Les week 14

• Spaans
• MBO
• Studiejaar 1

Leerdoelen week 14

Moverse por Madrid

• Je kunt naar de weg vragen en de weg wijzen en vertellen welke vervoersmiddelen je nodig hebt.
• Het werkwoord ir
• Gebruik muy en mucho
• Voorzetsels a en en, de combinatie a met een lidwoord. 
• Je kan het volgorde aangeven

Huiswerk week 14

MP WB p. 56, oef. 7, 8, 9

MP WB

p. 57, opdracht 11

p. 58 opdrachten 13, 14, 15

p. 59 opdr. 16

MP TB p. 56

6 Madrid en metro

6c Onderstreep in de tekst van oefening b  mucho/-a/-os/-as en muy en vul het schema aan.

Het gebruik van muy/mucho

• Muy (heel, erg) staat voor: - bijvoeglijke naamwoorden                                                                        - bijwoorden.
• Mucho (heel, veel, vaak) is als bijwoord onveranderlijk en staat bij het werkwoord.
• Mucho (veel, vele) is als bijvoeglijk naamwoord veranderlijk en richt zich in getal/geslacht naar het zelfstandig naamwoord.
  

Vul in: muy of mucho/a/os/as

1. Mi hermana es ................... simpática.

2. Tengo ...................... amigos.

3. En el parque hay ........................ gente.

4. Mi padre tiene un coche ................... bonito. 

5. En nuestro barrio hay ........................... casas. 

6. Mi amigo es.............. trabajador. Siempre estudia ................

ir

MP TB p. 56

6d. ¿Vas mucho en transporte público? ¿Por qué (no)?

Yo voy mucho en autobús porque es rápido y barato

Werkboek blz 56

Moverse por Madrid

6 Sonidos de la ciudad.

Luister naar de geluiden en schrijf in het Spaans op welke vervoersmiddelen je hoort.

MP TB p. 57

7b Luister hoe het gesprek verder gaat en zet de zinnen van de routeaanwijzingen in de juiste volgorde.

c In tweetallen. Kies een van de vier restaurants. Vertel je medestudent niet welk restaurant het is, maar leg uit hoe hij/zij er moet komen, vanaf het kantoor.

MP TB p. 58

9 En la feria de Santiago

a. Relaciona las partes de las frases

b. Escucha los diálogos y marca los lugares que se mencionan

c. Escucha otra vez y marca las expresiones que se mencionan, ¿qué significan?

MP TB p. 59

9d Compara estas frases con el plano de la feria. ¿Cuáles son verdaderas?

9e Zet twee van de volgende begrippen op de beursplattegrond. Je medestudent probeert te bepalen wat er wel en niet is op de beurs, en waar. Antwoord alleen met sí o no.

MP TB p. 59

10 Explicar el camino

Lee la descripción del camino desde el hotel y marca la ruta en el plano