Herhaling Zintuigen - ziek zijn - brandveiligheid - EHBO

Ons lichaam
Zintuigen - ziek zijn - brandveiligheid - EHBO
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
W.O.Lager onderwijs

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Ons lichaam
Zintuigen - ziek zijn - brandveiligheid - EHBO

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zet de getallen op de juiste plaats bij de tekening.
1. harde oogvlies
2. pupil
3. lens
4. oogzenuw
5. lichtstralen
6. hoornvlies
7. iris
8. netvlies
9. voorwerp
10. beeld
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10

Slide 2 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

1. oorschelp
2. gehoorgang
3. trommelvlies
4. hamer
5. aambeeld
6. stijgbeugel
7. zintuighaartjes in slakkenhuis
8. gehoorzenuw
Zet de getallen op de juiste plaats bij de tekening.
1
2
3
4
5
6
7
8

Slide 3 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Sleep de woorden naar de juiste plaats
reukzenuw
reukslijmvlies
neusgaten
neusholte

Slide 4 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Sleep de woorden op de juiste plaats in de zin
Wijzigingen in onze omgeving nemen we waar met onze

Zij zetten de waargenomen prikkels om in

die door de                                        naar de hersenen worden gevoerd.
Hier worden wij ons bewust van wat we zien, horen, voelen,...

Onze hersenen geven opdracht door om te

Sommige reacties gebeuren automatisch. Dit noemen we

zintuigen
elektrische signalen
zenuwen
reageren
reflex

Slide 5 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe heet het automatisch samentrekken en ontspannen van de spiertjes in je iris?
A
reactie
B
prikkel
C
pupilreflex

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

In welk deel van ons lichaam zit ons evenwichtsorgaan?
A
In onze huid.
B
In onze neus.
C
In onze ogen.
D
In onze oren.

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer een prikkel of waarneming niet tot in onze hersenen gaat maar automatisch en bliksemsnel gebeurt, noemen we dat een ...
A
reactie
B
reflex
C
pupilreflex
D
verwerking

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Kleurenblindheid is erfelijk en komt meer voor bij jongens dan bij meisjes.
A
waar
B
niet waar

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke 2 zintuigen werken samen om iets te proeven?
A
Reukzintuig en gezichtszintuig
B
gezichtszintuig en smaakzintuig
C
Reukzintuig en smaakzintuig
D
Het smaakzintuig zorgt hier alleen voor.

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Juist of fout?

Ons afweersysteem wint altijd de strijd tegen indringers.
A
juist
B
fout

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Juist of fout?

Een vaccin bevat een heel kleine dosis van een dode of ongevaarlijke vorm van de ziekteverwekker.
A
juist
B
fout

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Juist of fout?

Eens gevaccineerd, blijf je je hele leven immuun voor de ziekte.
A
juist
B
fout

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Juist of fout?

Neus- en keelamandelen zijn klieren waar cellen vechten tegen indringers.
A
juist
B
fout

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Juist of fout?

Antistoffen zijn ziektekiemdodende eiwitten. We krijgen ze dagelijks via onze voeding in ons lichaam.
A
juist
B
fout

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de gouden regel bij brandwonden?

Slide 16 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Vul het goede woord in:

Je koelt een brandwond met .... water
A
koud
B
lauw
C
warm
D
ijs

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe lang moet je een brandwonde koelen met lauw stromend kraanwater?
A
5 minuten
B
5-10 minuten
C
10-20 minuten
D
20-30 minuten

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk nummer moet je bellen bij een noodgeval?

Slide 19 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarvoor staan
de letters EHBO?

Slide 20 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij een spontane bloedneus moet je :
A
Voorover gaan zitten en neus dicht knijpen.
B
Achterover gaan zitten en neus dichtknijpen.
C
Eerst neus snuiten en dan voorover neus dichtknijpen.
D
Eerst neus snuiten en dan achterover neus dichtknijpen.

Slide 21 - Quiz

de neus knijp je 10 minuten dicht , als dat na 2x 10 minuten dichtknijpen nog niet helpt ,neem je contact op met de huisarts
Hoe lang moet je je neus dichtknijpen bij een bloedneus?
A
5 minuten en klaar
B
5 min, bloedt hij nog steeds? Nog 5 min.
C
10 min, bloedt hij nog steeds? Nog 5 min.
D
10 minuten en klaar.

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat moet je doen als de bloedneus niet wil stoppen met bloeden?
A
Naar de huisarts bellen.
B
Naar het ziekenhuis bellen.
C
Blijven volhouden met dichtknijpen.
D
Niets.

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions