Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Grammatica: woordsoorten
Klas 3
Grammatica: woordsoorten
1 / 16
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Cette leçon contient
16 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositive de texte
.
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Klas 3
Grammatica: woordsoorten
Slide 1 - Diapositive
Wat hoort bij taalkundig ontleden?
A
Onderwerp
B
Zelfstandig naamwoord
C
Werkwoordelijk gezegde
D
Persoonsvorm
Slide 2 - Quiz
Wat hoort bij taalkundig ontleden?
A
Zinsdelen
B
Onderwerp
C
Voorzetsel
D
Werkwoordelijk gezegde
Slide 3 - Quiz
De brand heeft het oude boerderijtje verwoest.
________
A
werkwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
voorzetsel
Slide 4 - Quiz
De brand heeft het oude boerderijtje verwoest.
______________
A
werkwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
voorzetsel
Slide 5 - Quiz
De brand heeft het oude boerderijtje verwoest.
_______
A
werkwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
voorzetsel
Slide 6 - Quiz
De brand heeft het oude boerderijtje verwoest.
___________
A
werkwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
voorzetsel
Slide 7 - Quiz
Welke voorzetsels herken je?
De vriendelijke oude man liep naar een klein huisje op de berg.
A
op, oude
B
naar, op
C
vriendelijke, , naar
D
vriendelijke, kleine
Slide 8 - Quiz
Wie heeft het schoolfeest georganiseerd?
'wie' =
A
aanwijzend voornaamwoord
B
persoonlijk voornaamwoord
C
vragend voornaamwoord
D
bezittelijk voornaamwoord
Slide 9 - Quiz
Het mooie meisje, dat daar staat, is heel timide.
'mooie' =
A
aanwijzend voornaamwoord
B
bijvoeglijk voornaamwoord
C
lidwoord
D
bezittelijk voornaamwoord
Slide 10 - Quiz
Ik ben benieuwd naar de cijfers.
"naar" =
A
voorzetsel
B
bijwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
aanwijzend voornaamwoord
Slide 11 - Quiz
Vandaag zijn we naar de zee gegaan
"we" =
A
bezittelijk voornaamwoord
B
persoonlijk voornaamwoord
Slide 12 - Quiz
Zij verwachtte veel van het feest.
"van" =
A
bijwoord
B
voorzetsel
C
lidwoord
D
telwoord
Slide 13 - Quiz
Ik zou hem dat vorige week gegeven hebben.
"zou" =
A
zelfstandig naamwoord
B
bijvoeglijk naamwoord
C
werkwoord
Slide 14 - Quiz
Ik zal je nog wel even mailen.
"mailen" =
A
aanwijzend voornaamwoord
B
zelfstandig werkwoord
C
bijwoord
D
bijvoeglijk naamwoord
Slide 15 - Quiz
Daar zijn de resten van een Romeinse villa gevonden.
"zijn" =
A
bijwoord
B
werkwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
Slide 16 - Quiz
Plus de leçons comme celle-ci
Grammatica: woordsoorten
Mai 2023
- Leçon avec
18 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
15-11 2a 2b
Novembre 2022
- Leçon avec
47 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
H2 HV Grammatica bijvoeglijk naamwoord
Juillet 2022
- Leçon avec
37 diapositives
Nederlands
Basisschool
Groep 6
Woordsoorten
Mars 2020
- Leçon avec
23 diapositives
Nederlands
Woordsoorten
Juin 2020
- Leçon avec
19 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Woordsoorten
Avril 2021
- Leçon avec
31 diapositives
Nederlands
Woordsoorten: ZN, LW en WW
Décembre 2021
- Leçon avec
23 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo
Leerjaar 1
Grammatica: woordsoorten
Octobre 2022
- Leçon avec
14 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3