bijbel. Homohuwelijk moet worden verboden, doodstraf mag worden ingevoerd.
A
Partij voor de Vrijheid
B
SGP
C
Forum voor Democratie
D
D66
Slide 20 - Quiz
Welke partij? Nederland uit de EU. Klimaatwetten intrekken. Verhouding met Rusland normaliseren en sancties opheffen. Asielstop voor minstens 10 jaar.
A
VVD
B
SGP
C
Forum voor Democratie
D
D66
Slide 21 - Quiz
De populistische stroming is een stroming die ...
A
streeft naar zo groot mogelijke vrijheid
B
het milieu belangrijker vind dan de economie
C
luistert naar het volk
D
uitgaat van de bijbel
Slide 22 - Quiz
De miljoenennota is een:
A
uitkering
B
toelichting op de financiële begroting
C
toelichting op de rijksbegroting
D
een briefje van 1 miljoen
Slide 23 - Quiz
Op Prinsjesdag wordt de miljoenennota overhandigd aan de Tweede Kamer. In de miljoenennota staat:
A
het beleidsplan van de regering voor aankomend jaar.
B
hoeveel ministers gaan verdienen aankomend jaar.
C
de staatsschuld die Nederland nog heeft uitstaan bij andere landen.
D
hoeveel winst de staat het afgelopen jaar gemaakt heeft.
Slide 24 - Quiz
Wat is een coalitie?
Wat is een coalitie?
A
Samenwerking met de grootste partijen
B
Samenwerking van partijen die de meerderheid hebben
C
Samenwerking van partijen die de minderheid hebben
D
Samenwerking met alle politieke leiders
Slide 25 - Quiz
Stemt over de wet
Stemt als tweede over de wet
Zet een handtekening onder de wet
Voert de wet uit
Slide 26 - Question de remorquage
Trias Politica, drie machten:
wetgevende
uitvoerende
rechterlijke
wie?
wie?
wie?
wat ze doen:
wat ze doen:
wat ze doen:
wetten uitvoeren en handhaven
parlement
rechters
zij die de wet overtreden bestraffen
stelt wetten op
Regering / ministers
Slide 27 - Question de remorquage
De grondwet is
A
evenredige vertegenwoordiging in de regering
B
Recht om te stemmen
C
Belangrijkste wet van het land
D
recht op eigen mening
Slide 28 - Quiz
Met een pressiegroep bedoelen we...
A
Een muziekvereniging
B
Een partij die ideeën heeft voor de samenleving.
C
Een sportclub
D
Een bedrijf dat zich met de politiek bemoeit.
Slide 29 - Quiz
Wat doen mensen die voor de uitbreiding van Schiphol lobbyen?
A
Ze demonstreren met spandoeken voor de uitbreiding van Schiphol.
B
Ze praten met politici om hun standpunt naar voren te brengen.
C
Ze spannen een rechtszaak aan tegen de tegenstanders van de uitbreiding van
Schiphol.
D
Ze stemmen op een partij die voor de uitbreiding van Schiphol is.