Afronding H2 groene zorg

• Mens & Natuur
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Afronding H2 groene zorg

Wat gaan we vandaag doen?

• Herhaling vorige les
• Nakijken vragen H2
• Informatiekaart maken
• Volgende les Toets H 1 en H 2

Wat weet je na deze les?

• 5 vrijheden
• Verschillende verrijkingen van dieren
• Antwoorden H2
• Hoe je een informatiekaart moet maken
• Wanneer de toets is van H1 en H2 

5 Vrijheden

De vijf vrijheden 

1. Elke dier moet vrij zijn van honger en dorst.

2. Elk dier moet vrij zijn van ongemak.

3. Elk dier is vrij van pijn, verwonding en ziekte. 

4. Elk dier is vrij van angst en stress.

5. Elk dier is vrij om natuurlijk gedrag te vertonen.

Leg kort uit dat deze vijf vrijheden de basis zijn van de Wet Dieren. Leg even kort uit wat deze wet regelt. Geef daarna aan de leerlingen aan wat deze vijf vrijheden precies inhouden en hoe we dat terug zien in de lessen dier. Het oefenen met knuffels doen we omdat we zo min mogelijk stress willen veroorzaken bij de dieren. 

Verrijking paard

Verrijking geit

Verrijking hamster

Verrijking Kip

Nakijken vragen H2

• Gemaakt?
• Te Laat in Magister
• Maken H 2

2.1 Welk gedrag van een kat komt door een inwendige prikkel?

1. de rug krommen met de vacht omhoog
2. vogeltjes vangen om op te eten
3. een kind krabben dat de kat oppakt
4. kopjes geven

2.2 Wat is afwijkend diergedrag? Er zijn twee antwoorden goed.

1. andere dieren verwonden en verstarren
2. gedrag zonder doel steeds maar weer herhalen
3. op jacht gaan en spelen
4. wegvluchten als je het dier wilt aaien

2.3 De Vijf vrijheden voor dieren zijn de uitgangspunten voor goed dierenwelzijn. Welk uitgangspunt hoort daar NIET bij?

1. vrij van angst en chronische stress
2. vrij van honger, dorst en ondervoeding
3. vrij om het natuurlijke, soorteigen gedrag uit te oefenen
4. vrij om maximaal te produceren en te groeien

2.4 Als je rekening houdt met alle Vijf vrijheden van dieren, wat bereik je dan?

1. Je bereikt dan dat de dieren veel aandacht krijgen.
2. Je bereikt dan dat de dieren zich rustig gedragen.
3. Je bereikt dan dierenwelzijn
4. Je bereikt dan dat de dieren geen angst en stress hebben.

2.7 Voor welke doelstelling is de omgang met een paard niet geschikt?

1. in beweging komen
2. verbreden van contacten
3. verminderen overactiviteit
4. vertrouwen kweken, angst overwinnen

2.10Voor welke cliënten is een geit geen geschikt dier?

1. dementerendebejaarden.
2. drukke personen.
3. kinderen van naschoolse opvang( (4 tot 12 jaar).

2.11 Waarom passen kippen bij cliënten die autistisch zijn?

1. Een kip houdt afstand tot de mens.
2. Een kip is geen groepsdier.
3. Een kip kun je goed aanraken.
4. Een kip maakt graag lawaai.

Informatiekaart dier(zie werkboek)

Blz:

Huiswerk

• Maandag 13 november 
• Toets H1 en H2
• Inleveren Informatiekaart

Teams