9.4 Elektronische schakelingen

9.4 Elektronische schakelingen

9.4.1 Je kunt overeenkomsten en verschillen tussen een transistor en een relais benoemen.
9.4.2 Je kunt uitleggen wanneer een transistor schakelt van UIT naar AAN (en andersom).
9.4.3 Je kunt schakelingen tekenen waarin een transistor als schakelaar wordt gebruikt.
9.4.4 Je kunt toelichten hoe een schakeling met een transistor als schakelaar werkt.
9.4.5 Je kunt beschrijven hoe je elektrische energie in een condensator kunt opslaan.
9.4.6 Je kunt toelichten hoe een condensator in een schakeling wordt toegepast.
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 4

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

9.4 Elektronische schakelingen

9.4.1 Je kunt overeenkomsten en verschillen tussen een transistor en een relais benoemen.
9.4.2 Je kunt uitleggen wanneer een transistor schakelt van UIT naar AAN (en andersom).
9.4.3 Je kunt schakelingen tekenen waarin een transistor als schakelaar wordt gebruikt.
9.4.4 Je kunt toelichten hoe een schakeling met een transistor als schakelaar werkt.
9.4.5 Je kunt beschrijven hoe je elektrische energie in een condensator kunt opslaan.
9.4.6 Je kunt toelichten hoe een condensator in een schakeling wordt toegepast.

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Een LED lamp heeft een plus en een min kant.
De Led laat dus de stroom slechts in één richting door
b.Een led in de sperrichting (de led brandt niet).
a. Een led in de doorlaatrichting
(de led brandt).
Doorlaat- en sperrichting

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Transistor
Transistor heeft 3 aansluitingen: 

- de collector (C)
- de basis (B)
- de emitter (E)

De stroom loopt alleen van de collector naar de emitter als er stroom op de basis staat 

Slide 8 - Diapositive

Transistor

Slide 9 - Diapositive

Schakelen met een transistor

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Slide 12 - Vidéo

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

Een schakeling met condensator
Als je de schakelaar
sluit laadt de condensator op. Als je hem opent blijft de lamp branden op de stroom van de condensator.

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Een schakelaar met condensator uitleggen

Slide 17 - Diapositive

Werking transistor

Slide 18 - Diapositive

Reedcontact
Diode
Batterij
Spanningsbron 
(wisselspanning)
Relais
LED

Slide 19 - Question de remorquage

Wat is een diode?
A
Een soort lampje
B
Een weerstand
C
een elektronisch onderdeel dat de stroom maar één richting doorlaat
D
Een stroombron

Slide 20 - Quiz

Wat is er bijzonder aan een LED licht
A
Het kan meer spanning aan
B
Het kan meer stroomsterkte aan
C
De stroom kan maar in 1 richting er doorheen
D
De stroom kan in alle richtingen er doorheen

Slide 21 - Quiz

Koppel de juiste schakelsymbolen
NTC
LDR
Diode
LED

Slide 22 - Question de remorquage

Wat is geen stroomrichting in een transistor
A
basis --> collector
B
basis --> emitter
C
Collector - Emitter

Slide 23 - Quiz

Een transistor wordt opgenomen als schakelaar. Door welk onderdeel wordt de transistor bediend?
A
Door de basis
B
Door de emitter
C
Door de collector
D
Door een draadje

Slide 24 - Quiz

Sleep de woorden op de juiste symbolen
NTC
Lamp
Relais
Transistor
LDR

Slide 25 - Question de remorquage

Sleep de namen naar de juiste beschrijving
Laat maar in 1 richting stroom door
Weerstand neemt toe als de temperatuur toeneemt
Weerstand neemt af als de temperatuur toeneemt
Een constante weerstand
Weerstand neemt af als de lichtintensiteit toeneemt
LDR
Ohmse weerstand
NTC
PTC
Diode

Slide 26 - Question de remorquage

Een transistor heeft een aan- en een uit-stand.
Welke stromen lopen er in de aan-stand door de transistor?

A
basis -> emitter collector -> emitter
B
basis -> collector basis -> emitter
C
collector -> emitter basis -> collector

Slide 27 - Quiz