Dekolonisatie 4.1 deel 2 VWO 3

§4.1 Einde van de wereldrijken
Vandaag:

Terugblik: dekolonisatie Azië

Uitleg: dekolonisatie Afrika en Israël en Palestina

Lesdoel evaluatie
Na deze les kan je:
  • Uitleggen hoe Afrikaanse kolonies onafhankelijk werden
  • Uitleggen hoe de staat Israël ontstond
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

§4.1 Einde van de wereldrijken
Vandaag:

Terugblik: dekolonisatie Azië

Uitleg: dekolonisatie Afrika en Israël en Palestina

Lesdoel evaluatie
Na deze les kan je:
  • Uitleggen hoe Afrikaanse kolonies onafhankelijk werden
  • Uitleggen hoe de staat Israël ontstond

Slide 1 - Diapositive

Dekolonisatie Azië
Wat weet je nog?

Slide 2 - Carte mentale

Franse dekolonisatie
(Afrika)
  • Algerije (belangrijkste kolonie)
  1. -Algerijnse nationalisten beginnen in 1954 een onafhankelijkheidsoorlog
  2. -Acht jaar later 1964 geven de Fransen de kolonie op
  • Marokko en Tunesië
  1. -Wordt zonder strijd onafhankelijk in 1956
  2. -Eén koloniale oorlog was genoeg
  • Tussen 1960 en 1964 kregen nog meer kolonies de eigen macht in handen

Slide 3 - Diapositive

Britse dekolonisatie
(Afrika)
  • Vanaf 1955 komt het nationalisme ten zuiden van de Sahara
  • In 1957 werd Goudkust (tegenwoordig Ghana) vreedzaam onafhankelijk
  • Tussen 1960 en 1964 kregen nog zeventien kolonies hun onafhankelijkheid
  1. -Uganda
  2. -Nigeria
  3. -Sierra Leone
  4. -Zanzibar
  5. -Swaziland

Slide 4 - Diapositive

Portugese dekolonisatie
(Afrika)
  • Waren de eerste in Afrika en verlieten Afrika als laatste
  • Portugal werd geregeerd door een dictator 
  1. -Hij weigerde de kolonies onafhankelijkheid te geven
  2. -De inwoners van Angola en Mozambique begonnen een onafhankelijkheidsoorlog
  • In 1974 werd Portugal een democratie
  • Nieuwe regering liet de kolonies snel onafhankelijk worden

Slide 5 - Diapositive

Waarom voerde Frankrijk geen oorlog om Marokko en Tunesië te behouden?

Slide 6 - Question ouverte

Aantekeningen
Ook in Afrika kwam het nationalisme op, samen met het verlangen van onafhankelijkheid. Algerije, Angola en Mozambique moesten hiervoor vechten. Marokko, Tunesië, Ghana en nog veel meer kolonies kregen vreedzaam hun onafhankelijkheid.

Slide 7 - Diapositive

Ottomaans Palestina
  • Bevolking bestond  uit moslims (87%), christenen (10%) en joden (3%)
  • Arabisch was de spreektaal
  • Mensen van verschillende religieuze leefden in vrede samen

Slide 8 - Diapositive

Zionisme
  • Theodor Herzl
  • Vader van het Zionisme (joods nationalisme)
  • Palestina was de perfecte plek voor een joodse staat
  1. -Het jodendom was daar begonnen
  2. -De belangrijkste religieuze locaties waren daar

Slide 9 - Diapositive

Immigratie
  • Tussen 1920 en 1939 nam de joodse bevolking toe met 320.000
  • Palestijnen eisen onafhankelijkheid en einde joodse migratie
  • Na de WW2 komen veel overlevenden van de Holocaust naar Palestina
  • De Britten verlieten op 15 mei 1948 de regio

Slide 10 - Diapositive

Wat was het Zionisme?

Slide 11 - Question ouverte

Verdeling Palestina
  • VN verdeelt het gebied in tweeën
  1. -Een joods gedeelte
  2. -Een Palestijns gedeelte
  • Palestijnen waren het hiermee niet eens
  • 14 mei 1948 wordt de Israëlische Staat uitgeroepen 
  • Uitbraak Arabisch-Israëlische Oorlog (1948)
  • Gevolgen:
  1. -Israël won, was het begin van de Israëlische staat
  2. -700.000 Palestijnen vluchtte naar buurlanden, klein aantal blijft achter

Slide 12 - Diapositive

Aantekeningen
Het opkomende nationalisme zorgde voor een wens naar een eigen staat voor de joodse gemeenschap. Op de ideale plek leefden moslims en joden al eeuwen vredig samen. Door verschillen tussen Palestijnen en Israëliërs volgden meerdere conflicten.

Slide 13 - Diapositive

Op welke manieren kregen de Franse, Britse en Portugese kolonies onafhankelijkheid?

Slide 14 - Question ouverte

Op welke manier kwam de Israëlische Staat tot stand?

Slide 15 - Question ouverte