Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 90 min
Éléments de cette leçon
3D printen project
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Vidéo
3D-printen
Er zijn inmiddels veel verschillende technieken om 3D te printen.
Ook worden deze technieken voor veel verschillende taken ingezet. Zo kan er bijvoorbeeld niet alleen met kunststof geprint worden maar ook voedsel, hele bruggen of woningen en er word zelfs gewerkt aan organen printen.
Slide 3 - Diapositive
FDM
Fused Deposition Modeling (FDM) is de bekendste 3D-printtechniek. Het filament (printmateriaal) wordt laag voor laag gesmolten op de vorige laag. Het filament is meestal een kunststof. Dit komt uit de spuitmond (extruder) die in de gewenste vorm beweegt.
Slide 4 - Diapositive
Onze printer
Je gaat nu kennis maken met onze 3D-printer. Om uiteindelijk goed met de printer te kunnen werken is het belangrijk dat je begrijpt uit welke onderdelen de printer bestaat. Daarnaast moet je ook de werking van deze onderdelen begrijpen.
Slide 5 - Diapositive
Ender 3 neo
1. Filament houder
2. Extruder
3. Spuitmond
4. Printbed
5. SD-kaart en USB
6. Led-scherm
7. Voeding
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
Slide 6 - Diapositive
1. Filamenthouder
Het materiaal dat een 3D-printer gebruikt heet: filament.
Filament is gemaakt van verschillende soorten plastic.
Voor het FDM-printproces is het filament altijd een thermoplast. Een thermoplast is een kunststof die zacht wordt (smelt) als je het verwarmt.
Filament kun je kopen in vele verschillende diktes en kleuren.
Slide 7 - Diapositive
2. Extruder
Vanaf de filamenthouder wordt het filament naar de extruder gebracht. In de Extruder wordt het filament mechanisch (met een motor) door gevoerd naar de spuitmond. In de Extruder zitten dus een motor en een aantal tandwielen.
Slide 8 - Diapositive
3. Spuitmond
De spuitmond beweegt heen en weer over een as. Uit de spuitmond komt het printmateriaal. In de spuitmond wordt het filament eerst warm gemaakt. De uitgang van de spuitmond heeft een speciale maat. Deze maat bepaalt de kleinste details die je wil printen of de snelheid daarvan.
Slide 9 - Diapositive
4. Printbed
De afmetingen van het printbed bepalen hoe groot (lengte en breedte) jou print kan worden. Op dit printbed wordt jouw werkstuk opgebouwd. Het printbed wordt ook verwarmt.
Het verwarmen heeft 2 functies:
Het werkstuk blijft op het printbed plakken en glijd dus niet weg.
Je voorkomt dat het werkstuk krom trekt.
Slide 10 - Diapositive
5. SD-kaart en USB
Om de printer jou print te laten printen zal je eerst een programma naar de printer toe moeten krijgen. Dit kan door een SD-kaart in de kaarthouder te stoppen of een usb-stick in usb-aansluiting te doen.
Slide 11 - Diapositive
6. Led-scherm
Met de knop op het led-scherm kun je de gehele printer besturen.
Slide 12 - Diapositive
7. Voeding
Deze kast behuisd de voeding (elektrische) vanaf het stopcontact. En verdeeld deze dan naar de extruder, spuitmond, printbed, led-scherm enz.
Slide 13 - Diapositive
Vragen
Om verder te kunnen moet je eerst de volgende vragen correct beantwoorden.
Om de vragen goed te maken heb je deze lessonup nodig en het stencil met de kenmerken van de 3D-printer nodig. Succes
Slide 14 - Diapositive
FDM betekend
A
Formidable Deposition Modeling
B
Fused Deposition Modeling
C
Filament Deposition Modeling
D
Stereo Lithography
Slide 15 - Quiz
Bij FDM-printen gebruiken we altijd een thermoplast
A
Juist
B
onjuist
Slide 16 - Quiz
Hoe heet het materiaal waarmee wij printen?
Slide 17 - Question ouverte
Led-scherm
Extruder
Voeding
Filamenthouder
spuitmond
SD-kaart
Usb
Printbed
Slide 18 - Question de remorquage
Wat is het formaat van het printbed van onze printer?