poten en zaaien generatief vermeerderen

zaaien en generatief vermeerderen







 Bestuiving,bevruchting en verspreiding


1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
GroenMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

Cette leçon contient 19 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

zaaien en generatief vermeerderen







 Bestuiving,bevruchting en verspreiding


Slide 1 - Diapositive

Geslachelijk/ ongeslachtelijk
Generatief vermeerderen:
voortplanting met door bevruchting, dus de samensmeling van geslachtscellen (zaadcellen/ eicellen). Dus met stuifmeel en een stamper.

Vegetatieve vermeerderingstechniek:
Nieuwe planten maken zonder bevruchting.

Slide 2 - Diapositive

1. Geslachtscellen bij planten: eicel + stuifmeelkorrel
  • Als bij voortplanting bevruchting plaatsvindt is het altijd geslachtelijke voortplanting.
  • Je hebt altijd twee geslachtscellen nodig.
  • Bij planten kunnen de geslachtscellen afkomstig zijn van dezelfde plant of van twee verschillende planten (wel van dezelfde soort, natuurlijk!)

Slide 3 - Diapositive

1.7 Poten en zaaien

Slide 4 - Diapositive

Voorkennis
  1. Hoe groter de zaden, hoe dieper ze gezaaid moeten worden.
  2. Zaai vooral niet te dicht, de zaailingen worden dan niet stevig genoeg en daardoor vatbaar voor ziekten.
  3. Druk na het zaaien de grond goed aan en maak die vochtig. Gebruik daarvoor een gieter met broeskop.

Slide 5 - Diapositive

Verschillende manieren van zaaien


1. Breedwerpig zaaien (kleine zaden)

2. In rijen zaaien (middel grote zaden)

3. Zaden leggen (grote zaden)

Slide 6 - Diapositive

Manieren van zaaien
kkkk
Zaden leggen
In rijen zaaien
Breedwerpig zaaien

Slide 7 - Diapositive

 Zaaien
Na het voorbereiden van de grond kun je het gazon zaaien. Kies een dag uit met weinig tot geen wind. Indien de grond erg droog is kun je deze licht vochtig maken.
Strooi het gazonzaad één keer in de lengte en één keer in de breedte van het gazon. Op deze manier vergroot je de kans dat het zaad gelijkmatig over de bodem verdeeld wordt.
Hark na het zaaien de bodem oppervlakkig aan. De zaadjes mogen daarbij niet te diep in het zand verdwijnen omdat ze dan verstikt raken onder een laag zand. Licht inharken is voldoende.
Om ervoor te zorgen dat het graszaad goed contact maakt met de grond is het nodig dat de grond goed aangedrukt wordt. Gebruik hiervoor een wals.

Slide 8 - Diapositive

Zaaiklaar maken
Fijne, vlakke grond met een goede structuur

  • zaad ontkiemt goed
  • houd vocht beter vast

Slide 9 - Diapositive

Na het spitten.......ruggen maken  en poten
Voor en achter de tractor:
combinatie van machines

Slide 10 - Diapositive

Poten
Aardappelen en bollen (uien en bloembollen) worden met een pootmachine in de grond gelegd op de juiste afstand van elkaar.





Daarna worden ze ondergedekt met een laag aarde. Aardappelruggen.

Slide 11 - Diapositive

Zaai-instructie: hoe diep, hoe ver uit elkaar? licht- of donkerkiemend
Zaaimethode per plant verschillend.

Slide 12 - Diapositive

Zaaigrond

  1. Eén deel grond en één deel zand mengen (kan verschillen)
  2. grond in schone bak doen, egaliseren en licht aan drukken
  3. zaai volgens instructie op de verpakking
  4. bevochtigen met plantenspuit
  5. zet op lichte warme plek (evt. afdekken met plastic)
  6. dagelijks controleren op kieming en vochtigheid

Slide 13 - Diapositive

Meeste gewassen in voorjaar gezaaid en gepoot
Zaaien - in volle grond of in kistje
               - handmatig of machinaal

Slide 14 - Diapositive

Zaaien
  • Zaad leggen, groot zaad
      bv. zonnebloem
  • Breedwerpig zaaien, verdelen over groot oppervlak, bv. graszaad
  • zaaien in rijen, bv groentes en granen

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo

Slide 17 - Lien

OPDRACHT
Maken bs  1.17  en 2.22
heb je boek en werkboekje nodig

Slide 18 - Diapositive

Wat gaan we zaaien?

- Denk na over wat je nodig heb voor het zaaien?

- Wat wil nog over weten?

(bijv. kan dit in de kas)

- Hoe moet ik dit gaan zaaien?



Slide 19 - Diapositive