Les 5 hv3

• Frans
• Enseignement Secondaire

Lesdoelen:

Grammatica: onregelmatige werkwoord aller (gaan), over de regelmatige werkwoorden -er, -ir en –re en wederkerende werkwoorden 

Vertellen over dingen die je elke dag doet vóór, tijdens en na school. 

Programme

• Corriger: ex. 31 t/m 33
• Faire: Opdrachten online over onregel. ww aller (gaan), ex. 34, 35
• Herhalen Vocabulaire ABEFH, Phrases-clés DJ en Gram CGI 

• Devoirs: ex. 37, 38 + alle bronnen herhalen op Slim Stampen
• 
  

bron I: 31 t/m 33 

Quand tu as fini, apprends le vocabulaire avec slim stampen.

bron J: 34 t/m 35  

Quand tu as fini, apprends le vocabulaire avec slim stampen.

wedekerende
voornaamwoorden

Se laver= zich wassen

(se laver)
Je ... à huit heures.

1. lave
2. me laver
3. me lave
4. se lave

wat is correct?

1. ils se laver
2. ils se lavent

Ils (se laver)

(se laver, présent) U wast zich

(se laver) Elle ......

wij wassen ons (se laver)

vous (choisir)

Ils ... (choisir)

Elle (finir - présent)

1. Finis
2. Finir
3. Finit
4. Fins

tu (choisir)

finir: vous

Nous ... (finir)

je ... (finir - présent)

Vervoeg..

ils ... (finir)

Les verbes en -re

répondre = antwoorden

entendre = horen

rendre = teruggeven

perdre = verliezen

vendre = verkopen

attendre = wachten

vervoeg:

nous / répondre

1. nous répondons
2. nous répondrons

il (répondre)

présent: tu ...... (répondre)

Mon oncle (répondre) bientôt.

présent: ils ...... (répondre)

travail individuel = 

les devoirs

• Francofolies: 37, 38 
• Herhalen Vocabulaire ABEFH, Phrases-clés DJ en Grammaire CGI 

huiswerk