Trema koppelteken

Welkom bij Nederlands!
START: Maak H2, Spelling, opdr. 1.
Pag 68
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Welkom bij Nederlands!
START: Maak H2, Spelling, opdr. 1.
Pag 68

Slide 1 - Diapositive

Vandaag
  • Startopdracht
  • Info
  • Startopdracht bespreken
  • Uitleg Spelling
  • ZS: Spelling maken
  • Uitleg nakijken
  • ZF: nakijken brief
  • Afsluiting

Slide 2 - Diapositive



Info
Eerstvolgende "toets"= opdrachten H2.
Vrijdag 30 november af!

PW H2 vrijdag 14 december.

Vandaag grammatica & brief nakijken.



Vandaag
  • Startopdracht
  • Info
  • Start nakijk
  • Uitleg
  • ZS
  • Uitleg
  • ZF
  • Afsluiting

Slide 3 - Diapositive



Doel vandaag
  1. Je kunt uitleggen wat een samenstelling is.
  2. Je kunt bij een samenstelling een trema gebruiken.
  3. Je kunt bij een samenstelling een koppelteken gebruiken.
Vandaag
  • Startopdracht
  • Info
  • Start nakijk
  • Uitleg
  • ZS
  • Uitleg
  • ZF
  • Afsluiting

Slide 4 - Diapositive



Startopdracht
Bij welke samenstelling heb je een
probleem met de uitspraak?

Opdr. 1 (pag. 68)
Vandaag
  • Startopdracht
  • Info
  • Start nakijk
  • Uitleg
  • ZS
  • Uitleg
  • ZF
  • Afsluiting

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Trema (") kort samengevat

In sommige woorden schrijf je een trema. Je voorkomt zo dat je een woord verkeerd uitspreekt.


Het trema maakt duidelijk dat het om twee klinkers gaat,

en niet om één klank.

Slide 10 - Diapositive

Koppelteken (-) kort samengevat

In sommige woorden schrijf je een koppelteken. Je voorkomt zo dat je een woord verkeerd uitspreekt.


Het koppelteken schrijf je tussen twee delen van een samenstelling:


1. als de samenstelling verkeerd uitgesproken kan worden

2. in aardrijkskundige aanduidingen

3. voor of na een hoofdletter

4. na een cijfer, afkorting of symbool


Slide 11 - Diapositive

Waarom heeft het woord een trema?
geïnteresseerd
A
Het woord is een aardrijkskundige aanduiding of afleiding hiervan
B
Het woord is een samenstelling die je anders verkeerd zou uitspreken
C
Het woord is een samenstelling waarin een cijfer, symbool of afkorting voorkomt
D
Het woord is geen samenstelling en anders zou je het verkeerd uitspreken

Slide 12 - Quiz

Waarom heeft het woord een trema?
hindoeïsme
A
Het woord is een aardrijkskundige aanduiding of afleiding hiervan
B
Het woord is een samenstelling die je anders verkeerd zou uitspreken
C
Het woord is een samenstelling waarin een cijfer, symbool of afkorting voorkomt
D
Het woord is geen samenstelling en anders zou je het verkeerd uitspreken

Slide 13 - Quiz

Waarom heeft het woord
een koppelteken?
DNA-onderzoek
A
Het woord is een aardrijkskundige aanduiding of afleiding hiervan
B
Het woord is een samenstelling die je anders verkeerd zou uitspreken
C
Het woord is een samenstelling waarin een cijfer, symbool of afkorting voorkomt
D
Het woord is geen samenstelling en anders zou je het verkeerd uitspreken

Slide 14 - Quiz

Waarom heeft het woord
een koppelteken?
domino-effect
A
Het woord is een aardrijkskundige aanduiding of afleiding hiervan
B
Het woord is een samenstelling die je anders verkeerd zou uitspreken
C
Het woord is een samenstelling waarin een cijfer, symbool of afkorting voorkomt
D
Het woord is geen samenstelling en anders zou je het verkeerd uitspreken

Slide 15 - Quiz

Waarom heeft het woord
een koppelteken?
elite-eenheid
A
Het woord is een aardrijkskundige aanduiding of afleiding hiervan
B
Het woord is een samenstelling die je anders verkeerd zou uitspreken
C
Het woord is een samenstelling waarin een cijfer, symbool of afkorting voorkomt
D
Het woord is geen samenstelling en anders zou je het verkeerd uitspreken

Slide 16 - Quiz

Waarom heeft het woord
een koppelteken?
Oost-Indisch
A
Het woord is een aardrijkskundige aanduiding of afleiding hiervan
B
Het woord is een samenstelling die je anders verkeerd zou uitspreken
C
Het woord is een samenstelling waarin een cijfer, symbool of afkorting voorkomt
D
Het woord is geen samenstelling en anders zou je het verkeerd uitspreken

