th_H3.4

Deze les gaat over hoofdstuk 3.4
Je kan de les zelfstandig doorwerken.
Succes!
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Deze les gaat over hoofdstuk 3.4
Je kan de les zelfstandig doorwerken.
Succes!

Slide 1 - Diapositive

Wanneer kookt een vloeistof?
In de vorige les hebben we het over koken gehad. 

Water kookt bij 100 °C. 
100 °C is het kookpunt van water

Slide 2 - Diapositive

Water kan verdampen (van vloeibaar naar gas)
Als je een glas met (vloeibaar) water op tafel laat staan dan verdampt de vloeistof een beetje.

Aan het oppervlak van de vloeistof (bij de rode pijl) gaat water over van de vloeibare naar de gasfase
--> De verdamping gaat langzaam

Slide 3 - Diapositive

Water kan koken
Je kan water verwarmen totdat het gaat koken.
Koken is een speciale manier van verdampen. Als water kookt dan verdampt het niet alleen aan het oppervlak, maar overal in de vloeistof

Water kookt altijd bij 100 °C. De temperatuur stijgt niet meer, ook al blijf je het verwarmen.

Als je aardappels kookt op het fornuis, dan blijft de temperatuur van het water de hele tijd 100 °C.


Slide 4 - Diapositive

Maak nu opgave 2 en 3 uit je boek
Je kan water verwarmen totdat het gaat koken. 

Water kookt altijd bij 100

Slide 5 - Diapositive

Elke stof heeft een eigen kookpunt
Maar zoals je weet koken niet alle stoffen bij 100 °C. Alle stoffen hebben een eigen kookpunt. 
Alcohol kookt bijvoorbeeld bij 78 °C. Als je vloeibare alcohol verwarmt dan gaat het bij 78 °C bubbelen en verdampt het overal in de vloeistof. 

Slide 6 - Diapositive

In deze tabel zie je de kookpunten van een aantal stoffen. Kan je vinden welke stof bij 1751 °C gaat koken?

Slide 7 - Diapositive

Stoffen hebben niet alleen een eigen kookpunt, maar ook een eigen smeltpunt. Bij die temperatuur smelt de stof (gaat het over van de vaste naar de vloeibare fase). In de tabel zie je bij welke temperatuur de stoffen smelten.

Slide 8 - Diapositive

Kan je in de tabel vinden bij welke temperatuur tin overgaat van een vaste stof in een vloeistof (wanneer het smelt)?

Slide 9 - Diapositive

Het smeltpunt van een stof is hetzelfde als het vriespunt. Ijs smelt bij 0 °C. Water bevriest bij 0 °C.

Slide 10 - Diapositive

Kijk in de tabel en vul aan:
Vast aluminium smelt bij ...°C. Vloeibaar aluminium stolt/bevriest bij ...°C.

Slide 11 - Diapositive

Maak nu opgaven 5 en 6 uit je boek.
Met opgaven 5 en 6 oefen je om in de tabel op te zoeken wanneer stoffen koken of bevriezen.

Het werkblad van opgave 5 heb ik voor jullie geprint. 

Slide 12 - Diapositive

Je gaat nu een paar vragen beantwoorden zodat je kan controleren wat je weet.

Slide 13 - Diapositive

Een vloeistof verdampt altijd een beetje
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quiz

De bellen die je ziet als je water laat koken zijn gevuld met waterdamp (gas).
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quiz

Door een vloeistof te laten koken verdampt het...
A
...langzamer
B
...sneller

Slide 16 - Quiz

Voor deze vraag heb je tabel 1 uit hoofdstuk 3.4 nodig.

Als de temperatuur van een stof tussen het smeltpunt en het kookpunt ligt dan is de stof...
A
Vast
B
Vloeibaar
C
Gas

Slide 17 - Quiz

Voor deze vraag heb je tabel 1 uit hoofdstuk 3.4 nodig.

Als de temperatuur van een stof onder het smeltpunt ligt dan is de stof...
A
Vast
B
Vloeibaar
C
Gas

Slide 18 - Quiz

Voor deze vraag heb je tabel 1 uit hoofdstuk 3.4 nodig.

Als de temperatuur van een stof boven het kookpunt ligt dan is de stof...
A
Vast
B
Vloeibaar
C
Gas

Slide 19 - Quiz

Voor deze vraag heb je tabel 1 uit hoofdstuk 3.4 nodig.

In welke fase is glycerol als het 10 °C is?

Slide 20 - Question ouverte

Dit is de laatste opgave
Het vriespunt van water is 0  °C. Als het buiten vriest, dan is kan dat gevaarlijk zijn, omdat er ijs op de wegen ontstaat. 
Door het water te mengen met zout, gaat het vriespunt omlaag. Het water op de weg bevriest niet meer bij 0  °C, maar bijvoorbeeld bij - 5 °C.
Als er al ijs ligt dan kan het smelten als het gemengd wordt met zout, ook al is de temperatuur lager dan 0 °C (het smeltpunt wordt ook verlaagd).
Opgave 7  gaat over het verlagen van het vriespunt van water. Maak nu deze opgave.

Slide 21 - Diapositive