Communicatie - Week 7

Communicatie 
Periode 1 - Lesweek 7



1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
WelzijnMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Communicatie 
Periode 1 - Lesweek 7



Slide 1 - Diapositive

Les 1
Dinsdag 13.15 - 14.45

Slide 2 - Diapositive

Lesplanning 
Terugblik module 1 met Kahoot

Daarna starten we met de nieuwe module! 
Technologie in de maatschappelijke zorg - Module 5: Communicatie met zorgtechnologie

- Uitleg theorie Module 5 H1.1 en 1.2
- Uitleggen eindopdracht
- Zelfstandig werken in de licentie en bezig met de eindopdracht van periode 1

Slide 3 - Diapositive

Communicatie met zorgtechnologie
Technologische innovaties in de maatschappelijke zorg zijn niet meer weg te denken

Wat komt in deze module aan bod? 
  • Hoe je communiceert via zorgtechnologie
  • Hoe je omgaat met de informatie die je krijgt uit deze technologie
  • Wat je hieraan hebt als zorgprofessional 
  • Hoe je die informatie verwerkt

Pas als jij zelf de toegevoegde waarde ziet van zorgtechnologie, kun je de cliënt hierin meenemen!


Slide 4 - Diapositive

1. Communiceren en informatie verzamelen via zorgtechnologie
Zorgtechnologie zorgt ervoor dat je als (persoonlijk) begeleider extra ogen en oren hebt om jouw cliënt nog beter te kunnen ondersteunen. 

Om deze technologie verantwoord te kunnen inzetten zijn een aantal randvoorwaarden van belang: 
  • Mensen: het hebben van kennis en vaardigheden om zorgtechnologie te kunnen toepassen en het kunnen communiceren hierover
  • Informatie: hoe kom je aan informatie en hoe gebruik je deze informatie in het ondersteuningsproces aan de cliënt
  • Procedures: hoe ga jij je werk anders inrichten door de inzet van technologie? 



Slide 5 - Diapositive

Welke voorbeelden ken je van communiceren met zorgtechnologie?

Slide 6 - Question ouverte

1.1 Communiceren via zorgtechnologie
Ondersteuning op afstand is het verlenen van ondersteuning door gebruik te maken van informatie- en communicatietechnologie.

Bij ondersteuning op afstand ben jij niet in dezelfde ruimte aanwezig als de cliënt. 
Je verleent zorg en ondersteuning door gebruik te maken van digitale hulpmiddelen 
(computer, laptop, tablet, smartphone, sensoren, app, internet)

Twee veelgebruikte voorbeelden van zorgtechnologie waarmee je communiceert en informatie ophaalt: 
  • Beeldbellen 
  • Gebruiken van sensoren 


Slide 7 - Diapositive

Beeldbellen
  • Op afstand kunnen communiceren met cliënten 
  • Observeren: informatie verkrijgen over de cliënt


Door de uitbraak van het COVID-19-virus is beeldbellen in de (maatschappelijke) zorg in een stroomversnelling gekomen. 
Beeldbellen wordt sindsdien gebruikt als:
- Hulpmiddel tijdens de ondersteuning;
- Contactmiddel tussen cliënt en (persoonlijk) begeleider;
- Contactmiddel tussen cliënt en familie;
- Contactmiddel tussen (persoonlijk) begeleiders onderling.




Slide 8 - Diapositive

1.2 Het verkrijgen van informatie via beeldbellen
Het communiceren via beeldbellen gebeurt meestal om twee redenen: 
  • Het ophalen of geven van informatie 
  • Het realiseren van een ondersteuningsdoel

    Beeldbellen kan ingezet worden in verschillende situaties in de maatschappelijke zorg, bijvoorbeeld bij:

- het afnemen van een anamnese;
- het observeren van een cliënt;
- het voeren van een gesprek met een cliënt;
- het verkrijgen van informatie van een cliënt;
- het verlenen van ondersteuning aan een cliënt;
- het verkrijgen van contact met of informatie van familie als de cliënt niet kan communiceren;
- het geven van informatie aan de cliënt of familie;
- het houden van een multidisciplinair overleg of gesprek met andere professionals, cliënt en/of familie;
- het geven van advies, instructie en voorlichting.








Slide 9 - Diapositive

Noem een voor- en een nadeel van beeldbellen?

Slide 10 - Question ouverte

Nadelen beeldbellen

Het ophalen van informatie voor het ondersteuningsplan doe je normaal gesproken door een gesprek te voeren, vragen te stellen, te observeren en eventueel door het meten van vitale functies. Vragen stellen en meten leveren jou feiten op. Tijdens het observeren gebruik je je zintuigen en neem je de cliënt en zijn omgeving in je op.

