boek 2.21-30

boek 2.21-30
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

boek 2.21-30

Slide 1 - Diapositive

Tenedos (r. 21) staat in de
A
nom ev
B
abl ev
C
nom mv
D
acc mv

Slide 2 - Quiz

Fama staat in de :
(dit weet je door het metrum)
A
nom ev v
B
abl ev v
C
nom mv p
D
acc mv o

Slide 3 - Quiz

insula staat in de :
(dit weet je door het metrum)
A
nom ev v
B
abl ev v
C
nom mv p
D
acc mv o

Slide 4 - Quiz

notissma (r. 21) congrueert dus met:
(want dit kun je ook aan het metrum zien)
A
fama
B
insula

Slide 5 - Quiz

opum (r. 22) staat in de:
A
nom ev o
B
acc ev o
C
acc ev m
D
gen mv o

Slide 6 - Quiz

Priami (r. 22) is een genitivus en bvb bij:

Slide 7 - Question ouverte

carinis (r. 23) staat in de
A
nom ev
B
gen ev
C
dat mv
D
abl mv

Slide 8 - Quiz

Nos abiisse rati et vento petiisse Mycenas.
Lees: nos rati sumus
- eos abiise
- et vento petiise Mycenas

Slide 9 - Diapositive

Sleep de juiste eigenschappen naar de vorm:
rati sumus
(r. 25)
1
2
3
ev
mv
prae
impf
fut
perf
plq pf
fut ex
A
P
ind
imp
conj

Slide 10 - Question de remorquage

Welke functie heeft nos (r. 25)?
A
onderwerp bij rati sumus
B
onderwerp bij abisse
C
LV
D
BwB

Slide 11 - Quiz

Welke consrtuctie volgt op nos rati sumus?

Slide 12 - Question ouverte

Nos abiisse rati et vento petiisse Mycenas.
Wij meenden dat ze waren vertrokken en met de wind naar Mycene waren gegaan. 

Slide 13 - Diapositive

Ergo omnis longo solvit se Teucria luctu;
Dus maakt heel Troje zich los van het langdurige verdriet:

Slide 14 - Diapositive

Sleep de juiste eigenschappen naar de vorm:
solvit
(r. 26)
1
2
3
ev
mv
prae
impf
fut
perf
plq pf
fut ex
A
P
ind
imp
conj

Slide 15 - Question de remorquage

omnis (r. 26) congrueert met:

Slide 16 - Question ouverte

longo (r. 26) congrueert met:

Slide 17 - Question ouverte

panduntur portae, iuvat <nos>
- ire 
- et Dorica castra  desertosque videre locos litusque relictum:

de poorten worden geopend; het doet <ons> genoegen <erop uit> te gaan en het Dorische kamp en de verlaten plaatsen te zien en het achtergelaten strand: 

Slide 18 - Diapositive

Sleep de juiste eigenschappen naar de vorm:
panduntur
(r. 27)
1
2
3
ev
mv
prae
impf
fut
perf
plq pf
fut ex
A
P
ind
imp
conj

Slide 19 - Question de remorquage

Sleep de juiste eigenschappen naar de vorm:
iuvat
(r. 27)
1
2
3
ev
mv
prae
impf
fut
perf
plq pf
fut ex
A
P
ind
imp
conj

Slide 20 - Question de remorquage

Welke functie hebben:
1. castra, 2. locos en 3. litus?
A
onderwerp
B
lijdend voorwerp
C
naamwoordelijk deel
D
bijwoordelijke bepaling

Slide 21 - Quiz

desertos (r. 28) congrueert met:

Slide 22 - Question ouverte

hic Dolopum manus <tendebat>, hic saevus tendebat Achilles;
30 classibus hic locus <erat>, hic acie certare solebant.

hier bivakkeerde de schare Dolopiërs, hier de woeste Achilles; hier was de plaats voor de vloot, hier waren ze gewoon in slaglinie te strijden.

Slide 23 - Diapositive

Sleep de juiste eigenschappen naar de vorm:
tendebat
(r. 27)
1
2
3
ev
mv
prae
impf
fut
perf
plq pf
fut ex
A
P
ind
imp
conj

Slide 24 - Question de remorquage

In welke vorm staat Dolopum (r.29)?
A
nom ev
B
acc ev
C
acc mv
D
gen mv

Slide 25 - Quiz

saevus (r.29) congrueert met:

Slide 26 - Question ouverte

In welke vorm staat classibus (r.30)?
A
nom ev
B
gen ev
C
dat mv
D
abl mv

Slide 27 - Quiz

In welke vorm staat acie (r.30)?
A
nom ev
B
abl ev
C
dat mv
D
abl mv

Slide 28 - Quiz