1. Ik kan uitleggen waarom de Nederlanders in opstand kwamen tegen de Spanjaarden.
2. Ik kan de gevolgen beschrijven van de Opstand voor de inwoners van de Republiek.
3. Ik kan vertellen waarom Willem van Oranje werd vermoord
4. Ik kan vertellen wat de afkortingen VOC en WIC betekenen
5. Ik kan uitleggen waarom de VOC en WIC werden opgericht
6. Ik kan uitleggen waarom deze periode de Gouden Eeuw wordt genoemd.