6.4 Stad en land in onze tijd (maandag 15-2)

Cursus 6
6.4  Stad en land in onze tijd
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Cursus 6
6.4  Stad en land in onze tijd

Slide 1 - Diapositive

Hoe noem je de tijd van de monniken en ridders + steden en staten samen?

Slide 2 - Question ouverte

Wat is verstedelijking?

Slide 3 - Question ouverte

In welk deel van Nederland liggen de meeste en grootste steden?

Slide 4 - Question ouverte

De stad
Historische binnenstad

Bijna alle (oude) Nederlandse steden zijn op deze manier gebouwd

Slide 5 - Diapositive

Voorbeeld
Stadspoort

Alles binnen deze poorten is de historische binnenstad. Alles hierbuiten is er later pas bijgebouwd. 

Slide 6 - Diapositive

1960-1990
Veel flats = hoogbouw
Huizen in woonerven = laagbouw


Slide 7 - Diapositive

De stad groeit
Van de jaren 1960 tot 1990 werden er veel flats en huizen bijgebouwd.

Nieuwbouwwijken vanaf 1990 noemen we ook wel Vinex.

Slide 8 - Diapositive

Vinex
Westen van het land!

Waarom?


Slide 9 - Diapositive

Vinex
Vinex-wijken zijn wijken die door de regering zijn aangewezen voor nieuwbouwwoningen.

Nieuwste en modernste wijken.

Slide 10 - Diapositive

Bevolkingsdichtheid
Wonen er veel mensen bij elkaar in de buurt, dan noem je dat dichtbevolkt.

Andersom is dunbevolkt.

Slide 11 - Diapositive

Bevolkingsdichtheid
Wonen er veel mensen bij elkaar in de buurt, dan noem je dat dichtbevolkt.

Andersom is dunbevolkt.

Slide 12 - Diapositive

4 grootste steden van Nederland
Amsterdam
Utrecht
Rotterdam
Den Haag

Slide 13 - Diapositive

Nederland wordt dichtbevolkt genoemd. Hoe zou dat komen?

Slide 14 - Question ouverte

Verkeer
Forensen = mensen die moeten reizen naar hun werk

Hierdoor ontstaan er veel files in Nederland

Slide 15 - Diapositive

Autosnelwegen, spoorwegen en waterwegen

Deze wegen verbinden de grote en belangrijkste steden van Nederland met elkaar. Dat noem je de hoofdverbindingen.

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Vidéo

Aan het werk..

Z: Maken opdr. 1, 3 en 5 van blz. 105 t/m 107, foto’s sturen en nakijken.

Slide 18 - Diapositive