Verbanden (mavo 2)

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

Nederlands

Verbanden 

7 februari 2022

Wat gaan we doen vandaag?

• Tekstverbanden en signaalwoorden
  
• Geheugen opfrissen
• Actieve bijdrage en niet door elkaar praten

Leerdoel

Je leert de opbouw van een tekst kennen met behulp van signaalwoorden

1. Je weet wat het woord tekstverband betekent.

2. Je weet wat het woord signaalwoord betekent. 

Hoe worden signaalwoorden ook wel genoemd?

1. verbindingswoorden
2. verwijswoorden
3. synoniemen
4. werkwoorden

Signaalwoorden

Wat is een signaalwoord?

• Verbindingswoorden 

• Signaalwoorden geven het verband aan tussen zinsdelen, zinnen en alinea’s

Welke tekstverbanden ken jij nog?

Tekstverbanden

1. opsomming
   
2. tijd 
   
3. reden 
   
4. tegenstelling
   
5.  voorwaarde
   

Opsomming

en, ook, bovendien, ten eerste, ten tweede, ten derde, verder

Ten eerste vind ik het heel erg leuk om naar school te gaan en ten tweede leer ik er veel van.

Tijd

eerst, nadat, toen, terwijl, wanneer, dan daarna, 

dadelijk, intussen

Hij ging eerst eten en daarna sporten. 

Reden (Oorzaak – gevolg)

omdat, want, zodat, daardoor, daarom, aangezien

Ik heb besloten meer te sporten (= uitspraak), omdat ik me de laatste tijd 

slap en futloos voel. 

Tegenstelling

maar, daarentegen, desondanks, echter, toch, integendeel, terwijl, enerzijds, anderzijds

Fatima is blij, maar Hans is verdrietig. 

Voorwaarde

als, wanneer, tenzij, mits, indien

Als je nu eerst je huiswerk afmaakt (= voorwaarde), dan gaan we straks naar de film. 

Inperking

Hoewel ik niet had geleerd voor de toets, haalde ik een 9,6.

Deze zin geeft aan dat ik toch een goed cijfer heb gehaald, ook al heb ik niet geleerd. 

Kies het juiste signaalwoord van het tekstverband inperking:
Ik vond dat Fred aan mijn hoofd zeurde, (.....) ik niets beters te doen had.

1. hoewel
2. alsof
3. ondanks
4. maar

Vergelijking

Bij een vergelijking, vergelijk je een onderwerp met iets anders. De signaalwoorden die je kunt gebruiken: evenzeer, evenals, eveneens, net als, alsof, hetzelfde is het geval

Janneke is net als Hans een beetje verlegen.

 

Kies het juiste signaalwoord van het tekstverband vergelijking.
Ik vond dat Fred aan mijn hoofd zeurde, (.....) ik niets beters te doen had.

Omschrijving

Het gebruik van de signaalwoorden zoals in andere woorden, oftewel en ander gezegd om iets te omschrijven.

Bij welke tekstverbanden horen de volgen de woorden:
alsof, eveneens, evenzeer, evenals, net als, alsof, hetzelfde is het geval.

1. Inperking
2. Vergelijking
3. Omschrijving

Bij welke tekstverbanden horen de volgen de woorden:
natuurlijk ... maar, hoewel, ondanks.

1. Inperking
2. Vergelijking
3. Omschrijving

Bij welke tekstverbanden horen de volgen de woorden:
in andere woorden, anders gezegd, oftewel

1. Inperking
2. Vergelijking
3. Omschrijving

Opdracht

• Individueel (daarna klassikaal bespreken)
  
• Tijd: 7 minuten

1. Noteer het signaalwoord .

2. Noteer daarnaast ook het tekstverband.

Wat hebben jullie geleerd?