2. stad en platteland in India

Hoofdstuk 4: India land van verschillen
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 1

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 4: India land van verschillen

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Paragraaf 2: Stad en Platteland!

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Welk van onderstaande regio's van India is het meest dichtbevolkt?
A
Hoogvlakte
B
Himalaya
C
Gangesvlakte
D
Regenwoud

Slide 5 - Quiz

In India 

hebben de mensen een tekort aan basisbehoeften!

Slide 6 - Diapositive

Wat zijn basisbehoeften?

Slide 7 - Question ouverte

Eten:


Het krijgen van voldoende en gavarieerd voedsel!

Slide 8 - Diapositive

Onderdak:


Een dak boven je hoofd!

Slide 9 - Diapositive

Onderwijs

Lezen en schrijven!


Slide 10 - Diapositive

Gezondheidszorg!


Hulp bij ziekte of ongelukken!

Slide 11 - Diapositive

Veel mensen 

trekken naar de stad op hoop op een beter leven:
Verstedelijking

Slide 12 - Diapositive

Formele sector

De formele sector is het deel van de economie waarvan het verdiende geld gegeven wordt aan de belasting.
Informele sector

Informele sector. Deel van de beroepen die niet officieel staan geregistreerd. Mensen die hierin werken staan niet als werkende bekend, betalen geen belasting.


Slide 13 - Diapositive


A
Formele sector
B
Informele sector

Slide 14 - Quiz


A
Formele sector
B
Informele sector

Slide 15 - Quiz


A
Formele sector
B
Informele sector

Slide 16 - Quiz


A
Formele sector
B
Informele sector

Slide 17 - Quiz

Inkomen in India
Totaal inkomen van een land: Bruto Nationaal Product (BNP)





Slide 18 - Diapositive

Inkomen in India
Totaal inkomen van een land: Bruto Nationaal Product (BNP)

Per persoon: BNP per hoofd (of inwoner)




Slide 19 - Diapositive

Is het eerlijk om te kijken naar het BNP van een land?

Slide 20 - Question ouverte

huiswerk
Schrijf de begrippen uit paragraaf 2 op en zet in je eigen woorden de betekenis er achter.
Inleveren via de elo 

Slide 21 - Diapositive