Fase 2: Unit 2 B

Fase 2: Unit 2 B
Wat zie je er goed uit!
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2Middelbare schoolmavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Fase 2: Unit 2 B
Wat zie je er goed uit!

Slide 1 - Diapositive

Het uiterlijk

Slide 2 - Diapositive

Het uiterlijk


De vrouw heeft lang haar

Slide 3 - Diapositive

de korte broek
het steile haar
de zwarte baard
de grote oorbellen
de blauwe ogen

Slide 4 - Question de remorquage

Het uiterlijk
  • de kleding
  • de kleur van de kleding
  • de stof van de kleding 
  • hoe lang iemand is
  • kleur haar
  • kleur ogen

Slide 5 - Diapositive

Peter is ... (tall)
A
lang
B
hoog
C
klein
D
slank

Slide 6 - Quiz

Peter is ... (short)
A
gespierd
B
klein
C
slank
D
lang

Slide 7 - Quiz

Hij is ...
A
dik
B
dun
C
gespierd
D
klein

Slide 8 - Quiz

Dit zijn __ _____(sandals).

Slide 9 - Question ouverte

Dit is __ _____(a scarf).

Slide 10 - Question ouverte

Welke kleding draag je het liefst?

Slide 11 - Question ouverte

Maak een zin. Dit past bij mijn uiterlijk: ik heb ....... (blond haar)

Slide 12 - Question ouverte

Slide 13 - Vidéo

UITERLIJK
Schrijf op de volgende slide woorden op die gerelateerd zijn aan: UITERLIJK

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Lien

Uiterlijk

Slide 16 - Carte mentale

De uitstraling


Dit is een blije vrouw

Slide 17 - Diapositive

een creatief persoon
het vriendelijke gezicht
de stoere houding
de sombere ogen
de modieuze kleren

Slide 18 - Question de remorquage

Maak een zin. Dit past bij mijn uitstraling: ik heb ......(vrolijke ogen)

Slide 19 - Question ouverte

Slide 20 - Lien

UITSTRALING
Schrijf op de volgende slide woorden op die gerelateerd zijn aan: UITSTRALING

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Lien

Slide 23 - Lien

Slide 24 - Lien

Slide 25 - Lien

Wat heb je in deze les geleerd?

Slide 26 - Question ouverte

WERKBLAD
Luister naar de instructies van de docent.

Slide 27 - Diapositive

Dit is mijn uiterlijk
Teken en schrijf op het werkblad. Gebruik deze woorden:
kleuren
vormen
substantieven
zwarte

bruine

groene

blauwe 
dunne - dikke

grote - kleine

lange - korte

krullende - steile
ogen

oren

mond 

trui

broek / rok / jurk

Slide 28 - Diapositive

Dit is mijn uitstraling
Kies een adjectief en een substantief. Maak er een tekening bij.


adjectief
substantieven
creatieve
vriendelijke
stoere
sombere
modieuze
gezicht
houding
ogen
persoon
kleren

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Lien