ROS Somatische aandoening

Crisis somatisch
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Crisis somatisch

Slide 1 - Diapositive

Acute situatie



Maar, is een acute situatie altijd levensbedreigend?

Slide 2 - Diapositive

Voorbeelden
vallen door een plotseling dalende bloeddruk

versuftheid door medicijngebruik
delier (acute verwardheid)
intoxicatie (vergiftiging)
orgaanfalen (een orgaan vervult zijn normale functie niet meer)
sepsis (bloedvergiftiging)




Slide 3 - Diapositive

Welke controles voer je uit tijdens een acute situatie.

Slide 4 - Question ouverte

Intoxicatie

Slide 5 - Carte mentale

Symptomen Intoxicatie (acuut ontstaan)
Kunnen veelzijdig zijn;
-bewustzijnsstoornissen
-ademhalingsmoeilijkheden
-problemen met hartritme of bloeddruk
-shock
-hele grote of kleine pupillen
-afwijkende huidskleur (bleek, rood, blauwverkleuring)
-klamme huid
-misselijkheid en braken
-buikkrampen
-brandwonden

Slide 6 - Diapositive

Intoxicatie
 Giftige stoffen kunnen in vaste, vloeibare en gasvormige toestand het lichaam binnendringen. Dat gebeurt op verschillende manieren: door inname via de mond, door het gif in te ademen (via de luchtwegen) of door een giftige stof via de huid.
De volgende middelen kunnen een intoxicatie veroorzaken:
  • medicijnen
  • drugs
  • giftige planten
  • chemische stof
  • een beet door een giftig dier

Slide 7 - Diapositive

Orgaanfalen

Slide 8 - Carte mentale

Orgaanfalen
Orgaanfalen
Orgaanfalen is letterlijk het falen of zelfs uitvallen van een orgaan. Het orgaan heeft een verminderde werking, of werkt helemaal niet meer.
Orgaanfalen ontstaat langzaam (chronisch falen) of plotseling (acuut falen).

Slide 9 - Diapositive

Vallen

Slide 10 - Carte mentale

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Dehydratie

Slide 14 - Carte mentale

Dehydratie
Dehydratie ontstaat door:

  • vochtverlies, zoals diarree, braken, fors bloedverlies, tweede- en derdegraadsbrandwonden, heel veel zweten en medicatie (plastabletten)
  • onvoldoende opname van vocht bij hitte of zwaar werk
koorts
  • gebruik van laxeermiddelen
  • bepaalde aandoeningen, zoals diabetes mellitus (suikerziekte), diabetes insipidus (aandoening van de hypofyse) en de ziekte van Addison (aandoening van de bijnier). Deze aandoeningen zorgen ervoor dat de zorgvrager meer moet plassen. Daarmee veroorzaken ze uitdroging.
De oorzaak van uitdroging is vaak een te lage vochtinname. De zorgvrager drinkt te weinig.

Slide 15 - Diapositive

Dehydratie
Algemene symptomen van dehydratie zijn:

  • duizeligheid
  • misselijkheid
  • hoofdpijn
  • slap voelen
  • verwardheid
  • erge dorst (het lichaam geeft aan dat er een vochttekort is)
  • verminderde urineproductie

Slide 16 - Diapositive

Rol verzorgende-IG/verpleegkundige

Wat is jouw rol als verzorgende in een crisissituatie?

Slide 17 - Diapositive

Waar staat de afkorting ABCDE voor ?​

Slide 18 - Question ouverte

ABCDE-methode

.. wordt door zorgverleners toegepast om de toestand van een zorgvrager in te schatten en daarmee de urgentie van de hulpverlening te bepalen.
A = Airway: is er ademhaling, is de luchtweg vrij?
B = Breathing: hoe klinkt de ademhaling, zijn er bijgeluiden?
C = Circulation: is er circulatie, wat is de kleur van de huid (bleek, grauw, blauw of roze)?
D = Disability: is de zorgvrager verward, heeft hij uitvalsverschijnselen?
E = Environment (omgevingsfactoren): is er paniek, is er dreiging van geweld, is de zorgvrager suïcidaal?

Slide 19 - Diapositive

Waarom is het belangrijk om na een crisissituatie te evalueren ?​

Slide 20 - Question ouverte

Vergeet niet
Goed te rapporteren
VIM/MIC in te vullen

Blijf er niet mee zitten, praat erover

Slide 21 - Diapositive

Vragen?

Slide 22 - Diapositive