Signaalwoorden oefenen 2

1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-4

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Wat is een signaalwoord?
• Verbindingswoorden
•Signaalwoorden geven het verband aan tussen zinsdelen, zinnen en alinea’s

Slide 2 - Diapositive

Tijd
Voordat, nadat, eerst, daarna, wanneer, vroeger.

Slide 3 - Diapositive

Opsomming
En, ook, ten eerste, ten tweede, vervolgens

Slide 4 - Diapositive

Tegenstelling
Zo, evenals, in vergelijking met, soortgelijk(e)

Slide 5 - Diapositive

Oorzaak – gevolg
Door, doordat, waardoor, te danken aan

Slide 6 - Diapositive

Doel – middel
Om te, daarmee, waarmee, door middel van

Slide 7 - Diapositive


Voorbeeld/ toelichting
Een voorbeeld ( hier)van, ter illustratie, bijvoorbeeld, zoals

Slide 8 - Diapositive

Verklaring / argument
Want, omdat, daarom, vanwege, immers,

Slide 9 - Diapositive

Voorwaarde
Als, wanneer, tenzij, in (voor) het geval dat

Slide 10 - Diapositive

Samenvatting / conclusie
Samengevat, kortom, dus, al met al, vandaar dat

Slide 11 - Diapositive

Welk soort tekstverband zie je hier:
Ik ging douchen, nadat ik had gesport
A
Oorzaak- gevolg
B
Doel- middel
C
Tijd

Slide 12 - Quiz

Wel soort tekstverband zie je hier?
Je mag mee op reis, mits je je tas hebt gepakt.
A
Tegenstelling
B
Voorwaarde
C
Oorzaak- gevolg

Slide 13 - Quiz

In de eerste plaats ben ik een verzamelaar van schilderijen van Mondriaan.
Wat is het signaalwoord?

Slide 14 - Question ouverte

Welk tekstverband is dit?

Slide 15 - Question ouverte

Het sneeuwde al enige dagen hevig waardoor de skipistes gesloten werden.
Wat is het signaalwoord?

Slide 16 - Question ouverte

Welk tekstverband is dit?

Slide 17 - Question ouverte

Vervolgens werden de passagiers naar hun plaats gebracht door de stewardess.
Wat is het signaalwoord?

Slide 18 - Question ouverte

Welk tekstverband is dit?

Slide 19 - Question ouverte

Zij werkte hard om te kunnen winnen.
Wat is het signaalwoord?

Slide 20 - Question ouverte

Welk tekstverband is dit?

Slide 21 - Question ouverte

De redactie zal nog één nummer uitbrengen, mits er voldoende vraag naar is.

Wat is het signaalwoord?

Slide 22 - Question ouverte

Welk tekstverband is dit?

Slide 23 - Question ouverte