Werkwoordspelling verleden tijd

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1,4

Hoe vind je de stam van een werkwoord?

1. Door de zin vragend te maken
2. Door -en van het hele werkwoord af te halen
3. Door de zin in een andere tijd te zetten
4. Door het onderwerp te zoeken

Hoe weet je of een werkwoord in de verleden tijd een -d of een -t krijgt?

1. Dat hoor je, als je het uitspreekt
2. Door het werkwoord in meervoud te zetten
3. Door de zin vragend te maken
4. Door de TaXiKoFSCHiP toe te passen

Waar kijk je naar, bij die TaXiKoFSCHiP-regel

1. Naar de laatste letter van de stam
2. Naar je beeldscherm
3. Naar de laatste letter van de ik-vorm
4. Naar een d of een t

Wat betekent TaXiKoFSCHiP?

1. Een schip dat als taxi wordt gebruikt
2. Werkelijk geen idee
3. Het is een ezelsbruggetje, maar waarvoor?
4. Het is een woord van stemloze medeklinkers

Waarom is het zo belangrijk om al die stemloze medeklinkers op een rijtje te hebben?

1. Met stemloze medeklinkers kun je fluisteren
2. Als de stam eindigt op een stemloze medeklinker krijgt het werkwoord een t in de verleden tijd
3. Zodat je weet of je een werkwoord met een t of een d vervoegt (vt)
4. Dat weet ik echt niet meer

Wat is de stam van het werkwoord verhuizen?

1. verhuis
2. verhuiz
3. verhuist
4. verhuizd

Wat is dan de verleden tijd van het werkwoord verhuizen?

1. hij verhuiste
2. hij verhuizte
3. hij verhuisde
4. hij verhuizde

Wat is de verleden tijd van zweven?
Hij zweef....

1. zweefde
2. zweefte

De verleden tijd van mixen is?

1. mixde
2. mixte

En de verleden tijd van deleten dan?

1. Hij deleette mijn foto
2. Hij deletet mijn foto
3. Hij deletete mijn foto
4. Hij deleete mijn foto

Engelse werkwoorden vervoeg je in het Nederlands ook met de TaXiKoFSCHiP-regel.

1. Nee, dat denk ik niet.
2. Ja, natuurlijk!