Goniometrie H4.1 les 1 jko
1 / 22
La durée de la leçon est: 60 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Zijde AB kan je berekenen met:
A
Pythagoras
B
Hellingspercentage
C
Gelijkvormige driehoeken
D
Goniometrie
Slide 2 - Quiz
Welk ezelsbruggetje gebruiken we bij Goniometrie?
A
SAS COS TAO
B
SOS CAS TOA
C
SOS COS TOA
D
SOS CAS TAO
Slide 3 - Quiz
SOS, CAS, TOA
of Pythagoras?
of Pythagoras?
A
SOS
B
CAS
C
TOA
D
Pythagoras
Slide 4 - Quiz
SOS, CAS, TOA
of Pythagoras?
Selecteer om teknippen, kopiëren ofte verwijderen
2
Dit wordt getoondin de klassikale leswanneer je op'geef les' klikt.
Dit wordt getoondin de gedeelde les dieleerlingen zelfstandigkunnen doen.
Differentiëer
Differentiëer
Instellingen
Slide
SOS, CAS, TOA of Pythagoras
A
SOS
B
CAS
C
TOA
D
Pythagoras
Slide 5 - Quiz
Zijde BC:
SOS, CAS, TOA
of Pythagoras
Selecteer om teknippen, kopiëren ofte verwijderen
2
Dit wordt getoondin de klassikale leswanneer je op'geef les' klikt.
Dit wordt getoondin de gedeelde les dieleerlingen zelfstandigkunnen doen.
Differentiëer
Differentiëer
Instellingen
Slide
SOS, CAS, TOA of Pythagoras
SOS, CAS, TOA
of Pythagoras
Selecteer om teknippen, kopiëren ofte verwijderen
2
Dit wordt getoondin de klassikale leswanneer je op'geef les' klikt.
Dit wordt getoondin de gedeelde les dieleerlingen zelfstandigkunnen doen.
Differentiëer
Differentiëer
Instellingen
Slide
SOS, CAS, TOA of Pythagoras
A
SOS
B
CAS
C
TOA
D
Pythagoras
Slide 6 - Quiz
Hoe reken je zijde AC uit?
Slide
SOS, CAS, TOA of Pythagoras
A
Sinus
B
Cosinus
C
Tangens
D
Pythagoras
Slide 7 - Quiz
Om het vraagteken uit te rekenen gebruiken we ... ?
A
SOS: sin (α) = O /S
B
CAS: cos (α) = A / S
C
TOA: tan (α) = O / A
D
Pythagoras: A² + B² = C²
Slide 8 - Quiz
Bereken de
hoek M in graden
hoek M in graden
A
23,2
B
55,8
C
2.3333
D
66,8
Slide 9 - Quiz
Driehoek ABC is rechthoekig. hoek C is de rechte hoek, hoek A = 38 graden, bereken hoek B
A
52
B
71
C
Dit kan je niet berekenen
D
82
Slide 10 - Quiz
Bereken de tan hoek Q.
A
tan hoek Q = 6:8
= 0,75
B
tan hoek Q = 6:10
= 0,6
C
tan hoek Q = 8:10
=0,8
D
tan hoek Q = 10 : 8
= 1,25
Slide 11 - Quiz
Hoe bereken je de grootte
van hoek P?
A
tan(∠P)=PRQR
B
tan(∠P)=PRQP
C
tan(∠P)=QRPR
D
tan(∠P)=QPPR
Slide 12 - Quiz
Hoe bereken je de tangens van hoek E?
A
tan hoek E = FG/EG
B
tan hoek E = FH/EF
C
tan hoek E = EF/EH
D
tan hoek E = FH/EH
Slide 13 - Quiz
Hoe bereken je de hoek met het vraagteken?
A
360 - 110 = 250
B
180 - 110 = 70
C
90 - 110 = -20
D
Kan je niet bereken.
Slide 14 - Quiz
Hoe kan je de
cosinus van hoek C bereken?
cosinus van hoek C bereken?
A
∣AC∣∣AB∣
B
∣BC∣∣AB∣
C
∣BC∣∣AC∣
D
geen idee
Slide 15 - Quiz
Bereken hoek E3 in graden
AB // Lijn DE
AB // Lijn DE
A
92
B
38
C
76
D
54
Slide 16 - Quiz
Bereken hoek A1 in graden
AB // Lijn DE
AB // Lijn DE
A
86
B
52
C
76
D
38
Slide 17 - Quiz
Bereken hoek C in graden
AB // Lijn DE
AB // Lijn DE
A
86
B
52
C
76
D
54
Slide 18 - Quiz
Bereken de hoek met het (?) in graden.
A
69
B
67
C
21
D
23
Slide 19 - Quiz
Bereken de grootte van hoek C in graden.
A
35
B
46
C
44
D
47
Slide 20 - Quiz
Bereken Hoek B.
de antwoorden zijn in graden
de antwoorden zijn in graden
A
68
B
69
C
21
D
22
