vmbo 2 les 3 week 9 2023

Hier bin ich zu Hause 2 vmbo Kapitel 7
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1,2

Cette leçon contient 21 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Hier bin ich zu Hause 2 vmbo Kapitel 7

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Plattegrond D2C

Slide 4 - Diapositive

Plattegrond D2B

Slide 5 - Diapositive

Plattegrond D2A

Slide 6 - Diapositive

Was machen wir heute?

  • Hören
  • Lesen (zusammen)
  • Oefenen met werkwoorden
  • Wörter
  • Uitleg PO
Das Ziel:
 Luisteren oefenen
Je weet de feesttenten regel en kunt deze toepassen
Je kunt een gesprekje over wonen verstaan en hier vragen over bantwoorden.

Slide 7 - Diapositive

Hören
We gaan luisteren en kijken naar het Deutschlandlabor. De uitzending gaat over wonen. Beantwoord tijdens het kijken de vragen.

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Lien

PO Duits
WAT: filmpje maken  (vlog)
DE OPDRACHT: Het onderwerp van het filmpje is het thema van Kapitel 7: alles wat te maken heeft met wonen.
HOE werkt het: Jullie verzinnen zelf of met z'n tweeën   een scène en verdelen de rollen.
Je kunt alle lesstof, woordenlijsten en Plaudereckes gebruiken van Kapitel 7 gebruiken. Het is niet de bedoeling dat je het voorleest!





Slide 10 - Diapositive

PO Duits
BEOORDELING: 
De opdracht wordt beoordeeld op drie verschillende onderdelen:
Uitspraak klinkt het Duits/ spreek je het vlot uit 4p
Zinsbouw begrijp ik wat je zegt / gebruik je geen NL of Engelse woorden 2p
Geheel ben je voorbereid, serieus in jouw rol, logische opbouw scène 3p
Creativiteit/originaliteit: wees creatief/origineel dat wordt beloond! 1p


Slide 11 - Diapositive

PO Duits
Tip: Schrijf het script eerst in het Nederlands en vertaal het dan naar het Duits.
Jullie gaan de scène spelen en filmen dat.

Tip: Je kunt het ook door iemand laten filmen die niet meedoet in het filmpje. 

Slide 12 - Diapositive

De basisuitgangen tegenwoordige tijd
ich
du
er, sie, es

wir
ihr
sie, Sie
-e
-st
-t

-en
-t
-en
feesttenten
uitleg

Slide 13 - Diapositive

Hoe gebruik je de regel? 
ich
du
er, sie, es

wir
ihr
sie, Sie
-e
-st
-t

-en
-t
-en
1. Wat is de stam van het werkwoord?
2. Welk persoonlijk voornaamwoord staat in de zin?
3. Regel ''feesttenten'' toepassen.

Dus: werkwoord wohnen
Stam = ww - en wohn + uitgang
Wohnen: du ............ in Voorburg
het persoonlijk voornaamwoord is du
uitgang bij du is st dus : du wohnst in Voorburg

Slide 14 - Diapositive

Staat er geen persoonlijk voornaamwoord in de zin?
er                                                           sie
sie                                                          = meerdere dingen/dieren
es                                                              mensen
= 1 ding/dier/persoon                     Bijv. die Eltern
 Bijv.      Peter                                           die Kinder
               Lisa                                             Lisa und Peter
              der Hund                                  
Peter spielt mit seinen Hund     die Kinder spielen mit den Hund

                       
     
Ich    du    er/sie/es    wir    ihr    sie/Sie
  e       st           t             en     t          en

Slide 15 - Diapositive

  werkwoordenboek
Seite 4
Aufgabe 4 und 5
ding + dier + naam = er/sie/es
2 namen = meervoud
Fertig

Slide 16 - Diapositive

Lesen
Voorlezen boekje
Ik lees het boekje voor, jullie maken aantekeningen en beantwoorden de vragen op het blad. 

Slide 17 - Diapositive

Lees mee met Plauderecke C
Seite 76
Maken Seite 54 Aufgabe 9
Vul de zinnen aan

 
 
 
timer
10:00

Slide 18 - Diapositive

Hausaufgaben 
Machen, afmaken opdracht 9 en 12
 
doorlezen Plauderecke C
Hier stel ik de volgende keer vragen over!
Lernen: Wörterliste A en B  Seite 74




Slide 19 - Diapositive

Running Dictee
Je werkt samen 1 leerling blijft zitten en schrijft. leerling 2 rent naar de gang (zonder telefoon, zonder pen) daar hangen 4 A4 vellen met op elk vel 5 woorden.  Onthoud het woord/de woorden en ren terug naar de klas vertel het woord aan leerling 1. Deze schrijft het woord op.  Wissel na 10 woorden van rol. 
Het duo dat als eerste alle 20 woorden GOED geschreven heeft, wint een prijsje.

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive