Paragraaf 4. Steden en hun omgeving

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• mavo, havo, vwo
• Leerjaar 1

Hoofdstuk 1. Steden

Paragraaf 4. Steden en hun omgeving

Wat gaan we doen?

Terugblik

Uitleg paragraaf 4

Lezen + maken paragraaf 4

Afsluiting

Sleep de juiste woonwijk naar zijn plek toe

Stadscentrum

Arbeiderswijken

Vooroorlogse wijken

Naoorlogse wijken

Jaren 70-wijken

Nieuwbouwwijken

Noem de 6 Nederlandse stadswijken

Leerdoelen:

Je kent de verschillen tussen de stad, het platteland en het overgangsgebied.

Je weet hoe steden kunnen uitgroeien tot stedelijke netwerken.

Je begrijpt hoe steden in stedelijke netwerken elkaar aanvullen. 

Paragraaf 4: Steden en hun omgeving

Stad of platteland?

Platteland

• Gebied buiten de stad
  

    - dorpjes

    - natuurgebieden

    - landbouw

          - akkerbouw

          - veeteelt

          - tuinbouw

          - bosbouw

• Gebied tussen stad en platteland: overgangsgebied

Steden groeien

Agglomeratie

• Grote stad met vastgegroeide dorpen
  
• Dorpen groeien uit tot stadswijken
  

Steden werken samen

Stadsgewest

• Samenwerking van een stad met omliggende dorpen
  

    - stad

    - overgangsgebieden

    - andere gemeenten

• Bijna alles speelt zich af binnen het stadsgewest
  
• Stad en platteland hangen nauw met elkaar samen
  

Zo zijn steden sterk

• Steden werken samen in stedelijke netwerken (bijv. Randstad)

    - bestaat uit een aantal stadsgewesten

    - stadsgewesten hebben veel contact met elkaar

•  Steden binnen een stedelijk netwerk delen voorzieningen
  

    - groot ziekenhuis

    - universiteit

    - luchthaven

• Wegen en openbaar vervoer maken alles bereikbaar
• Steden kunnen ook elkaars concurrent zijn

Steden concurreren met elkaar

Bedrijven

    - kiezen voor de grootste steden

    - kennis uitwisselen (andere bedrijven)

Stadsbesturen

    - belastingen verlagen

    - investeren in infrastructuur

Wat is het verschil tussen de stad, het platteland en het overgangsgebied?

Hoe groeit een stad uit tot een stedelijk netwerk?

Hoe werken steden samen?

Lezen + maken H1 paragraaf 4

Eerste 5 minuten in stilte daarna fluisteren

Klaar?: Geeft antwoord op de leerdoelen en

schrijf dit op!

Huiswerk:

Maken opdrachten van paragraaf 4

Let op! Vink dit ook af in Magister Me

Volgende les:

Maken paragraaf 5: Een dwarsdoorsnede van een stad