1kgt chapter 4-G reading + vocabulary p.48/49

1kgt chapter 4-G reading + vocabulary p.48/49
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

1kgt chapter 4-G reading + vocabulary p.48/49

Slide 1 - Diapositive

This lesson
  • G: Reading p. 34-37
  • Vocabulary p. 48-49

Slide 2 - Diapositive

G: Reading p.34
  • Do: exercise (opdracht) 43 on page 34  
  • Reading strategy ex. 44 p.34

Slide 3 - Diapositive

p.34

Slide 4 - Diapositive

Exercise 44b
p.34

Slide 5 - Diapositive

Exercise 44c
p.34

Slide 6 - Diapositive

Text p.35

Slide 7 - Diapositive

Exercise 44d on p.35

Slide 8 - Diapositive

Text p.36

Slide 9 - Diapositive

Turn on your laptop
  • Log in 
  •  Go to your internet browser

Slide 10 - Diapositive

What is the meaning of the word:
cave

Slide 11 - Question ouverte

What is the meaning of the word:
building

Slide 12 - Question ouverte

What is the meaning of the word:
bridge

Slide 13 - Question ouverte

What is the meaning of the word:
boarding house

Slide 14 - Question ouverte

Geef de Engelse vertaling van het woord: ziekenhuis


Slide 15 - Question ouverte

Geef de Engelse vertaling van het woord: afwasmachine

Slide 16 - Question ouverte

Geef de Engelse vertaling van het woord: boerderij

Slide 17 - Question ouverte

Geef de Engelse vertaling van het woord: betalen

Slide 18 - Question ouverte

Geef de Engelse vertaling van het woord: iets

Slide 19 - Question ouverte

Geef de Engelse vertaling van het woord: opruimen

Slide 20 - Question ouverte

Choose the correct option:
"De planten water geven"
A
(to) wash the car
B
(to) do the dishes
C
(to) water the plants
D
(to) mow the lawn

Slide 21 - Quiz

Choose the correct option:
"voor"
A
near
B
in front of
C
for
D
between

Slide 22 - Quiz

Choose the correct option:
"over, aan/naar de overkant"
A
across
B
on (top of)
C
under
D
opposite

Slide 23 - Quiz

Choose the correct option:
"het vuilnis buiten zetten"
A
(to) set the table
B
(to) wash the car
C
(to) walk the dog
D
(to) take out the rubbish

Slide 24 - Quiz

Choose the correct option:
(recht) tegenover
A
across
B
next to
C
opposite
D
through

Slide 25 - Quiz

Wat heb je van deze les onthouden?
Wat is je bijgebleven? Heb je iets nieuws geleerd?
"Niks" = geen antwoord!

Slide 26 - Carte mentale