Paragraaf 3.1 Natuurlandschappen in Afrika

1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactif, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

0

Slide 2 - Vidéo

H3.1  Tropisch regenwoud in Afrika
Tekst
In Afrika vind je niet alleen een enorm bosgebied, maar ook een grote woestijn en uitgestrekte graslanden met hier en daar wat bomen en struiken

Slide 3 - Diapositive

Tropische regenwouden I

Kenmerken:

  • 1.

  • 2. hele jaar tussen de 25 en 35 ° C
  •  
  • 3.                        dagelijks hevige buien





Slide 4 - Diapositive

Tropische regenwouden II

  • 4. veel soorten planten en bomen.
  •      Hele grote: 60 m hoog (woudreuzen)

  • 5. etages:      

  • 6. Hele jaar groen                        





Slide 5 - Diapositive

Kenmerken van het 
tropisch regenwoud:
Altijd warm
Tussen de 25 /35° C
dichtbevolkt
veel regen
veel soorten planten en bomen
weinig dieren
hele jaar groen
veel wegen
zomer, lente, herfst, winter

Slide 6 - Question de remorquage

Vanuit het tropische regenwoud richting het noorden of het zuiden: de savanne 

Slide 7 - Diapositive

De savanne: een overgangsgebied.
  • Overgangsgebied: 
  • Bos (tropisch regenwoud)

  • Grasland (steppe)

Slide 8 - Diapositive

Kenmerken 

  • Hele jaar  warm
  • 9 maanden regen
  • hoog gras met lange pluimen     (bescherming/voedsel)
  • Hier en daar bomen en struiken (bescherming/voedsel)
  • Woongebied wilde dieren (leeuwen, giraffen, olifanten, zebra's, antilopen
Savanne

Slide 9 - Diapositive

Nog verder naar het noorden of het zuiden: De steppe
Kenmerken

  • 3 maanden beetje regen
  • 9 maanden droog
  • boomloos (=géén bomen) 
  • alleen grassen
  • wilde dieren (indien genoeg gras) : gnoes, antilopen, roofvogels, hyena's.


  • ---> Hoe verder van de evenaar (in Afrika), hoe droger het wordt.

Slide 10 - Diapositive

Ten noorden en ten zuiden van de steppe een nog droger gebied:  de woestijn.

Slide 11 - Diapositive

0

Slide 12 - Vidéo

 260 x
zand,
stenen,
rotsen
9.065.000 km2

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

  1.  rivier oase
  2.  grondwater oase
Oase: 
een plek in de woestijn waar water is.
2 soorten oases:
Irrigatie =
  • natte akkers met behulp van waterpompen met slangen,     sproeiers en gegraven kanaaltjes
Toch ook leven in de woestijn: slangen, hagedissen, schorpioenen, sprinkhanen, woestijnvos, woestijnkat.

Slide 15 - Diapositive

Tropisch regenwoud

savanne 

steppe
Regenval van tropisch regenwoud ------> woestijn
Tropisch regenwoud (12 mnd)
Woestijn (af en toe)
Steppe (3 mnd)
savanne (9 mnd)
= 3 mnd

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Dicht bij de evenaar: warm en nat
TR altijd dicht bij de evenaar: 
  • Altijd warm - zon hoog aan de hemel-   loodrecht op de aarde - veel warmte
  • Veel regen - twee regels: 
  • 1. warme lucht stijgt op
  • 2. stijgende lucht koelt af - er ontstaan wolken - het kan gaan regenen.

Slide 18 - Diapositive

Huiswerk
Maken paragraaf 3.1

Slide 19 - Diapositive