THEO LES 7: Lederhuid - Onderhuid - Zweetklieren

• Schoonheidsverzorging
• MBO
• Studiejaar 1

Lederhuid, onderhuidsbindweefsel en zweetklieren

Algemene theorie

Vandaag

Herhalen

• Opperhuid
• Pigmentatie
• Verhoorningsproces

Nieuwe stof: 

• Lederhuid 
• Onderhuidsbindweefsel
• Zweetklieren

Doelstelling 

• Je weet hoe het onderhuidsbindweefsel is opgebouwd
• Je kunt de functies benoemen van het onderhuidsbindweefsel
• Je kunt uitleggen hoe de zweetklier werkt  

Lagen van de opperhuid van binnen naar buiten

Laag 5

Laag 3

Laag 4

Laag 2

Laag 1

Basaalcellenlaag

Stratum cylindricum

Stekelcellenlaag 

Stratum spinosum

Doorschijnende laag

Stratum lucidum

Korrellaag

Stratum granulosum

Hoornlaag

Stratum corneum

Welke laag is onderdeel van de levende laag van de opperhuid?

1. Doorschijnende laag
2. Hoornlaag
3. Stekelcellenlaag

In welke huidlaag begint het verhoorningsproces?

1. Stratum corneum
2. Stratum cylindricum
3. Stratum granulosum

In welke huidlaag wordt pigment gevormd?

1. Basaalcellenlaag
2. Hoornlaag

Wat wordt er beïnvloed door melanocyten?

1. De dikte van de huid
2. De doorbloeding van de huid
3. De kleur van de huid

Welke lagen vormen de laag van Malpighi?
(Kiemlaag)

1. Stratum cylindricum en stratum granulosum
2. Stratum cylindricum en stratum spinosum
3. Stratum cylindricum en stratum corneum

In welke cellaag begint het verhooningsproces?

1. In de doorschijnende laag
2. In de korrellaag
3. In de hoornlaag

Wanneer vormt zich keratine?

1. In de doorschijnende laag
2. In de korrellaag
3. In de hoornlaag

Pigmentvormende cellen noemen we ook wel ...

1. Keratinocyten
2. Lipocyten
3. Melanocyten

Wat is de latijnse benaming voor de lederhuid?

1. Dermis
2. Epidermis
3. Subcutis

Wat is de latijnse benaming voor de onderhuid?

1. Corium
2. Epidermis
3. Subcutis

Lederhuid

Samenstelling van de lederhuid

• Cellen
• Vezels
• Tussenstof = grondsubstantie 

Belangrijke cellen in de lederhuid: 

• Fibroblasten
  

Maken vezels, tussenstof, bindweefsel

• Mestcellen
  

Maken weefselhormonen, weefselenzymen

• Macrofagen / histiocyen
  

Cellen die allerlei stoffen (b.v. ziektekiemen) kunnen verteren = fagocytose

Weefselhormoon

Histamine:

• Afkomstig uit de mestcel
• Bloedvatverwijdend = vasodilitatie
• Vlekkerige roodheid

Weefselenzym

Hyaluronzuur

Belangrijk voor de tussenstof en de vezels

Hoe jonger het bindweefsel, hoe rijker de tussenstof is aan water

Receptoren

• Tast
• Druk 
• Pijn
• Koude
• Warmte 

Opdracht 

• Welke soorten receptoren zijn er in het menselijk lichaam en welke zintuiglijke informatie nemen ze waar?
• Welke sensorische receptoren worden geactiveerd bij het  uitdrukken van een milia met een steriele naald. 
• Welke receptor is betrokken bij het uitvoeren van oppervlaktereiniging met effleurage-massagetechnieken?

Opdracht 

•  Tastlichaampje van Vater - Pacini Tastlichaampje van Golgi Mazzoni nemen zware druk waar en pijnreceptoren
• Meissner, Golgi en Pacini 

Onderhuid 

• Bestaat uit een losmazig bindweefsel  en een netwerk van elastinen en reticulinen = onderhuids bindweefsel

In het netwerk liggen:

• Lipocyten = vetcel
• Bloed- en lymfevaten
• Zenuwen 

Functies onderhuid

• Veerkracht bieden aan de huid
• Bescherming
• Energievoorraad - brandstof - warmte
• Opslagplaats voor o.a. vitamine ADEK - vitamines die in vet oplosbaar zijn
• Bepalend voor lichaamsvormen 

Bepalend voor de hoeveelheid vet ...

• Erfelijke factoren
• Hormonale factoren
• Voeding
• Leeftijd

De dikte van de onderhuid is persoons- en plaatsgebonden. 

Zweetklieren 

• Buisvormig

• Exocrien = MET afvoerbuis

• Zweet is een exreet = afvalstof

• Zweetklierporiën zijn NIET zichtbaar

Samenstelling zweet

99% water met: 

• Keukenzout (NaCI)
• Afvalstoffen: ureum, urinezuur, melkzuur, amoniak

De sterke geur van zweet ontstaat door: 

• Zuurstoftekort
• Micro - organismen die een chemische reactie kunnen opwekken

Opdracht zweetklieren

1. Benoem 4 functies van zweetsecretie?
2. Wat zijn de 3 verschillen tussen eccriene en apocriene zweetklieren? 
3. Op welke plaatsen komen grote en kleine zweetklieren voor?
4. Welke factoren hebben invloed op zweetsecretie? 

Antwoorden:

Temperatuurregeling

Uitscheiden van afvalstoffen (melkzuur, ureum, urinezuur)

vorming zuurmantel

N.M.F. = Natural Moisturizing Factor = vochtigheidsgraad 

Volgende les

• Formatieve toets huidlagen, verhoorningsproces, pigmentatie en zweetklieren

Nieuwe les:

• Stofwisseling