§3.4 De economische wereldcrisis

De economische wereldcrisis
De tijd van wereldoorlog
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

Cette leçon contient 19 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 70 min

Éléments de cette leçon

De economische wereldcrisis
De tijd van wereldoorlog

Slide 1 - Diapositive

...twee gevolgen noemen van de economische crisis in de VS

...uitleggen dat de crisis in de VS ook gevolgen had
voor mensen in Europa

...uitleggen waarom na 1929 de populariteit
van het fascisme in Europa groeide

...de begrippen economische crisis, NSDAP,
nationaalsocialisme en NSB uitleggen
AAN HET EINDE VAN DE LES KAN JE...

Slide 2 - Diapositive

Herhalen

Klassikale uitleg

Zelfstandig werken
DOEN

Slide 3 - Diapositive

§3.1 De Eerste Wereldoorlog
§3.2 Rusland wordt communistisch
§3.3 Vrede en crisis
Repetitie hoofdstuk 3
§3.4 Opkomst
van het fascisme
Herhaling

Slide 4 - Diapositive

§3.3
Vrede
C
Voorspoed in de VS
Leerdoel:
Je kunt uitleggen dat de VS in de jaren 1920 een consumptiemaatschappij waren
Na de Eerste Wereldoorlog groeide de economie van de VS hard:
  • in Europa kon lange tijd minder voedsel verbouwd worden
  • in Europa waren fabrieken kapot geschoten
  • de VS kon veel goederen verhandelen met Europa
Begrippen:
consumptiemaatschappij 

Slide 5 - Diapositive

§3.3
Vrede
C
Voorspoed in de VS
Reactie van de Amerikaanse burgers:
  • steeds minder geld nodig voor hun basisbehoeften
    - woning
    - eten
    Dit kwam omdat lonen stegen en prijzen omlaag gingen
  • Zo wordt Amerika een consumptiemaatschappij
    - een maatschappij waarin mensen geld hebben voor luxeproducten: radio, koelkast, stofzuigers

Slide 6 - Diapositive

§3.3
Vrede
C
Voorspoed in de VS
Amerikaanse burgers willen steeds meer 
  • zij lenen geld van de bank en kopen meer luxeproducten zoals een auto

Amerikaanse bedrijven willen steeds meer:
  • zij lenen geld van de bank en kopen betere machines of bouwen nieuwe fabrieken

Bedrijven verkopen aandelen:
  • een aandeel is een stukje eigendom van het bedrijf
  • gaat het goed met het bedrijf, dan is je aandeel veel geld waard
  • de waardes van de aandelen stijgen jarenlang tot enorme hoogten 

Slide 7 - Diapositive

IETS NIEUWS LEREN

Slide 8 - Diapositive

§3.4
De economische wereldcrisis
A
De crisis breekt uit
Leerdoel:
Je kunt twee gevolgen noemen van de economische crisis in de Verenigde Staten
In 1929 komt er een einde aan de groei van de Amerikaanse economie:
  • Bedrijven verkochten minder, maakten minder winst
  • Veel Amerikanen waren bang dat aandelen minder waard werden. Ze gingen ze te koop aanbieden
  • Op 1 dag werden miljoenen aandelen te koop aangeboden
  • Aandelen waren in 1 klap niets meer waard
Begrippen:
Economische crisis

Slide 9 - Diapositive

§3.4
De economische wereldcrisis
A
De crisis breekt uit
Dit had grote gevolgen:
  • Veel banken, bedrijven, burgers raakten hun geld kwijt
    - banken gingen failliet
    - bedrijven gingen failliet
    - mensen raakten werkloos
    - zij konden leningen niet terugbetalen aan de bank
    - zij kochten minder
    - nog meer banken gingen failliet
    - nog meer bedrijven gingen failliet
    - miljoenen mensen raken werkloos

