Kerstquiz ob5 en ob6

Kerst quiz 

1 / 39
suivant
Slide 1: Diapositive
TaalBasisschoolGroep 5

Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.

Éléments de cette leçon

Kerst quiz 

Slide 1 - Diapositive

Welk woord is juist geschreven?
A
kertsmis
B
kerstmis
C
kesrtmis
D
kresmist

Slide 2 - Quiz

Maak het liedje af
" stille nacht, .............

A
drukke nacht
B
veilige nacht
C
heilige nacht
D
net wat ik dacht

Slide 3 - Quiz

Hoe zeg je ‘Fijne Kerst’ in het Engels?
A
Yo! Hoho!
B
Feliz Navidad
C
Happy kerstmis
D
Merry Christmas

Slide 4 - Quiz

Slide 5 - Vidéo

hoeveel kerstkoekjes lagen er op het schoteltje?
A
1
B
4
C
3
D
2

Slide 6 - Quiz

Oh nee, ook een kerstboodschap van de Minions ...
Hoera, een Minions-kerstfilmpje!

Slide 7 - Diapositive

Hoeveel Minions droegen er een kerstmuts in dit filmpje?
A
allemaal
B
drie
C
eentje
D
twee

Slide 8 - Quiz

het bedje van stro waar Jezus in ligt noem je een...........
A
waterbed
B
kribbe
C
kriebelbed
D
hooibed

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Vidéo

welke datum stond op de klok?
A
21 december
B
23 december
C
24 december
D
20 december

Slide 11 - Quiz

welke liedje werd er op de radio gespeeld?
A
happy
B
all I want for Christmas
C
so this is Christmas
D
het is kerstmissd

Slide 12 - Quiz

Wat is de kans op een witte kerst?
A
5%
B
7%
C
8%
D
6%

Slide 13 - Quiz

Wat wordt er gevierd met kerst?
A
De geboorte van Josef
B
De geboorte van Jezus
C
De geboorte van de engel
D
De geboorte van Maria

Slide 14 - Quiz

Maak af: 'oh dennenboom, oh dennenboom...'
A
Fijne kerst
B
Wat zijn je takken wonderschoon
C
Groeten van de kerstman
D
Oh dennenboom

Slide 15 - Quiz


In welke woonplaats is Jezus geboren?
A
Nazareth
B
Jeruzalem
C
Bethlehem
D
Rome

Slide 16 - Quiz

Welke dieren horen thuis in de Kerststal ?
A
schapen, koeien, een paard en een ezel
B
een ezel, kippen, konijnen en een paard
C
schapen, lammeren, een os een ezel en een dromedaris
D
goudvissen, olifant, kameel. nijlpaard

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Diapositive


Hoeveel ballen hingen er in de boom?
A
10
B
11
C
12
D
13

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Diapositive

Waarom halen we met een Kerst een boom in huis?
A
Om een nieuw begin te vieren
B
Jezus hield van groene bomen
C
Naast de stal stonden sparrenbomen
D
Omdat de lichtjes zo gezellig staan

Slide 21 - Quiz

In Australië vieren ze
Kerst in de zomer.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Vidéo

Wat verliest Olaf en waardoor komt dit?

Slide 24 - Question ouverte

Op welke dag wordt Kerstmis gevierd?
A
woensdag
B
31 december
C
25 december
D
1 januari

Slide 25 - Quiz

Slide 26 - Diapositive


Hoeveel sokken zag je op de foto?
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 27 - Quiz

In hoeveel talen werd er fijne kerstdagen gewenst?
A
5
B
9
C
7
D
6

Slide 28 - Quiz

Heeft Rudolph echt een rode neus?
A
ja
B
nee

Slide 29 - Quiz


Waar woont de Kerstman?
A
Duitsland
B
Nergens
C
Amerika
D
Noordpool

Slide 30 - Quiz

Hoeveel rendieren heeft de Kerstman officieel ?
A
Een
B
Vier
C
Acht
D
Tien

Slide 31 - Quiz

I'm dreaming of a White ...
A
Pasen
B
Oud en Nieuw
C
Hemelvaart
D
Christmas

Slide 32 - Quiz

Slide 33 - Vidéo

Hoeveel Minions droegen er een kerstmuts in dit filmpje?
A
allemaal
B
drie
C
eentje
D
twee

Slide 34 - Quiz

Slide 35 - Vidéo

Begin van het filmpje.
Midden van het filmpje.
Eind van het filmpje.

Slide 36 - Question de remorquage

Slide 37 - Diapositive


Hoeveel koekjes lagen er?
A
4
B
5
C
6
D
7

Slide 38 - Quiz

Slide 39 - Diapositive