week 5. 2024. Hoofdstuk 1 - voorbereiden op je externe stage

In dit hoofdstuk leer je:
Je kunt uitleggen waarom een eerste indruk belangrijk is 
Je kunt uitleggen hoe je een goede indruk kunt maken. 
Je kunt uitleggen wat jouw talenten en interesses zijn. 
Je kunt jouw eigen visitekaartje maken. 
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
Stage 3Voortgezet speciaal onderwijsLeerroute 4

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

In dit hoofdstuk leer je:
Je kunt uitleggen waarom een eerste indruk belangrijk is 
Je kunt uitleggen hoe je een goede indruk kunt maken. 
Je kunt uitleggen wat jouw talenten en interesses zijn. 
Je kunt jouw eigen visitekaartje maken. 

Slide 1 - Diapositive

Wat zie je bij de eerste indruk?
Als je iemand voor het eerst ontmoet maak je een eerste indruk. 
De ander beoordeelt jou op hoe jij overkomt. 
En jij beoordeelt de ander op hoe die op jou overkomt. Je ziet:
Het uiterlijk 
De houding 
De lichaamstaal. 

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

De eerste indruk krijg je met je ogen: hoe ziet iemand eruit? welke drie dingen zie je meteen?
A
uiterlijk, stem, houding
B
uiterlijk, verstand, sportiviteit
C
uiterlijk, houding, lichaamstaal
D
lichaamstaal, verstand, stem.

Slide 4 - Quiz

Je gaat naar een snackbar.
Je bent de enige klant.
De zaak ziet er netjes uit. Je wordt vriendelijk begroet.
De baas draagt een witte jas vol vlekken.
Zijn broek is vuil en hij veegt steeds zijn neus af met zijn hand.

Wat is jouw eerste indruk?

Slide 5 - Question ouverte

Wat hoort bij de eerste indruk?
Bij de eerste indruk let je niet alleen op uiterlijk, houding en lichaamstaal. 
Je let ook op stem. Je hoort:
- hoe de stem klinkt: hard/zacht of hoog/laag 
- hoe iemand praat"duidelijk/onduidelijk vriendelijk/ kortaf. 
- wat iemand zegt: beleefd/ onbeleefd, interessant/ saai 

Slide 6 - Diapositive

wie heb jij in de afgelopen tijd voor het eerst ontmoet?

Slide 7 - Question ouverte

waar was dat?

Slide 8 - Question ouverte

Wat was je eerste indruk van deze persoon?

Slide 9 - Question ouverte

een goede eerste indruk maken 
Het is belangrijk dat je een positieve eerste indruk maakt. 
dat doe je zo:
- Je kijkt iemand aan. 
- Je praat duidelijk. 
- Je ziet er verzorgt uit. 
- je het een positieve uitstraling. 
- je luistert goed. 
- je lichaamstaal is positief. 

Slide 10 - Diapositive

Morgen ga je voor het eerst naar je nieuwe stageplek. Wat kun je de avond van tevoren al klaar leggen?

Slide 11 - Question ouverte

vul het goede woord in:

Ik heb mijn haar _____ en ______
A
vlekken, schoon
B
schoon, gepoetst
C
gewassen, gekamd
D
rechtop, vriendelijk

Slide 12 - Quiz

vul het goede woord in:

Ik heb mijn tanden
A
rechtop
B
gepoetst
C
vriendelijk
D
schoon

Slide 13 - Quiz

vul het goede woord in:

Mijn kleren zijn ____
A
rechtop
B
vlekken
C
vriendelijk
D
schoon

Slide 14 - Quiz

vul het goede woord in:

in mijn broek zitten geen
A
rechtop
B
vlekken
C
vriendelijk
D
gaten

Slide 15 - Quiz

vul het goede woord in:

op mijn shirt zitten geen
A
rechtop
B
vlekken
C
vriendelijk
D
gaten

Slide 16 - Quiz

vul het goede woord in:

Ik loop _____
A
rechtop
B
vlekken
C
vriendelijk
D
gaten

Slide 17 - Quiz

vul het goede woord in:

Ik kijk ____
A
rechtop
B
vlekken
C
vriendelijk
D
gaten

Slide 18 - Quiz

Visitekaartje
Mensen die elkaar voor het eerst ontmoeten geven elkaar vaak een kaartje. 
Daar staat hun naam op, hun beroep, hun telefoonnummer en adres. 
Dat heet een visitekaartje. 

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Opdracht:
Maak zelf een visitekaartje. Daar moet het volgende op staan:
- naam
- adres 
- telefoonnummer
- email adres 
-school. 

Slide 21 - Diapositive