Inleiding, kern, slot

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Welkom in de les!

Wat is het tekstdoel van...

een advertorial?

1. Informeren
2. Instrueren
3. Overtuigen
4. Amuseren

Wat is het tekstdoel van...

een handleiding?

1. Informeren
2. Instrueren
3. Overtuigen
4. Amuseren

Wat is het tekstdoel van...

een cabaretstuk?

1. Informeren
2. Instrueren
3. Overtuigen
4. Amuseren

Sleep de tekstdoelen naar het juiste plaatje

Informeren

Instrueren

Overtuigen

Amuseren

Wat is de tekstsoort van de tekst op de vorige slide?

1. aan aanmeldformulier
2. een advertorial
3. een instructie
4. een wervingstekst

Wat is de tekstsoort van de tekst op de vorige slide?

1. een adviesrubriek
2. een column
3. een handleiding
4. een nieuwsartikel

Wat is globaal lezen?

1. Bekijk de tekst en lees de eerste alinea.
2. Lees de eerste en laatste zin van de alinea.
3. Bekijk de tekst en zoek de informatie die je nodig hebt.
4. Lees de tekst helemaal en nauwkeurig.

De opbouw van een tekst

Doelen van deze les:

• Je kunt uitleggen hoe een tekst is opgebouwd.
• Je kunt kenmerken en functies beschrijven van de tekstdelen inleiding, kern en slot.
• Je kunt deze tekstdelen in veelvoorkomende tekstsoorten herkennen en de functie ervan benoemen.

Waar denk je aan bij
'de opbouw van een tekst'?

Opbouw van een tekst

Een tekst is opgebouwd in drie verschillende onderdelen:
- Inleiding
- Kern
- Slot

De inleiding

• aandacht trekken van het publiek;
• het publiek motiveren om de tekst te lezen of te blijven luisteren;
• informatie geven over wat komen gaat.

!! Meestal één alinea 

!! Titel hoort NIET bij de inleiding

De kern

• Grootste gedeelte van de tekst
• Meerdere alinea's
• Deelonderwerpen

WWWWWH-vragen

Volgorde deelonderwerpen

Afhankelijk van de structuur:

• vroeger - nu (tijd);
• stelling - argumenten - weerleggen tegenargumenten (argumentatie);
• oorzaak - gevolg.

Het slot

• De tekst wordt samengevat
• Het belangrijkste wordt herhaald
  

In het slot komt géén nieuwe informatie!

Nieuwsbericht

Let op: een nieuwsbericht bestaat uit een inleiding en kern. Geen slot!

Het belangrijkste staat in de inleiding, verdere informatie in de kern.

Kern

Titel

Slot

Inleiding

Inleiding

Kern

Slot

De schrijver trekt de aandacht van de lezer 

De schrijver trekt een conclusie

De schrijver geeft argumenten en tegenargumenten

De schrijver geeft een vraag mee aan de lezer

De schrijver motiveert het publiek om te blijven lezen

De schrijver noemt de oorzaak en de gevolgen

De schrijver kijkt naar de toekomst 

De schrijver kijkt naar de toekomst 

Hoe wordt het onderwerp geïntroduceerd?

1. met de deur in huis vallen
2. belangstelling wekken
3. met een inleiding
4. door een lead

Hoe wordt het onderwerp geïntroduceerd?

1. met de deur in huis vallen
2. belangstelling wekken
3. met een inleiding
4. door een lead

Lees de 2 teksten.

Wat denk jij dat het onderwerp is van de hele tekst 'veilig naar de kermis?'?

1. zweefmolens
2. veiligheid van kermisattracties
3. ernstig gewond
4. ongeluk

Wat staat behalve het onderwerp nog meer in tekst 'Veilig naar de kermis?'?

1. De aanleiding voor het schrijven van de tekst
2. een belangrijke vraag
3. een mening over het onderwerp
4. een voorbeeld bij het onderwerp geven

Wat denk jij dat het onderwerp is van de hele tekst 'De week van het zieke kind'.

1. Kindra is ziek
2. Kinderkanker
3. De week van het zieke kind
4. Kindra kan niet naar school

Deze manier van online les krijgen vond ik:

😒🙁😐🙂😃

Dit ga ik onthouden van deze les:

Manueel

1. Door middel van duwen met handen
2. Muziekterm als je de toonsoort verandert
3. Gebruiksaanwijzing
4. Aanpassing

Differentiatie

1. Mate van kracht, stevigheid
2. Aanpassing
3. Werkwijze
4. Steeds op dezelfde manier

Mentaal

1. Lichamelijk
2. Aanpassing
3. Werkwijze
4. Geestelijk

Miskennen

1. Denken dat je iets zeker weet, maar toch ongelijk hebben
2. Iets of iemand niet op juiste waarde schatten, niet waarderen.
3. Als iets maar af en toe gebeurt
4. Steeds op dezelfde manier

Incidenteel

1. Mate van kracht, stevigheid
2. Gebeurtenis die veel indruk maakt
3. Als iets maar af en toe gebeurt
4. Steeds op dezelfde manier

Voor de meeste mensen zijn alle pinguïns ....................... , maar een kenner ziet wel degelijk verschil

1. identiek
2. bankroet
3. materialistisch
4. diplomatiek

Uw opmerking is niet .............. ; we bespreken op dit moment een ander onderwerp

1. relevant
2. lokaal
3. continu
4. chronologisch

De NPO ............... leden omdat ze anders minder uitzendtijd zou krijgen op tv.

1. perfectioneerde
2. imponeerde
3. analyseerde
4. wierf

In dit ............... wordt Carlos als één van de beste gitaristen van de wereld beschouwd.

1. vooroordeel
2. interruptie
3. genre
4. federatie

Wieneke is vaak ........................ . Als iedereen het ene doet, doet zij juist het andere.

1. materialistisch
2. tegendraads
3. abstract
4. diplomatiek

Wat gaan we doen?