K4 Van productie tot afvalverwerking

K4 stoffen & materialen: Van productie tot afvalverwerking
1 / 40
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 40 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

K4 stoffen & materialen: Van productie tot afvalverwerking

Slide 1 - Diapositive

Grondstoffen
Stoffen die we uit de natuur halen om uiteindelijk een eindproduct van te maken

Slide 2 - Diapositive

Wat zijn grondstoffen uit het milieu?
A
Bier, wijn, brood, chips
B
druif, olie, bier, goud
C
olie, goud, bier, wijn
D
wol, goud, druif, water

Slide 3 - Quiz

Wat is een voorbeeld van grondstoffen?
A
Olie
B
Rubber
C
Een tafel
D
De nieuwste Playstation

Slide 4 - Quiz

Grondstoffen voor glas zijn
A
klei, soda
B
zand, kalk en soda
C
aardolie, kalk

Slide 5 - Quiz

Wat zijn de grondstoffen van brood?
A
Water - eieren - bloem
B
Water - bloem - gist - zout
C
Bloem - eieren - zout - olie
D
Water - gist - eieren - suiker

Slide 6 - Quiz

wat zijn natuurlijke grondstoffen
A
wol
B
katoen
C
polyester
D
viscose

Slide 7 - Quiz

De winning van grondstoffen is....
A
belastend voor het milieu
B
niet belastend voor het milieu

Slide 8 - Quiz

Wat zijn de grondstoffen voor fotosynthese?
A
water en zonlicht
B
koolstofdioxide en bladgroen
C
zonlicht en bladgroen
D
water en koolstofdioxide

Slide 9 - Quiz


Wat zijn grondstoffen?
A
natuurlijk materiaal dat de basis vormt voor een product
B
Onnatuurlijk materiaal dat de basis vormt voor een product
C
Producten als lakens, hoefijzers, brood en ander verwerkt materiaal.
D
ruw materiaal dat nog bewerkt moet worden om er een product van te maken

Slide 10 - Quiz

Productie
De grondstoffen worden samengevoegd en in fabrieken wordt een stof gemaakt.

Slide 11 - Diapositive

Halffabricaat
Het materiaal moet eerst nog ergens anders bewerkt worden vóórdat je het eindproduct hebt.
"tussenproduct"

Slide 12 - Diapositive

Tijdens de productie van een stof zijn er een aantal milieubelastende onderdelen, welke?

Slide 13 - Question ouverte

Transport
Het eindproduct moet vervoerd worden naar de plaats van bestemming via;
  • Vrachtwagen
  • Boot
  • Vliegtuig

Slide 14 - Diapositive

Beter zorgen voor de planeet
En grondstoffen dus hergebruiken of recyclen

Slide 15 - Diapositive


Recyclen & hergebruiken


Stoffen kan je scheiden, zodat daarna kan worden gekozen om de stoffen te hergebruiken of te recyclen.


 

Slide 16 - Diapositive

Op welke manier kan glas gescheiden worden?

Slide 17 - Question ouverte

Waar wordt papier gescheiden?

Slide 18 - Question ouverte

GFT
Groente, Fruit en Tuinafval
Denk aan; mandrijenschillen, klokhuizen, onkruid, overrijpe banenen, blad van de bloemkool etc.
Al het natuurlijk afval

Slide 19 - Diapositive

KCA
Klein Chemisch Afval
Batterijen, lampen, verf, motorolie, benzine, medicijnen, zware metalen

Slide 20 - Diapositive

Textiel
Kleding, handdoeken, sokken etc.
Alles wat gemaakt is van stoffen kan worden ingeleverd bij diverse bakken bij Reinis of textielbakken

Slide 21 - Diapositive

Is er sprake is van hergebruik of recyclen? Sleep naar het juiste vakje
Hergebruik
Recycling

Slide 22 - Question de remorquage

Koppel het afval in de rechterkolom aan de afvalsoorten in de linkerkolom door ze te slepen.
Textiel
Glas
Karton
KCA
Elektrische apparaten
Crème potjes
folders
Handdoeken
Krultang
Spaarlampen

