2 Taalverzorging: woordvolgorde

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo g, t, mavo
• Leerjaar 4

GIDS NEDERLANDS

GOED FORMULEREN

- je kunt de juiste voegwoorden en woordvolgorde in samengestelde zinnen gebruiken

- je kunt zinnen samentrekken

DOEL

- je kunt de juiste voegwoorden en woordvolgorde in samengestelde zinnen gebruiken

Noteer de persoonsvormen:
Sommige lampen in de aula van de school zijn kapot en zullen binnenkort door de conciërge vervangen worden.

Noteer de onderwerpen:
Sommige lampen in de aula van de school zijn kapot en zullen binnenkort door de conciërge vervangen worden.

Doe oortjes in

en bekijk het volgende filmpje!

VOEGWOORDEN

-gebruik je om van twee losse zinnen één zin te maken

VOEGWOORDEN

omdat - als - terwijl

gebruik je bij hoofdzin + bijzin

(zinnen waarbij tussen pv en ow nog woorden  staan)

Bijvoorbeeld:

Gisteren was ik vrij, omdat de leraren  een studiedag hadden.

VOEGWOORDEN

en - maar - want

gebruik je bij hoofdzin + hoofdzin

(zinnen waarbij pv en ow naast elkaar staan)

Bijvoorbeeld:

Gisteren was ik vrij, want de leraren hadden een studiedag.

woordvolgorde in uitdrukkingen

- in uitdrukkingen ligt de woordvolgorde vaak vast. Je mag de woordvolgorde niet veranderen. De uitdrukking klopt dan niet meer.

Bijvoorbeeld:

Goed - Dat gaat alle perken te buiten

Fout - Dat gaat buiten alle perken

Maak van twee zinnen een samengestelde zin met het voegwoord als.
Nederland wint vanavond deze voetbalwedstrijd.
Het kwalificeert zich voor het EK.

___

Nederland wint vanavond deze kwalificatiewedstrijd, als het zich kwalificeert voor het EK.

1. hoofdzin + hoofdzin
2. hoofdzin + bijzin

Maak van twee zinnen een samengestelde zin met het voegwoord en.
Over twee weken begint de proefwerkweek.
Dan hebben we geen les.

___

Over twee weken begint de proefwerkweek en dan hebben we geen les.

1. hoofdzin + hoofdzin
2. hoofdzin + bijzin

Maak van twee zinnen een samengestelde zin met het voegwoord maar.
Ali heeft me uitgenodigd voor zijn feest.
Jammer genoeg kan ik woensdag niet.

_____

Ali heeft me uitgenodigd voor zijn feest, maar jammer genoeg kan ik woensdag niet.

1. hoofdzin + hoofdzin
2. hoofdzin + bijzin

Wat is goed?

1. Als Pinksteren en Pasen op één dag vallen, wordt het ooit wereldvrede.
2. Als Pasen en Pinksteren op één dag vallen, wordt het ooit wereldvrede.

Wat is goed?

1. Met veel vlieg- en kunstwerk kreeg Joanne de kostuums voor de toneelvoorstelling net af.
2. Met veel kunst- en vliegwerk kreeg Joanne de kostuums voor de toneelvoorstelling net af.

Wat is goed?

1. Eigenlijk hield Jos niet van drop, maar je mag een gegeven paard niet in de bek kijken.
2. Eigenlijk hield Jos niet van drop, maar je mag niet in de bek niet van een gegeven paard kijken.

GELEERD?

- je kunt de juiste voegwoorden en woordvolgorde in samengestelde zinnen gebruiken

Schrijf één ding op wat je deze les hebt geleerd en niet meer vergeet.

Stel één vraag over iets dat je nog niet zo goed
hebt begrepen.

GIDS NEDERLANDS

INFORMATIE VOOR LESSEN NEDERLANDS