T2 §WS hfst 3 NN6e les 1

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

Goedemiddag!

T2B

Leerdoelen Woordenschat hoofdstuk 3

- Ik kan vaste vergelijkingen herkennen en begrijpen

- Ik ken de betekenis van alle woorden (uit opdrachten 3 en 5) 

en de uitdrukkingen die staan in alle opdrachten van  §WS hoofdstuk 3, blz 76 e.v.

Wat zijn vaste vergelijkingen?

In een vergelijking zet je twee dingen naast elkaar die op elkaar lijken, je vergelijkt ze met elkaar.

Bijvoorbeeld: Jasper is zo sterk als een beer.
Door Jasper te vergelijken met een beer, maak je duidelijk dat Jasper heel erg sterk is.

Een vaste vergelijking maak je met de woorden '...zo....als...'

Hoe zien vaste vergelijkingen er dan uit?

Een vaste vergelijking heeft meestal de vorm: 'Zo... als...'

en

een vergelijking is ALTIJD figuurlijk bedoeld. Jasper kan natuurijk nooit ECHT zo sterk zijn als een beer.

Zo moe als een...

1. hond
2. kip
3. paard
4. ezel

Zo doof als een...

1. kolibrie
2. merel
3. kwartel
4. duif

werken als een...

1. paard
2. leraar
3. leerling
4. werkloze

Zo gezond als een...

1. pil
2. vitaminedrankje
3. vis
4. vos

Zo wit als...

1. was
2. mist
3. rook
4. sneeuw

Je maakt nu opdracht 1.1 van blz 76 op de volgende slide.

Vergeet niet de antwoorden over te schrijven in je schrift 

zodra je ze hebt nagekeken!

1a. Na de gymles was Laura zo stijf als een....

1b. De juwelendief was zo vlug als.....

1c. Mijn kleine broertje is zo bang als een ....

1d. Onze tent was zo lek als een ...

1e. De deelnemer aan de talentenjacht zingt zo vals als een ....

1f. Volgens de dokter is mijn oma zo gezond als een ....

kraai

water

vis

plank

wezel

mandje

hark

Maak nu opdracht 1.2 (blz 76)

Heb je de antwoorden van 1.1 genoteerd?

Noteer nu de betekenissen van elke zin in je schrift: dit is opdracht 1.2

Maak een foto van de antwoorden je schrift en upload deze in de volgende slide.

Maak een foto van jouw gemaakte opdracht 1.1 en 1.2 (§ woordenschat blz 76 e.v.) en upload de foto in deze slide

Huiswerk

Je leert de groene tekst van blz 76, zodat je weet wat en welke vaste vergelijkingen er zijn 

EN je maakt opdracht 1 en 3

van opdracht 2 schrijf je de onderstreepte woorden in je schrift.