Nederlands les 4, leerjaar 1 cohort 2020


Nederlands, les 4 
Periode 02 cohort 2020

1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon


Nederlands, les 4 
Periode 02 cohort 2020

Slide 1 - Diapositive

Doel van de les: 

Je weet hoe je het voltooid deelwoord moet schrijven in een zin. 

Slide 2 - Diapositive

Wat weten we nog van de vorige les: de verleden tijd?

Slide 3 - Question ouverte

Herhaling
Tegenwoordige tijd: 

  • Geen d in het hele ww, geen d in de tegenwoordige tijd
  • stam: -en van het werkwoord. 
  • stam veranderen? 
  • jij, hij, zij > t erbij 
  • jij / je achter het ww? kort mogelijk 
Verleden tijd: 

  • sterk of zwak? 
  • zwak> te (n) of de (n)
  • - en van het ww 
  • check laatste letter
  • in het kofschip? t 
  • niet? d 
  • staat er al d of t in het ww>> dubbel

Slide 4 - Diapositive

Goed of fout: hij herhaald de les
A
Goed
B
Fout

Slide 5 - Quiz

Hij melde zich bij de docent.
A
Goed
B
Fout

Slide 6 - Quiz

Goed of fout:
Word je vriend snel boos?
A
Goed
B
Fout

Slide 7 - Quiz

Hij (beloven) mij te verbeteren.
A
beloofte
B
beloofde

Slide 8 - Quiz

Wat is het voltooid deelwoord? 

Het is een werkwoord in een zin. 
Ook hier moet je kijken of het zwak of sterk is. 
Een voltooid deelwoord vertelt dat iets klaar is of afgelopen. 


Slide 9 - Diapositive

Zwak en sterk werkwoord
Zwak werkwoord verandert van vorm
-> lezen - las
Sterk werkwoord behoudt zijn vorm
-> leven - leefde

Slide 10 - Diapositive

Hoe herken je een voltooid deelwoord in de zin? 
1. Er staan ALTIJD twee werkwoorden in een zin. 
 
Het hulpwerkwoord is altijd: zijn, hebben of worden.

2. Begint vaak met ge, be, ont, ver, her
Ik HEB GEwerkt 

Ik BEN te laat GEkomen

Hij WERD netjes ONTvangen 





Slide 11 - Diapositive

Maar hoe schrijf je het?
Stappenplan:
1. Kijk het hele werkwoord
2. Haal de -en er af voor de stam
3. Kijk naar de laatste letter
4. Gebruik 't taxi kofschip 
5. Zit de letter er wel in? > schrijf een -t
6. Zit de letter er niet in? -> schrijf een -d

Slide 12 - Diapositive

Kofschip: 

Laatste letter staat in het kofschip -> t 
Laatste letter staat niet in het kofschip -> d 

 

Een vd kan eindigen op: 
- en 
- T 
- D 

Slide 13 - Diapositive

Belangrijk!



Een voltooid deelwoord schrijf je nóóit met -dt!


Slide 14 - Diapositive

Vragen? 

Slide 15 - Diapositive

Ik heb gisteren in de tuin (werken)..
A
gewerken
B
gewerkt
C
gewerkd

Slide 16 - Quiz

De broodjes in de kantine worden goed beleg....
A
t
B
d

Slide 17 - Quiz

Ik heb heel lang (geloven) dat spoken bestaan.
A
geloofd
B
gelooft
C
geloven

Slide 18 - Quiz

De broodjes in de kantine zijn altijd goed (beleggen).
A
belegd
B
belegt
C
beleggen

Slide 19 - Quiz

Zie de volgende slides

Is dit tegenwoordige tijd, verleden tijd of het voltooid deelwoord? 

Slide 20 - Diapositive

Wat is het voltooid deelwoord?

Ik heb geen pen meegenomen.

Slide 21 - Question ouverte

Noteer het voltooid deelwoord:
weet jij wat daar is (gebeuren)?

Slide 22 - Question ouverte

Gelukkig had ik goed getap...
A
t
B
d

Slide 23 - Quiz

Wordt die terrorist nog wel (veroordelen)
A
veroordeeld
B
veroordeeldt
C
veroordeelt

Slide 24 - Quiz

Gelukkig was ik goed (verzekeren).
A
verzekerd
B
verzekert
C
verzekerde

Slide 25 - Quiz

De leraar werd er (ingeluis.....
A
d
B
t

Slide 26 - Quiz

Zelf aan de slag!
Taalblokken 3F
Spelling &Grammatica 02 Spelling 
Werkwoordspelling het voltooid deelwoord  
Lees de theorie, maak opgave 1 t/m 9

Werkwoordspelling sterke of onregelmatige ww
Lees de theorie, maak opgave 1 t/m 7

Slide 27 - Diapositive