5.3 Afnemerskrediet

• Bedrijfseconomie
• MBO
• Studiejaar 1

Financieringsplan 

Afnemerskrediet & Afbetalingskrediet

Planning

Herhaling 

Leerdoelen

Afnemerskrediet

Afbetalingskrediet

Berekenen

Iemand die al wel producten heeft ontvangen van de leverancier, maar nog niet betaald noem je een ...

1. Debiteur
2. Crediteur
3. Afbetaler
4. Ontvanger

De kosten van het leverancierskrediet bestaat uit de korting die je misloopt

1. Waar
2. Niet waar

Herhalingsvraag

Groothandel Makro ontvangen een factuur van €120.000,- met daarop de volgende betalingscondities. 

• Bij betaling binnen 10 dagen mag u 2% als korting aftrekken.
  
• Na 10 dagen heb je geen recht meer op de korting
• U dient binnen 30 dagen te betalen

1. Bereken de kredietprijs voor de Makro. (rond af op 1 decimaal)

Wat is de kredietprijs?

Antwoord

Korting krediet

• €120.000 / 100 * 2 = €2.400,-

Krediet bij betaling binnen 10 dagen

• €120.000 - €2.400 = €117.600,- 
  

Looptijd

• 30 dagen - 10 dagen = 20 dagen
  

Kosten krediet per jaar:

• 360/20*€2.400 = €43.200

Antwoord

Kosten krediet per jaar:

360/20*€2.400 = €43.200

Gemiddeld krediet

€120.000 - €2.400 = €117.600

Kredietprijs:

€43.200 / €117.600 * 100 = 36,73%

kredietprijs is 36,7% 

De groothandel heeft ook een rekening-courantkrediet, hiervoor betaalt hij 13% per jaar. Voor welk krediet kiest de groothandel?

1. Leverancierskrediet
2. Rekening-courantkrediet

Leerdoelen

Aan het einde van de les kunnen studenten:

1. Het afnemerskrediet en afbetalingskrediet benoemen en uitleggen in eigen woorden
2. Het afbetalingskrediet berekenen. 

Afnemerskrediet

De afnemer betaalt voordat er iets is geleverd

Zekerheid voor levering

Voorbeeld:

Kaartje voor festival, voetbalwedstrijd of concert.

Afbetalingskrediet

Koop op afbetaling

Aankoopbedrag

in termijnen betalen

kosten:

Rente, administratie, incasso.

Huurkoop of koop op afbetaling 

Berekenen Afbetalingskrediet

• Stap 1: Kredietbedrag = Contante prijs - aanbetaling
  

• Stap 2: Kosten krediet = totaal van de termijnen - kredietbedrag
  

• Stap 3: Gemiddelde looptijd = Termijnen / aantal termijnen
  

• Stap 4: krediet kosten per jaar = kostenkrediet/ gemiddelde looptijd*12
  

• Stap 5: kredietprijs = Kosten van het krediet per jaar / Gemiddeld krediet * 100
  

Voorbeeld

Henk moet een nieuw gasfornuis aanschaffen voor zijn restaurant. Dit kost €5.000,- bij de volgende voorwaarden.

Een aanbetaling van €1.000,-

10 gelijke maandelijkse betalingen van €450,- waarvan de eerste termijn na 1 maand vervalt.

Bereken voor Henk de kosten van dit afbetalingskrediet 

Bereken de kredietprijs voor Henk 

€5.000,- bij de volgende voorwaarden.
Een aanbetaling van €1.000,-
10 gelijke maandelijkse betalingen van €450,- waarvan de eerste termijn na 1 maand vervalt.
Kredietprijs invullen! afgerond op 1 decimaal

Stap 1

Bedrag van het krediet

€5.000 - €1.000 = €4.000

Stap 2

Kosten krediet

Totaal termijnen - bedrag van het krediet

10*€450= €4.500,-

€4.500 - €4.000 = €500,-

Stap 3 

Gemiddelde looptijd

(10+1)/2=5,5

of 

(1+2+3+4+5+6+7+8+9+10)/10= 5,5

Stap 4

Kostenkrediet / Gemiddeld krediet * 12 = kosten per jaar

500/5,5*12= €1090,90

Stap 5

kosten krediet / gemiddelde looptijd * 100 = kredietprijs

1090,90 / 4000 * 100 = 27,27%

27,3% afgerond op 1 decimaal 

Afsluiting

Vragen?

Boekopdrachten: 11, 12, 13, 14, 15, 16

Lesson-up ook tijdens fysieke lessen?

JA werkt prettig

Nee liever PowerPoint

Nee liever een normale presentatie

Tips en Tops