Slide 17 - Quiz

Waarom heeft het woord
een koppelteken?
%-teken
A
Het woord is een aardrijkskundige aanduiding of afleiding hiervan
B
Het woord is een samenstelling die je anders verkeerd zou uitspreken
C
Het woord is een samenstelling waarin een cijfer, symbool of afkorting voorkomt
D
Het woord is geen samenstelling en anders zou je het verkeerd uitspreken

Slide 18 - Quiz

Waarom heeft het woord
een koppelteken?
Zuid-Europa
A
Het woord is een aardrijkskundige aanduiding of afleiding hiervan
B
Het woord is een samenstelling die je anders verkeerd zou uitspreken
C
Het woord is een samenstelling waarin een cijfer, symbool of afkorting voorkomt
D
Het woord is geen samenstelling en anders zou je het verkeerd uitspreken

Slide 19 - Quiz

Neem het onderstreepte woord over en zet een trema of koppelteken waar dat moet.
De apkkeuring van auto's is in Europa wettelijk verplicht.
___________

Slide 20 - Question ouverte

Neem het onderstreepte woord over en zet een trema of koppelteken waar dat moet.
Heb jij een eigen stereoinstallatie op jouw kamer?
_______________

Slide 21 - Question ouverte

Neem het onderstreepte woord over en zet een trema of koppelteken waar dat moet.
Jos' oma is sinds gisteren haar 65+kaart kwijt.
________

Slide 22 - Question ouverte



Aan de slag!
Nu ga je Spelling maken.
Dat doen we in ZS.

Huiswerk: Taken af!
Daarna: H2, Spelling, opdr. 1 t/m 6

Vandaag
  • Startopdracht
  • Info
  • Start nakijk
  • Uitleg
  • ZS
  • Uitleg
  • ZF
  • Afsluiting

Slide 23 - Diapositive



Aan de slag!
10 minuten ZS opdrachten maken.
Je werkt alleen.
Klaar? Werk verder aan Spelling.
Ook klaar? Kijk na!
Heb je het hele hoofdstuk af? Maak vast de Test.
Ook dat al af? Je mag de taken maken - eerst even vragen :-)
Vandaag
  • Startopdracht
  • Info
  • Start nakijk
  • Uitleg
  • ZS
  • Uitleg
  • ZF
  • Afsluiting

Slide 24 - Diapositive



ZS
  • Je werkt voor jezelf en in stilte.
  • Je weet wat je moet doen.


Je maakt Spelling.

Klaar? Je maakt Spelling af.

Ook klaar? Je mag nakijken.

Ook klaar? Je kunt de Test maken.

Huiswerk: Taken af!

Daarna: H2, Spelling, opdr. 1 t/m 6



Vandaag
  • Startopdracht
  • Info
  • Start nakijk
  • Uitleg
  • ZS
  • Uitleg
  • ZF
  • Afsluiting

Slide 25 - Diapositive



Nakijken
Nu gaan we nakijken.
Aan het eind van elk boekje staan nakijkformulieren.
Wissel je brief met je buur.
Je buur gaat nakijken op INDELING.
Klaar? Dan nakijken op Lange zinnen & INHOUD.
Succes!
Vandaag
  • Startopdracht
  • Info
  • Start nakijk
  • Uitleg
  • ZS
  • Uitleg
  • ZF
  • Afsluiting

Slide 26 - Diapositive



Aan de slag!

10 minuten om na te kijken op INDELING en INHOUD & LANGE ZINNEN.
Kijk goed naar de checklist! 
Twee verschillende voor inhoud.

Klaar? Kijk vast na op Spelling en interpunctie!
Vandaag
  • Startopdracht
  • Info
  • Start nakijk
  • Uitleg
  • ZS
  • Uitleg
  • ZF
  • Afsluiting

Slide 27 - Diapositive



ZF
  • Je werkt voor jezelf.
  • Je mag fluisterend overleggen met je buur.
  • Je weet wat je moet doen.


Je kijkt de brief van je buur na.
Gebruik de nakijkformulieren.

Vandaag
  • Startopdracht
  • Info
  • Start nakijk
  • Uitleg
  • ZS
  • Uitleg
  • ZF
  • Afsluiting

Slide 28 - Diapositive



Doel vandaag
  1. Je kunt uitleggen wat een samenstelling is.
  2. Je kunt bij een samenstelling een trema gebruiken.
  3. Je kunt bij een samenstelling een koppelteken gebruiken.
Vandaag
  • Startopdracht
  • Info
  • Start nakijk
  • Uitleg
  • ZS
  • Uitleg
  • ZF
  • Afsluiting

Slide 29 - Diapositive

Afsluiting
Huiswerk: Taken af! 
Daarna: H2, Spelling, opdr. 1 t/m 6  

Slide 30 - Diapositive

Wat ging er goed en wat kon beter deze les?

Slide 31 - Question ouverte