Ondernemend gedrag les 3. BSF

• Ondernemend gedrag
• MBO
• Studiejaar 1

Aan het eind van deze les: 

1. bezit je basiskennis over gedrag van mensen

2. ken je basisbegrippen die horen bij ondernemerschap en ondernemend gedrag

3. kun je jezelf presenteren

4. kun je omgaan met feedback.

Nabespreken filmpje: Belangrijke zaken eerst

Lezen: 3 theoriebronnen

Lezen 

tijd: 15 minuten 

waar: Its Learning

Theoriebron: Gedrag, identiteit en netwerken

Door welke twee zaken wordt gedrag bepaald?

Wie leren kinderen welk gedrag ze van hen verwachten?

1. ouders
2. vrienden
3. docenten
4. Je hebt het ‘geërfd

Wat houdt identiteit in?

Netwerken wat is dat?

Welke zin(nen) klopt?

1. Imago is hoe iemand anders mij ziet
2. Je identiteit geeft aan hoe jij jezelf ziet.
3. Door je persoonlijkheid verschil je van andere mensen

Wat is het doel van netwerken?

Wie je bent en hoe je jezelf ziet, komt lang niet overeen met het beeld dat anderen van jou hebben. Misschien ben je wel onzeker, maar kom je juist heel zelfverzekerd over. Of zit je jezelf in de weg met je eeuwige perfectionisme, terwijl anderen je precieze manier van werken juist zo waarderen als ze met je samenwerken!

 

De studenten krijgen een completer beeld van zichzelf en van anderen als ze inzicht krijgen in hoe de buitenkant van iemand matcht met de binnenkant; Identiteit vs. Imago dus!

Zorg dat je twee kleuren post-its voor alle studenten bij de hand hebt. Let erop dat de studenten op dit moment nog niet in overleg gaan en dat de post-its nog niet worden uitgedeeld! Iedereen werkt voor zichzelf.

Laat de lijst met eigenschappen zien terwijl de studenten bezig zijn. De lijst dient ter inspiratie, maar zelf eigenschappen bedenken is natuurlijk ook heel goed.

Om de beurt staat er één student in het middelpunt en krijgt de post-its van zijn groepsgenoten overhandigd met daarop de eigenschappen die ze bij die student vinden passen. Tijdens het uitdelen van de post-its mag er op elkaar gereageerd worden, vragen gesteld worden en kort discussie gevoerd worden; maar de post-its blijven onderdeel van iemands imago.

Na het uitdelen van de imago-post-its maken de studenten één-voor-één de eigenschappen bekend die ze zelf hadden uitgekozen. Zijn identiteit en imago een beetje hetzelfde? Waarom denkt of vindt iemand iets van jou? Er is uiteraard ruimte voor vragen aan elkaar.

 

Sluit deze sessie klassikaal af door de groepjes te vragen of ze iets willen delen. Kom je over hoe je zelf denkt dat je bent? Had je dit verwacht? Wat was opvallend in je groepje?

Schrijf met je viertal één eigenschap op 

van je docent

Nu de studenten zichzelf ‘in beeld’ hebben gebracht, is het de beurt aan jou! Want voor jou als docent geldt natuurlijk precies hetzelfde. Ga bij jezelf te rade welke drie eigenschappen jij het meest bij jezelf vindt passen.

 

Doe een klassikale sessie over jouw imago met de post-its en de lijst met eigenschappen. Vraag de studenten in viertallen één eigenschap te kiezen die ze bij jou vinden passen. Verzamel de post-its en bepreek het. Kies samen met de klas welke eigenschap jij het beste kunt uitbeelden op de ID-foto.

 

Maak samen met hen ook jouw ID- en Identiteit-foto!

Netwerken - Hulp staat centraal

• Iedereen naar wie jij toe kan met een hulpvraag zit in jouw netwerk.
• Netwerk zorgt voor tips, informatie en nieuwe contacten.
• Het doel van netwerken is om kennis, informatie en contacten te delen met anderen in het netwerk.

Digitale Netwerken

• Facebook 
• Instagram
• Twitter
• Snapchat
• Whatsapp
• Linkedin

• Pinterest
• Google+
• Teams
• Hyves

Aan het eind van deze les:

1. bezit je basiskennis over gedrag van mensen

2. ken je basisbegrippen die horen bij ondernemerschap en ondernemend gedrag

3. kun je jezelf presenteren

4. kun je omgaan met feedback