Je ziet, je hoort, je ruikt en je voelt. Alle informatie die je opneemt, zorgt voor het beeld dat jij krijgt van de cliënt. Daarbij is het ook belangrijk om te weten hoe de omgeving van de cliënt eruitziet. Is iemand verzorgd of onverzorgd, is een huis opgeruimd of is het chaotisch? Tijdens de ondersteuning van de cliënt heb je daar extra aandacht voor.
Tips bij communicatie via beeldbellen

- Test eerst met een bekende
- Zorg voor een beveiligde applicatie (wachtwoord of dubbele authenticatie en beveiligde internetverbinding)
- Test je wifi 
- Zorg voor een rustige, fijne plek en een rustige achtergrond
- Zorg voor een stille ruimte waar je niet wordt afgeleid
- Maak gebruik van oortjes of een koptelefoon zodat je alles beter kunt horen
- Zorg dat jijzelf en de cliënt goed in beeld zitten
- Besteed bij het eerste contact met beeldbellen extra aandacht aan de veiligheid en privacy. Zorg dat er niemand kan meeluisteren of meekijken.
- Wees je ervan bewust dat de cliënt die voor de eerste keer gebruik maakt van beeldbellen tijd nodig heeft om te wennen.
- Zorg dat de cliënt weet hoe het werkt
- Let goed op dat je het gesprek ook echt afsluit in verband met de privacy.

Slide 11 - Diapositive

Voordelen beeldbellen
- Minder fysieke bezoeken, maar dezelfde kwaliteit van ondersteuning
- Minder reistijd nodig: meer cliënten helpen
- Flexibele ondersteuningsmomenten

- Je ziet cliënten nog steeds in hun eigen omgeving, alleen is dat niet meer tijdens ieder ondersteuningsmoment. 

 Een win-winsituatie voor de cliënt, voor jou als (persoonlijk) begeleider en voor de organisatie.

Welke soort zorg kun je niet leveren via beeldbellen?  

 Blended care is belangrijk!


Slide 12 - Diapositive

Eindopdracht Communicatie Leerjaar 1 - Periode 1
Opdracht 1: Beroepshouding
1. Geef jouw beroepshouding in het beroepshoudingformulier een score van een onvoldoende, voldoende of een goed. 
Waar vind jij dat je op dit moment staat?

2. Leg vervolgens uitgebreid uit waarom je jezelf dat cijfer geeft. Doe dit aan de hand van de volgende stappen:
- Geef concrete voorbeelden van situaties waarin je dat hebt laten zien en/of juist niet hebt laten zien.
- Vertel wat je daarin nog graag wilt leren en waarom, leg daarin een link naar het werkveld.
- Beschrijf hoe je hieraan wilt gaan werken.




Slide 13 - Diapositive

Opdracht 2: Feedback

1. Je gaat individueel een infographic maken die weergeeft wat belangrijk is rondom feedbackvaardigheden.
• Kies hoe je de infographic vorm wilt geven, op papier of online.
• Zoek op internet een voorbeeld van een infographic.
• Zoek een tool waarmee je een infographic kunt maken of ga aan de slag op A3 papier.
• Werk daarna de volgende onderdelen uit in een infographic:
Betekenis feedback, belang van feedback, vormen feedback, regels bij het geven van feedback, regels bij het ontvangen van feedback, belang van feedback.
• Maak de infographic aantrekkelijk! Gebruik kleuren, afbeeldingen, kreten

Slide 14 - Diapositive

Aan de slag!
Wat moet je vandaag afmaken  
Licentie Communicatie en Ondersteunen
  1. Module 1: Alle opdrachten hoofdstuk 1 t/m 3 afronden + praktijksituatie Finn
  2. Opdracht Pinto in Teams

Huiswerk deze les:
Licentie Technologie in de maatschappelijke zorg
  1. Module 5, hoofdstuk 1: opdracht 1 t/m 5
  2. Starten met eindopdracht Periode 1

Slide 15 - Diapositive

Les 2
Vrijdag 8.30 - 9.30

Slide 16 - Diapositive

Lesplanning 
- Terugblik H1.1 + 1.2
- Theorie H1.3 t/m 1.6
- Zelfstandig werken in de licentie en bezig met de eindopdracht van periode 1

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

1.3 Het verkrijgen van informatie via sensoren
Via sensoren communiceer je niet direct met de cliënt, maar de technologie geeft je informatie over de toestand van de cliënt. Als er in de nacht acht keer een sensor is afgegaan omdat de cliënt uit bed kwam om naar het toilet te gaan, weet je dat hij geen goede nacht heeft gehad, vaak moet plassen of erg onrustig is. 

