T3 doelencheck periode 2 (incl. oefentoets)

Bienvenue 
à la classe de français:
destination vacances
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Bienvenue 
à la classe de français:
destination vacances

Slide 1 - Diapositive

Dagopening

Slide 2 - Diapositive

Kan dat: 'altijd blij' zijn? Hoe dan?
Hoe kun je God danken als je níet lekker in je vel zit?
Stelling: hoe drukker ik het heb, hoe meer ik bid

Slide 3 - Diapositive

La prière 'le Pater'

Slide 4 - Diapositive

Doelen- en toetsoverzicht periode 2
1. spreekvaardigheid: échange Bruxelles: ik kan in een vlog over mezelf vertellen én vragen naar de ander

2. kijk- en luister: ik kan in mijn eigen woorden navertellen wat er gezegd wordt in een gesprek over reizen, doordat ik woorden in het thema 'reizen' herken.

3. kennistoets (onderwerp: reizen): ik kan de passé composé gebruiken voor regelmatige werkwoorden -ir, -er en -re én avoir, être, faire en prendre

4. kennistoets (onderwerp: reizen): ik kan het lijdend voorwerp vervangen door le, la l' of les

5. kennistoets: ik kan woorden en zinnen die te maken hebben met het thema 'reizen' vertalen en gebruiken
1. vlog (zie Learnbeat)
(vr 19 nov)

2. kijk- en luistertoets (vr 10 dec)


3. GL3D/ LB extra
4. GL3H/ LB extra

5. GL3ABEF 
(SO do 9 dec)
SO doelencheck 3, 4, 5
REPETITIE doel 3, 4, 5
(toetsweek)

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Wat doen we vandaag?
doel 3 t/m 5
proef'toets'

Slide 7 - Diapositive

La compétition entre les groupes

Slide 8 - Diapositive

le fourmi
la méduse


le cerf volant


le mille pattes de jardin
le chien
Chris
Jasmijn
Sytske
Thessa
Gijs
Linda
Marlieke
Joris
Heleen
Marcus
Lucia
Mette
Alisa
Naomi
Floor
Manoah
Mike
Silvan
Larissa
Iris
Levi
Merlin
Benthe
Bram
Floris
Nieuwe groepjes, zelfde afspraken ;-)

Slide 9 - Diapositive

doel 3
Kennistoets (onderwerp: reizen): 
ik kan de passé composé gebruiken voor regelmatige werkwoorden -ir, -er en -re én avoir, être, faire en prendre

Slide 10 - Diapositive

Zet in in de passé composé (regelmatig -er)

Vous ______ ________ (retrouver) vos billets de train.
A
a retrouvé
B
avez retrouver
C
retrouvé
D
avez retrouvé

Slide 11 - Quiz

Zet in in de passé composé (regelmatig -ir)

(finir) Ma soeur ______ ________ un cours
A
a fini
B
avez finir
C
a finé
D
as fini

Slide 12 - Quiz

Zet in in de passé composé (regelmatig -re)

(attendre) Vous ______ ________ longtemps?
A
a attendre
B
avez attendu
C
avez attendé
D
attendu

Slide 13 - Quiz

doel 4
Kennistoets (onderwerp: reizen): 
Ik kan het lijdend voorwerp vervangen door le, la l' of les

Slide 14 - Diapositive

On prend le métro pour visiter Paris?
A
on le prend
B
on la prend
C
on les prend
D
on l'prend

Slide 15 - Quiz

doel 5
Kennistoets (onderwerp: reizen): 
Ik kan woorden en zinnen die te maken hebben met het thema 'reizen' vertalen en gebruiken

Slide 16 - Diapositive

Nos vacances à Brest vont (beginnen) ________________

Slide 17 - Question ouverte

Lucie va à Gap. C'est dans le ___________ de la France
A
le ticket
B
le sud

Slide 18 - Quiz

Waar ga je heen?

Slide 19 - Question ouverte

Au travail: 
les devoirs 


Faire: 
oefen de toets m.b.v. Learnbeat/ slim stampen/ online opdrachten

apprendre:
Grandes Lignes 3CG, 3ABEF, 3DH (slim stampen)

Werk zachtjes, 
zodat iedereen zich kan concentreren
vraag zoveel mogelijk om hulp!
Ik beheers doel 3 t/m 5

Slide 20 - Diapositive

doel bereikt?
doel 3 t/m 5
proef'toets'

Slide 21 - Diapositive

Au revoir!

Slide 22 - Diapositive