jagers en boeren

Wat moet je kennen?

1. De leerling moet het verschil weten tussen historie en pre-historie.

2.De leerling moet weten wat de neolitische revolutie is, en wanneer deze was.

3. De leerling moet de verschillen kennen en herkennen tussen de landbouwsamenleving en die van jagers en verzamelaars.

4. De leerling moet daarbij de begrippen economische, sociale, politieke omstandigheden (kenmerken) en andere onderdelen kunnen toepassen.

5. De leerling moet het verschil kennen tussen cultuur en ethniciteit.

6. De leerling moet het verschil kennen tussen het scheppingsverhaal en de evolutietheorie.

1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Wat moet je kennen?

1. De leerling moet het verschil weten tussen historie en pre-historie.

2.De leerling moet weten wat de neolitische revolutie is, en wanneer deze was.

3. De leerling moet de verschillen kennen en herkennen tussen de landbouwsamenleving en die van jagers en verzamelaars.

4. De leerling moet daarbij de begrippen economische, sociale, politieke omstandigheden (kenmerken) en andere onderdelen kunnen toepassen.

5. De leerling moet het verschil kennen tussen cultuur en ethniciteit.

6. De leerling moet het verschil kennen tussen het scheppingsverhaal en de evolutietheorie.

Slide 1 - Diapositive



De geschiedenis gaat over de mens, ruim 3 miljoen jaar durend proces> evolutie

de mens al meer dan 3 miljoen jaar oud?

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Etnisch Tussen groepen mensen zijn verschillen in uiterlijke erfelijke kenmerken als gevolg van aanpassing aan de
omgeving.


Cultuur Wat en hoe mensen denken en doen. De groep

 mensen heeft zich in de loop van de tijd aan elkaar aangepast om beter te kunnen samenleven.



Slide 4 - Diapositive

0

Slide 5 - Vidéo

jagers en verzamelaars vanaf half miljoen jaar  geleden. 
9 tot 7.000 v.C begint de landbouw-revolutie in het Midden- Oosten.

Slide 6 - Diapositive

neolitische revolutie

De oudste sporen van de landbouw zijn in Mesopotamië. Rond 7000 v C gaat men er samenwerken voor de irrigatie.

Rond 5000 v. C komt ook in Nederland landbouw voor.

Slide 7 - Diapositive

Magie bij jagers en verzamelaars. Er werden waarschijnlijk beeldjes vereerd.
geloof in de landbouwsamenleving. Naast het vereren van beelden, kwamen er priesters en gebouwen voor de verering,

Slide 8 - Diapositive

De kenmerken waarmee je culturen vergelijkt.
Cultuur/ aangeleerd
-Economisch
( manieren van “geld” verdienen)
- sociaal (manieren om met elkaar om te gaan)
- politiek ( manieren om het land te
besturen)
-overige cultuur ( manieren om jezelf te uiten)


Slide 9 - Diapositive

Jagers en verzamelaars:
  • Vrouwen verzamelen, mannen jagen.
  • nomadisme> volgen het voedsel.
  •  kleine groepen (max 30).
  • wonen in open lucht, grotten, hutten
  • gebruiksvoorwerpen van hout   , steen, bot. 
  • Kleding dierenvel en leer.
  •  mensen beslissen samen
  • Magie? (vruchtbaarheidsbeeldje}



landbouwsamenleving:

  • Steeds  meer beroepen
  •  en ongelijkheid (rijkdom en macht).
  • vaste woonplaats/ dorpen
  • grote groepen > 300
  • wonen en huizen en boerderijen.
  • gebruiksvoorwerpen naast hout en steen ook van brons en later metaal.
  • kleding wol.
  •  wel bestuur/ organisatie

geloof/ bouwwerken opdracht 3







Slide 10 - Diapositive

De geschiedenis
A
zegt dat de mens 6000 jaar geleden geschapen is door God
B
zegt dat de mens 10.000 jaar geleden ontstond uit een aap
C
gaat uit van de evolutietheorie
D
Gaat uit van het scheppingsverhaal

Slide 11 - Quiz

Wat is pre- historie
A
ongeschreven geschiedenis
B
periode waaruit geen geschreven bronnen zijn
C
periode waarin het volk zijn geschiedenis niet opschreef
D
periode waarin er nog geen landbouw was.

Slide 12 - Quiz

Wat zijn etnische kenmerken
A
kenmerken van aangeboren uiterlijk van een volk
B
kenmerken van het uiterlijk van een volk
C
kenmerken van het gedrag van een volk
D
uiterlijke erfelijke familiekenmerken

Slide 13 - Quiz

kenmerken van cultuur omvatten
A
geloof, taal, huidskleur, slavernij
B
slavernij, bouwkunst, democratie, landbouw
C
economie, politiek, taal, haar- en huidskleur
D
democratie, taal, geloof, zwart kroeshaar

Slide 14 - Quiz

in de tijd van jagers en verzamelaars
A
was verzamelen een sociaal kenmerk
B
was er geen cultuur
C
was het leven in kleine groepen een sociaal kenmerk
D
was het leven in eenvoudige hutten een sociaal kenmerk

Slide 15 - Quiz

De neo-litische revolutie.
wat is fout?
A
begon 7000 jaar geleden
B
was in de Nieuwe Steentijd
C
begon in Mesopotamië
D
duurde een paar duizend jaren

Slide 16 - Quiz

De neo-litische revolutie
Wat is fout?
A
Was een overgang naar landbouw als bestaansmiddel
B
kwam door verandering van klimaat
C
betekent dat de geschiedenis begint
D
leidde tot cultuurverandering

Slide 17 - Quiz

Welke verandering klopt?
A
economisch: van mannen verzamelen naar mannen weven
B
politiek: van iedereen gelijk naar een soort bestuur door dorpsoudste
C
sociaal: van iedereen gelijk naar een soort bestuur door dorpsoudste
D
overige cultuur: van het bouwen van hunebedden naar het bouwen van tempels

Slide 18 - Quiz

Waarom ontstaat het schrift?
Wat is fout
A
Voor de handel om afspraken vast te leggen. (bewijsmateriaal)
B
Voor de koning om regels vast te leggen
C
Mensen vinden deze manier van communicatie makkelijker dan praten
D
Voor ambtenaren om de administratie bij te houden

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Lien