*Oefenen grammatica zinsdelen
1 / 29
La durée de la leçon est: 45 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Wat is het wg in deze zin?
De voetbalclub heeft gisteren een voorsprong opgebouwd.
De voetbalclub heeft gisteren een voorsprong opgebouwd.
Slide 3 - Question ouverte
Wat is het ow in deze zin?
De voetbalclub heeft gisteren een voorsprong opgebouwd.
De voetbalclub heeft gisteren een voorsprong opgebouwd.
Slide 4 - Question ouverte
Wat is het lv in deze zin?
De voetbalclub heeft gisteren een voorsprong opgebouwd.
De voetbalclub heeft gisteren een voorsprong opgebouwd.
Slide 5 - Question ouverte
Wat is het mv in deze zin?
De voetbalclub heeft gisteren een voorsprong opgebouwd.
De voetbalclub heeft gisteren een voorsprong opgebouwd.
Slide 6 - Question ouverte
Wat is de bwb in deze zin?
De voetbalclub heeft gisteren een voorsprong opgebouwd.
De voetbalclub heeft gisteren een voorsprong opgebouwd.
Slide 7 - Question ouverte
Wat is de pv in deze zin?
De opdracht maakte ik gisteren.
De opdracht maakte ik gisteren.
Slide 8 - Question ouverte
Wat is het wg in deze zin?
De opdracht maakte ik gisteren.
De opdracht maakte ik gisteren.
Slide 9 - Question ouverte
Wat is het ow in deze zin?
De opdracht maakte ik gisteren.
De opdracht maakte ik gisteren.
Slide 10 - Question ouverte
Wat is het lv in deze zin?
De opdracht maakte ik gisteren.
De opdracht maakte ik gisteren.
Slide 11 - Question ouverte
Wat is het mv in deze zin?
De opdracht maakte ik gisteren.
De opdracht maakte ik gisteren.
Slide 12 - Question ouverte
Wat is de bwb in deze zin?
De opdracht maakte ik gisteren.
De opdracht maakte ik gisteren.
Slide 13 - Question ouverte
Wat is de pv?
Ik geef mijn kamerplanten altijd genoeg water.
Ik geef mijn kamerplanten altijd genoeg water.
Slide 14 - Question ouverte
Wat is het wg?
Ik geef mijn kamerplanten altijd genoeg water.
Ik geef mijn kamerplanten altijd genoeg water.
Slide 15 - Question ouverte
Wat is het ow?
Ik geef mijn kamerplanten altijd genoeg water.
Ik geef mijn kamerplanten altijd genoeg water.
Slide 16 - Question ouverte
Wat is het lv?
Ik geef mijn kamerplanten altijd genoeg water.
Ik geef mijn kamerplanten altijd genoeg water.
Slide 17 - Question ouverte
Wat is het mv?
Ik geef mijn kamerplanten altijd genoeg water.
Ik geef mijn kamerplanten altijd genoeg water.
Slide 18 - Question ouverte
Wat is de pv?
Hoe ontleed je deze zin eigenlijk?
Hoe ontleed je deze zin eigenlijk?
Slide 19 - Question ouverte
Wat is het wg?
Hoe ontleed je deze zin eigenlijk?
Hoe ontleed je deze zin eigenlijk?
Slide 20 - Question ouverte
Wat is het ow?
Hoe ontleed je deze zin eigenlijk?
Hoe ontleed je deze zin eigenlijk?
Slide 21 - Question ouverte
Wat is het lv?
Hoe ontleed je deze zin eigenlijk?
Hoe ontleed je deze zin eigenlijk?
Slide 22 - Question ouverte
Wat is het mv?
Hoe ontleed je deze zin eigenlijk?
Hoe ontleed je deze zin eigenlijk?
Slide 23 - Question ouverte
Wat is de bwb?
Hoe ontleed je deze zin eigenlijk?
Hoe ontleed je deze zin eigenlijk?
Slide 24 - Question ouverte
Welke opmerking past bij jou?
Ik snap het
Ik heb nog wat oefening nodig
HELP!
