HV1 Werkwoordspelling: Voltooid deelwoord, onvoltooid deelwoord en bijvoeglijk naamwoord

Maak & Lees
> Maak de startopdracht op blz. 126

Lees de theorie over voltooid en onvoltooid deelwoord
> In stilte.
> 5 min.

timer
5:00
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Maak & Lees
> Maak de startopdracht op blz. 126

Lees de theorie over voltooid en onvoltooid deelwoord
> In stilte.
> 5 min.

timer
5:00

Slide 1 - Diapositive

Welkom!


  1. Ga zitten  volgens jullie plattegond
  2. Leg je spullen op tafel
  3. Wacht rustig tot ik start

Slide 2 - Diapositive

Terugblik vorige week
- Uitleg + oefenen met de spelling van meervouden op -s


Slide 3 - Diapositive

Leerdoelen deze week:
0 Ik kan het voltooid deelwoord juist spellen.
0 Ik kan het onvoltooid deelwoord juist spellen.


Slide 4 - Diapositive

De 6 werkwoordsvormen
Persoonsvorm tegenwoordige tijd 

Persoonsvorm verleden tijd 

Voltooid deelwoord 

Onvoltooid deelwoord 

Infinitief (hele werkwoord) 

Bijvoeglijk naamwoord 


PVTT

PVVT

VD

OD

INF

BN

Slide 5 - Diapositive

Voltooid deelwoord (VD)

Begint vaak met BE-, GE-, VER- of ONT-.

Eindigt op:   -EN, -D, -T


Twijfel je tussen -d of -t,  gebruik dan weer  't ex-kofschip

Ik heb een Big Mac genomen, want die was afgeprijsd.          

Mijn Big Mac was verbrand. Het vlees leek gekookt.           


Truc: maak het woord langer om te horen wat je schrijft!

Slide 6 - Diapositive

Soms ben je nog niet klaar met IETS doen.
Het is ONvoltooid.

>'Lopend' moet ik naar huis.
>'Fluitend' kom ik binnen.
Het onvoltooid deelwoord (OD)

Slide 7 - Diapositive

Kermen van de pijn.
Kermen is het hele ww (infinitief). -d-
erbij:
KERMEND

Slide 8 - Diapositive

Bijvoeglijk naamwoord

Staat vóór een zelfstandig naamwoord.

Komt van een werkwoord (een VD of een OD)

Schrijf je zo kort mogelijk, dus zoals het VD of OD, met soms een extra -E erachter.


Ik eet mijn zojuist gekochtE Big Mac.

                                   BN van VD

Slide 9 - Diapositive

De infinitief (inf)

Is het hele werkwoord; lopen, maken, eten, bewegen etc.


Verandert niet bij veranderen van tijd  (het is tenslotte geen pv!)

Vóór een infinitief kan je meestal IK KAN zetten.


Ik heb zin om een Big Mac te eten.        (IK KAN eten).

Slide 10 - Diapositive

Wat is fout en waarom?

Slide 11 - Diapositive

Sjaan (verhuizen) morgen.
Job is gisteren (verhuizen).
A
Sjaan verhuisT morgen. Job is verhuisT.
B
Sjaan verhuisD morgen. Job is verhuisD.
C
Sjaan verhuisT morgen. Job is verhuisD.

Slide 12 - Quiz

Welke spelregel hoort bij het onvoltooid deelwoord?

A
is de infinitief met '-d(e)'
B
is de stam met '-d'
C
soms '-d' en soms niet

Slide 13 - Quiz

(Mopperen) en (huilen) kwam de voetballer de kleedkamer in.
A
Mopperent en huilend
B
Mopperend en huilent
C
Mopperend en huilend

Slide 14 - Quiz

De bezorgde broodjes zijn afgeleverd.
A
bezorgde = pvvt afgeleverd = vd
B
bezorgde = bn afgeleverd = vd
C
bezorgde = bn afgeleverd = pvvt
D
bezorgde = pvvt afgeleverd = od

Slide 15 - Quiz

Spelling van het voltooid deelwoord (en pvvt)
Voorbeelden

hele ww= Fietsen
Stam      = Fiets
-> gefietsT

hele ww= Geloven
stam      = Gelov
-> GeloofD

Slide 16 - Diapositive

Aan de slag!
* Maak H4 voltooid en onvoltooid deelwoord p.126, 127
 * Werk rustig.
* Fluisteren met je buur mag.
Klaar? 
iets voor jezelf doen.
timer
10:00

Slide 17 - Diapositive

Werk rustig verder..
* Maak H4 voltooid en onvoltooid deelwoord p.126, 127
* Fluisteren mag nu niet.
* Vragen moet je even bewaren, sla over en ga door.
Klaar? 
Hebben jullie al alles nagekeken via LessonUp?
> iets voor jezelf doen.
timer
10:00

Slide 18 - Diapositive

Evaluatie 

De volgende vragen gaan over de leerdoelen van de afgelopen twee weken.

Probeer de juist antwoorden te geven.

Slide 19 - Diapositive

kleven (vt)
Nog altijd […] de kauwgom aan mijn schoen.

Slide 20 - Question ouverte

Faxen (vt)
De meeste bedrijven [...] niet meer met hun klanten.

Slide 21 - Question ouverte

Waarom zijn jullie aan het WANDELEN?
A
vd
B
od
C
inf
D
pvtt

Slide 22 - Quiz

De buurman (barsten) in lachen uit toen hij mij zag.
A
barste
B
barstte
C
barsten
D
barstten

Slide 23 - Quiz

Sterk of zwak?

BIJTEN
A
sterk
B
zwak

Slide 24 - Quiz

Sterk of zwak?
verhuizen
A
sterk
B
zwak

Slide 25 - Quiz

Wij verhui....... (vt) vroeger met regelmaat.

Slide 26 - Question ouverte

Beantwoord... jij deze vraag ook nog even?

Slide 27 - Question ouverte

Huiswerk
Dinsdag 29-09 SO spelling
Woensdag 
Woensdag 30-09: alternatief programma


Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive

Persoonsvorm tegenwoordige tijd
Persoonsvorm verleden tijd

Slide 30 - Diapositive