De grote eindquiz i5 deel 2

De grote eindquiz
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsISK

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

De grote eindquiz

Slide 1 - Diapositive

Noem zes kamers in een huis

Slide 2 - Question ouverte

Ik ______ in Nederland.
A
woon
B
woont
C
wonen

Slide 3 - Quiz

Hoe kun je in de supermarkt betalen?

Slide 4 - Question ouverte


Wat is de hoofdstad van Nederland?
A
Utrecht
B
Den Haag
C
Rotterdam
D
Amsterdam

Slide 5 - Quiz

Wat zijn de euromunten?

Slide 6 - Question ouverte

Wat is een Nederlands eiland?
A
Groenland
B
Spitsbergen
C
Texel
D
Kriti

Slide 7 - Quiz

Wat is een ander woord voor woning?

Slide 8 - Question ouverte

Ik __________ in Nederland.
A
ben
B
is

Slide 9 - Quiz

Wat is het verschil tussen 'boven' en 'op'?

Slide 10 - Question ouverte

Wat is de kleur van Nederland?
A
rood
B
blauw
C
geel
D
oranje

Slide 11 - Quiz

Wat is een ander woord voor oma?

Slide 12 - Question ouverte

Is dit in Nederland?
A
Ja
B
Nee

Slide 13 - Quiz

Welke drie maanden vormen de zomer?

Slide 14 - Question ouverte

In Nederland wonen veel mensen op een vierkante meter. Nederland is....
A
Dunbevolkt
B
Dichtbevolkt

Slide 15 - Quiz

Welk jaargetijde komt na de winter?

Slide 16 - Question ouverte

Fatima leert Nederlands.
... leert Nederlands.
A
Hij
B
Zij

Slide 17 - Quiz

Welke dag was het eergisteren?

Slide 18 - Question ouverte

Is dit in Nederland?
A
Ja
B
Nee

Slide 19 - Quiz

Noem 5 soorten pijn.

Slide 20 - Question ouverte

Wie heeft deze quiz gewonnen?

Slide 21 - Question ouverte