Slide 23 - Question de remorquage

GFT
PMD
KCA
Drinkpakken
Batterijen
Verfblik
Bananenschil
Gemaaid gras
Cola blikje
Boterhamzakje

Slide 24 - Question de remorquage

Waarom blijft recycling een uitdaging?
Nieuw plastic
is goedkoper
Saai werk
Sorteren is ingewikkeld
Plastic is vaak 
al kapot
Er zijn te veel verschillende 
soorten plastic
Te duur

Slide 25 - Question de remorquage

Binas tabel 43
Geeft aan welke stoffen waar gescheiden kunnen worden, of ze recyclebaar zijn en wáár in het kan worden gerecycled.

Slide 26 - Diapositive

Wat is recyclen?
A
Het verbranden van een product
B
Het hergebruiken van een product
C
Het verwerken tot een nieuw product

Slide 27 - Quiz

Wat hoort er NIET bij GFT afval?
A
appel
B
bladeren
C
beker
D
takken

Slide 28 - Quiz

Wat betekent GFT?
A
Geel fruit en tomaten
B
Groen fruit en tuin
C
Gras, fruit en tuin
D
Groente, fruit en tuin

Slide 29 - Quiz

Welke uitspraak over de verwerking van KCA is niet juist?
A
Er kunnen nieuwe stoffen van worden gemaakt (zoals verf)
B
KCA mag niet bij het restafval.
C
KCA kun je apart bij de milieustraat inleveren.
D
De A staat voor "Afvoeren"

Slide 30 - Quiz

Wat betekent KCA
A
Klein Chemisch Afval
B
Koper, Chloor en Aluminium afval
C
Kortbestaand Chemisch Afval
D
Kleine Chemische Aanwinst

Slide 31 - Quiz

KLEIN CHEMISCH AFVAL Kca: DIT PRDUCT MAG JE NIET IN DE GEWONE VUILNISBAK GOOIEN MAAR APART INLEVEREN
A
B
C
D

Slide 32 - Quiz

Niet herbruikbaar of recyclebaar?



Deze stoffen worden verbrand of gestort

Slide 33 - Diapositive

Verbranden
Nadeel: Er komen schadelijke stoffen in de lucht, zoals kankerverwekkende of giftige stoffen
Voordeel: De warmte die vrijkomt kan weer opnieuw gebruikt worden

Slide 34 - Diapositive

Storten
Stoffen worden ergens opgeslagen totdat het vergaat of ergens anders voor gebruikt kan worden. Neemt veel ruimte in; gaat dus ten koste van het milieu/natuur.

Slide 35 - Diapositive

Milieuproblemen
Als we niet recyclen en beter omgaan met de stoffen van de planeet hebben we te maken met de volgende gevolgen:

  • bodem, lucht en waterverontreiniging
  •  uitputting van natuurlijke bronnen
  • duurzaamheid

Slide 36 - Diapositive

Luchtverontreiniging
Smog
Veroorzaakt door Stikstofoxiden (NOx)
Gevolg: brandende neus, brandende keel, snel buiten adem, hartproblemen, longziekten

Slide 37 - Diapositive

Luchtverontreiniging
Zure regen
Veroorzaakt door Zwaveldioxide (SO2) en stifstofoxide (NOx)
Gevolg: bomen en gesteentes raken aangetast.

Slide 38 - Diapositive

Uitputting natuurlijke bronnen
Als fossiele brandstoffen opraken kan er bijvoorbeeld geen elektrische of chemische energie meer worden opgewekt. Lampen, auto's, gasfornuizen werken dan niet meer.

Slide 39 - Diapositive

Duurzaamheid
Door goed met de natuur om te gaan kunnen we duurzaam om gaan met de natuur. We zorgen er zo voor dat stoffen niet opraken en dat de Aarde niet uitgeput raakt.

Slide 40 - Diapositive