LUISTEREN EN GESPREKKEN VOEREN les 2 Spreken

Spreken en luisteren


Een gesprek voeren

1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 1

Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactif, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Spreken en luisteren


Een gesprek voeren

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Wat is er belangrijk wanneer je een gesprek voert? Waar moet je op letten?

Slide 3 - Question ouverte

Een gesprek voeren
Als jij praat:
- Praat rustig en hard genoeg (dus niet te hard)
- Spreek de woorden duidelijk uit
- Laat de ander ook aan het woord (stel ook vragen)

Slide 4 - Diapositive

Een gesprek voeren
Als jij luistert:
- Laat de ander uitpraten
- Laat merken dat je luistert (aankijken)
- Vraag door

Slide 5 - Diapositive

Wie?
Wat?
Waar?
Hoe?
Wanneer?
Tijdens een gesprek kun je vragen stellen die             beginnen met: 

Slide 6 - Diapositive

Gesloten vragen
Op deze vraag kan een ander antwoorden met 'ja' of 'nee'.
Bijvoorbeeld: 
Ben jij 12 jaar?
Woon jij in Nijkerk?

Slide 7 - Diapositive

Open vragen
Op deze vraag kan een ander uitgebreider antwoorden.
Bijvoorbeeld:
Wat zijn jouw hobby's?
Hoe ziet jouw gezin eruit?


Slide 8 - Diapositive

Opdracht
In tweetallen een gesprek voeren over hoe je Sinterklaas viert:

Denk aan de vraagwoorden: wie, wat, waar, hoe en wanneer
Denk aan hoe je praat: rustig en duidelijk
Gebruik zoveel mogelijk 'open vragen'
Denk aan hoe je luistert: met respect, geïnteresseerd

Vul het luisterrapport in voor de ander

Slide 9 - Diapositive

Hoe ging het?

Slide 10 - Diapositive