Geldzaken H3

• Economie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Geldzaken

Hoofdstuk 3

 

Lesdoelen

Tekst

kun je toelichten welke relatie er bestaat tussen de veranderingen van betalingsgewoonten en de benodigde liquiditeit van een bank.

De Balans

De balans vertelt hoe het bedrijf er voor staat.

Veel schulden / weinig bezit = Gaat niet zo goed

Veel bezit / weinig schulden = Gezond bedrijf

Alles wat je ziet op de balans, noemen we posten. Op enkele posten gaan we nader in:

Giraal geld in handen van het publiek; voor de bank is dit vreemd vermogen.

Geld dat klanten op een spaarrekening bij de bank aanhouden.

Munten en bankbiljetten die de bank in bezit heeft.

Het bedrag dat de bank bij de Nederlandse Bank heeft staan.

Het bedrag dat de bank heeft uitgeleend aan klanten. Dit geld heeft de bank nog te goed; het is een vordering.

Eigen middelen van de bank. 

Kan van alles zijn; bijv. gebouwen, vreemde valuta, aandelen enz.

Liquiditeitspercentage

Geeft de verhouding weer tussen de hoeveelheid liquide middelen en de omvang van de rekening courant verplichtingen bij een bank.

Solvabiliteitspercentage

Geeft de verhouding tussen eigen vermogen (bezittingen) en het vreemd vermogen (schulden) weer.

Eigen vermogen

Eigen middelen van de bank

Vreemd vermogen

Rekening courant tegoeden

(Dit geld hebben de klanten in bewaring gegeven bij de bank)

Klassikaal  maken vraag 3.10

Vraag 3.10 a

Alleen de rekening-couranttegoeden horen bij de maatschappelijke geldhoeveelheid. Dat is 400 miljoen. Dat is het girale geld in handen van het publiek. 

Vraag 3.10 b

Welke stelling over het Eigen Vermogen is juist ?

1. is altijd positief
2. staat aan de debetzijde van de balans
3. bezittingen min de schulden
4. wijzigt niet

Hoe noemen we de rechterzijde van de balans ?

1. Liquide middelen
2. Passiva
3. Debet
4. Activa

Bereken het solvabiliteitspercentage van deze geldscheppende bank.

1. 15,4%
2. 13,3%
3. 20%
4. 66,7%

Liquiditeitspercentage bereken je door:

1. kas/liquide middelen x 100%
2. liquide middelen/kas x 100%
3. liquide middelen/ rekeningcourant tegoeden x100%
4. kas/ rekeningcourant tegoeden x 100%

Hoe noemen we de rechterzijde van de balans ?

1. Liquide middelen
2. Passiva
3. Debet
4. Activa

Welk begrip hoort bij:
De mate waarin een onderneming in staat is haar schulden terug te betalen

1. Liquiditeit
2. Solvabiliteit
3. Staatsschuldquote
4. Bestedingsevenwicht

De formule voor het berekenen van de solvabiliteit is

1. eigen vermogen / vreemd vermogen x 100
2. eigen vermogen / totaal vermogen x 100
3. totaal vermogen / vreemd vermogen x 100
4. vreemd vermogen / totaal vermogen x 100

Een afnemer die jou nog moet betalen, is een ....

1. crediteur
2. schuldeiser
3. verstrekker van vreemd vermogen
4. debiteur

Maken

Geldzaken H3: 3.1 tm 3.7, 3.9, 3.10, 3.18, 3.19, 3.20