La Négation

1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

La négation - de ontkenning

Slide 2 - Diapositive

Vertaal:
Je mange la pizza
A
Ik eet pizza
B
Jij eet pizza
C
Zij eet pizza
D
Wij eten pizza

Slide 3 - Quiz

Vertaal:
Je ne mange pas de pizza
A
Ik hou niet van pizza
B
Ik eet geen pizza
C
Zij eet geen pizza
D
Ik lust geen pizza

Slide 4 - Quiz

Welke woorden gebruiken we voor de ontkenning in het Frans?
1. Je ne mange pas de pizza.
2. Il n'aime pas la viande.
3. Vous ne regardez pas les prix.
4. On n'a pas de thé.

Slide 5 - Question ouverte

La négation
In het Frans gebruik je altijd twee
woorden voor de ontkenning. 

Ne/n' staat voor de persoonsvorm
Pas staat na de persoonsvorm


Eigenlijk is het een soort hamburger --> 
ne/n'
verbe
pas

Slide 6 - Diapositive

Attention!
Je ne mange pas de pizza.

Klinkerbotsing: 
 Il n'aime pas la viande.
Je n'habite pas à Paris.

C'est un chien --> ce n'est pas un chien

Meerder werkwoorden? Kijk naar de persoonsvorm!
Je veux manger une pizza
Je ne veux pas manger une pizza

Slide 7 - Diapositive

Maak de zin ontkennend:
Il danse
A
Il danse pas
B
Il ne danse
C
Il danse ne pas
D
Il ne danse pas

Slide 8 - Quiz

Maak de zin ontkennend:
Il aime danser

A
Il ne aime pas danser
B
Il n'aime danser pas
C
Il n'aime pas danser
D
Il ne aimes pas danser

Slide 9 - Quiz

Maak de zin ontkennend:
Tu as des frères?

A
Tu as pas des frères?
B
Tu ne as pas des frères?
C
Tu ne pas as des frères?
D
Tu n'as pas des frères?

Slide 10 - Quiz

Maak de zin ontkennend:
Ils sont à la maison?

Slide 11 - Question ouverte

Maak de zin ontkennend:
Vous préférez les desserts.

Slide 12 - Question ouverte

Maak de zin ontkennend:
C'est vrai.

Slide 13 - Question ouverte

Zet in de goede volgorde:
mange ne viande je la pas

Slide 14 - Question ouverte

Begrijp je hoe het vervoegen van de werkwoorden werkt?
A
Ja, ik begrijp hoe het werkt
B
Ik begrijp ongeveer hoe het werkt, maar nog niet helemaal
C
Nee, ik begrijp het nog niet

Slide 15 - Quiz