Sensoren geven informatie die (persoonlijk) begeleiders helpt om beter inzicht te krijgen in de ondersteuningsvraag van cliënten. Informatie = een van de belangrijkste onderdelen bij het ondersteunen van cliënten: g
Goede inschatting maken van de situatie van de cliënt! (vooral in de langdurige zorg, en in de zorg aan cliënten die zelf niet in staat zijn om informatie te geven) 













Slide 19 - Diapositive

Welke informatie zou jij via sensoren willen krijgen als persoonlijk begeleider?

Slide 20 - Question ouverte

Informatie over:
- De geschiedenis van de cliënt
- Eventueel aanwezige allergieën
- De sociale omstandigheden van de cliënt en mantelzorg
- De situatie van de cliënt op dat moment (observaties)
- De meetgegevens van de vitale functies

Gebruikt iemand nog wel de koelkast? 
Hoe vaak gaat iemand naar het toilet?
Hoe vaak gaat iemand naar buiten? 
Slaapt de cliënt in zijn bed? 
Is het tijd om iemand te verschonen? 

Hoe worden sensoren gebruikt in de zorgtechnologie?
Denk aan;

  • Leefstijlmonitoring
  • Slimme sensoren met virtuele nachtrondes
  • Slimme sensoren bij incontinentiezorg
  • Leefcirkels in de langdurige zorg

Voorbeelden van leefcirkels:
cirkel 1: alleen op de eigen afdeling;
cirkel 2: de afdeling en het restaurant;
cirkel 3: de afdeling, het restaurant en de tuin;
cirkel 4: de afdeling, het restaurant, de tuin en naar buiten.

Slide 21 - Diapositive

Leefstijlmonitoring
Voordelen van leefstijlmonitoring:
  • minder zorgen en ongerustheid;
  • inzicht in of de cliënt nog zelfstandig naar de slaapkamer gaat, naar het toilet gaat, beweegt in huis, de keuken of koelkast nog bezoekt, en of de cliënt nog zelfstandig het huis verlaat en weer terugkomt;
  • direct inzage in gegevens en daarmee meer regie;
  • sneller kunnen acteren op verontrustende situaties.

    Doel: 
  • Betere fysieke en mentale resultaten voor de cliënt, 
    voorkomen van opnames en
    beter afgestemde zorg op de werkelijke vraag of situatie.








Slide 22 - Diapositive

1.4 Informatie verkrijgen en begrijpen via zorgtechnologie

Als het goed is, geeft verkregen informatie je (nieuwe) inzichten. Je hebt iets aan informatie als je deze ook kunt begrijpen. Je vormt een mening over de verkregen informatie. Met die informatie kun je de cliënt beter ondersteunen.

Sensoren geven meetgegevens. Deze meetgegevens worden ook wel data genoemd. Data zijn gegevens (van bijvoorbeeld cliënten) die in digitale vorm beschikbaar zijn.

Slide 23 - Diapositive

1.5 Invloed van beeldbellen en sensoren op het werkproces
Door de inzet van technologie bij de ondersteuning van cliënten verandert jouw werk als (persoonlijk) begeleider. Dit komt omdat je meer informatie krijgt, informatie die je eerst niet had. Dit zorgt ervoor dat jij die informatie niet meer hoeft op te halen bij de cliënt, want je ziet de informatie direct in een app.

Slide 24 - Diapositive

1.6 AVG en technologie gericht op communicatie en informatie

Je mag technologie niet zomaar inzetten. 

Er zijn wetten waar je als (persoonlijk) begeleider rekening mee moet houden. 

Binnen deze wetten zijn regels opgesteld over hoe om te gaan met het gebruiken van technologie voor cliënten.











Slide 25 - Diapositive

Wie weet wat er in de AVG staat?

Slide 26 - Question ouverte

AVG
Algemene Verordening Gegevensbescherming 
Hoe persoonsgegevens worden verzameld en hoe organisaties hier zorgvuldig mee om moeten gaan
Doen organisaties dit niet --> boete 

De volgende vragen kunnen gesteld worden:
 Welke gegevens worden gemeten en met welk doel?
Welke gegevens worden opgeslagen en voor hoe lang? 
Zijn gegevens op naam terug te vinden? 
Wie mag de gegevens bekijken? 
Hoe loggen we veilig in? 

Lees je goed in: de privacy regels zijn belangrijk! 

Slide 27 - Diapositive

Aan de slag!
Check voor jezelf of dit af is:
Licentie Communicatie en Ondersteunen
- Module 1: Alle opdrachten hoofdstuk 1 t/m 3 afronden + praktijksituatie Finn
- Opdracht Pinto in Teams

Digitale leeromgeving
- Licentie Technologie in de maatschappelijke zorg, module 5, hoofdstuk 1
Opdrachten niveau 4: alle opdrachten

- Eindopdracht Periode 1

Slide 28 - Diapositive