  • De Verenigde Staten belandt in een economische crisis

Slide 10 - Diapositive

§3.4
De economische wereldcrisis
A
De crisis breekt uit
Reactie Amerikaanse regering:
  • In eerste instantie: zij doen niks. Denken dat de crisis wel vanzelf wordt opgelost. 
    Dit gebeurde niet:
    - 1929: 1 1/2 miljoen werklozen 
    - 1932: 12 miljoen werklozen
  • 1933: een nieuwe president: Franklin Roosevelt. 
    Plan om de crisis op te lossen:
    - grote bouwprojecten zoals wegen, stuwdammen.
    - 100.000den mensen kwamen zo weer aan het werk

Slide 11 - Diapositive

§3.4
De economische wereldcrisis
B
Wereldcrisis
Leerdoel:
Je kunt uitleggen dat de crisis in de Verenigde Staten ook gevolgen had voor mensen in Europa 
De economische crisis was merkbaar over de hele wereld:
  • bedrijven verkochten minder en maakten minder winst
  • werkloosheid nam toe
  • handel tussen verschillende landen nam af.

Vanaf 1930:  wereldwijde economische crisis.

Slide 12 - Diapositive

§3.4
De economische wereldcrisis
B
Wereldcrisis
Ook in Nederland:
  • Minder handel, dus minder werk in scheepvaart en havens.
  • Bedrijven verkochten minder producten
  • Bedrijven ontsloegen personeel of gingen failliet
  • 1936: 25% werkloos

Slide 13 - Diapositive

§3.4
De economische wereldcrisis
B
Wereldcrisis
En in Duitsland:
  • De economie stort compleet in
  • 1932: 33% werkloos
  • Mensen verloren alle hoop in de toekomst en in de democratisch gekozen regering. 

Slide 14 - Diapositive

§3.3
Vrede
B
Het fascisme
Kenmerken van het fascisme:
  • een sterke leider die alle macht heeft en problemen snel kan oplossen
    - iedereen moet hem gehoorzamen, want hij weet wat het beste is voor het land
  • een sterke eenheid van het volk maken:
    - burgers zetten zich massaal in voor het land
    - voor mensen met een andere mening is geen ruimte
  • extreem nationalisme
    - hun volk is beter dan andere volken
    - willen hun land groot en machtig maken
  • geweld gebruiken om je doel te behalen is normaal
    - door te vechten laat je zien hoe sterk je bent
    - fascisten dragen vaak uniformen en marcheren door de straten
Even terugkijken!!!

Slide 15 - Diapositive

§3.4
De economische wereldcrisis
C
Het fascisme groeit
Leerdoel:
Je kunt uitleggen waarom na 1929 de populariteit van het fascisme in Europa groeide.
Door de economische crisis, groeit het fascisme. Zo ook in Duitsland.

Daar verloren veel mensen het geloof in de democratisch gekozen regering. Hun stemmen gingen naar een nieuwe partij: Nationaal Socialistische Duitse Arbeiderspartij (NSDAP) van Adolf Hitler

Begrippen:
NSDAP
nationaalsocialisme
NSB

Slide 16 - Diapositive

§3.4
De economische wereldcrisis
C
Het fascisme groeit
De ideeën van Hitler spraken mensen erg aan:
  • Duitsland had een machtige leider nodig om problemen op te lossen
  • Het volk moet een eenheid zijn en luisteren naar zijn leider
  • De overheid mag geweld gebruiken om voor elkaar te krijgen wat ze willen
  • Duitsland moest weer sterk worden, het Verdrag van Versailles moest verdwijnen
  • De Joden kregen de schuld van alle economische problemen

Slide 17 - Diapositive

§3.4
De economische wereldcrisis
C
Het fascisme groeit
De ideeën van Hitler lijken veel op die van Mussolini.

1 verschil: Hitler had grote haat tegen de Joden. 

De ideeën van Hitler noemen we nationaalsocialisme

Slide 18 - Diapositive

§3.4
De economische wereldcrisis
C
Het fascisme groeit
Nederland kreeg ook een fascistische partij: de NSB

Leider: Anton Mussert.

Veel ideeën gekopieerd van Adolf Hitler.

De crisis zorgt ervoor dat de NSB gaat groeien, maar nooit groter dan 8%

Slide 19 - Diapositive