Uitkeringen
1 / 22
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Noem 4 soorten uitkeringen.
Slide 10 - Question ouverte
Iemand die werkloos is krijgt een bijstandsuitkering
A
waar
B
niet waar
Slide 11 - Quiz
Iemand die niet genoeg geld heeft om de huur, eten of kleding te betalen kan een bijstandsuitkering krijgen.
A
waar
B
niet waar
Slide 12 - Quiz
Een AOW- uitkering is voor alle mensen die ongeveer 67 jaar of ouder zijn.
A
waar
B
niet waar
Slide 13 - Quiz
Een bijstandsuitkering vraag je aan bij het UWV.
A
waar
B
niet waar
Slide 14 - Quiz
Een AOW-uitkering vraag je aan bij de sociale verzekeringsbank.
A
waar
B
niet waar
Slide 15 - Quiz
Wat moet je doen (plichten) als je een bijstandsuitkering of WW-uitkering krijgt?
Slide 16 - Question ouverte
Wie controleert de mensen met een WW-uitkering, een ziektewetuitkering of een WIA-uitkering?
A
Het UWV
B
De gemeente
Slide 17 - Quiz
Wie controleert de mensen met een bijstandsuitkering?
A
Het UWV
B
De gemeente
Slide 18 - Quiz
Een alleenstaande ouder met een kind onder de vijf jaar hoeft geen werk te zoeken.
A
waar
B
niet waar
Slide 19 - Quiz
Typ 3 dingen die je deze les hebt geleerd.
Slide 20 - Question ouverte
Wat denk jij ?
Is er over 25 jaar nog veel over van deze uitkeringen?
Is er over 25 jaar nog veel over van deze uitkeringen?
Slide 21 - Question ouverte
Typ hier een vraag over iets wat je nog niet helemaal hebt begrepen.
