2VM blok H4.8 Spelling les 1

  • Lezen (10 minuten)
  • Doelen
  • Theorie
  • Opdrachten/huiswerk
  • Afsluiting
Welkom bij Nederlands!
Tekst
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

  • Lezen (10 minuten)
  • Doelen
  • Theorie
  • Opdrachten/huiswerk
  • Afsluiting
Welkom bij Nederlands!
Tekst

Slide 1 - Diapositive

Inhoud
  • 10 min. lezen leesboek 3/ 3 creatieve opdrachten
  • Woord van de week
  • Huiswerk nakijken:  H4.7 Grammatica opdr. 6 t/m 11
  • Vragen? 
  • Quizje
  • Theorie H4.8 Spelling (Werkwoordschema herhalen)
  • Nieuw huiswerk/opdrachten:  H4.8 Spelling opdr. 0 t/m 5
  • Klaar?: leesboek 3 uitlezen + werken aan 3 creatieve opdrachten
  • Afsluiting

Slide 2 - Diapositive

wel/niet sociaal aanvaard
door de meeste mensen wel/niet geaccepteerd


Slide 3 - Diapositive

Wat is het vrv?:

Welke vallende sterren kun je vannacht zien?

Slide 4 - Question ouverte

Wat is het vrv?

Wat zijn dat eigenlijk voor dingen?

Slide 5 - Question ouverte

Wat is het vrv?:

Op welk moment kun je ze het beste zien?

Slide 6 - Question ouverte

Wat is het vrv?:

Wie gaat er allemaal naar kijken vannacht?

Slide 7 - Question ouverte

Wat zijn de vrv?
Wat hebben archeologen nu weer ontdekt? In de restanten van Pompeï vonden ze de restanten van een paard. Welke dingen hebben ze allemaal gevonden? Een zadel en een harnas dat bij het dier hoorde. Wie was de baas van het paard? Tot wat voor ras hoorde dit paard?

Slide 8 - Question ouverte

(Welke) vallende sterren kun je vannacht zien?
A
bijvoeglijk naamwoord
B
zelfstandig naamwoord

Slide 9 - Quiz

(Wat) zijn dat eigenlijk voor dingen?
A
bijvoeglijk naamwoord
B
zelfstandig naamwoord

Slide 10 - Quiz

Op (welk) moment kun je ze het beste zien?
A
bijvoeglijk naamwoord
B
zelfstandig naamwoord

Slide 11 - Quiz

(Wie) gaat er allemaal naar kijken vannacht?
A
bijvoeglijk naamwoord
B
zelfstandig naamwoord

Slide 12 - Quiz